Sleigh Bells overtuigt niet met rommelig ‘Jessica rabbit’

door Michiel Dierickx

Sleigh Bells, het muzikale kind van Alexis Krauss en Derek Miller, heeft al een mooie weg afgelegd. In 2010 bracht de release van ‘Treats’ de band uit Brooklyn op kruissnelheid, waardoor ze kort na het debuutalbum nog twee telgen afleverden op amper twee jaar tijd. Telkens hoorde je dezelfde nilliesinvloed en de kenmerkende, onverwachte wendingen die het Amerikaanse duo van de popmassa onderscheidden. Iedereen die Sleigh Bells kent, weet dat hun muziek een grote ‘WTF’-factor bezit. Dat is op ‘Jessica rabbit’ niet anders. De vierde plaat van Krauss en Miller doet de noise-pop nog steeds onwennig en vreemd aanvoelen.

‘It’s just us now’ geeft je alvast goede hoop. Het bombastische karakter en de rake tempowissels trekken de plaat helemaal open. Het is een intro die zo bij een film- of gametrailer past. Toch heeft het Amerikaanse tweetal zijn top al langer bereikt. Sleigh Bells lijkt steeds meer op een YouTube-grap, waarbij muzikanten populaire meezingers van zware gitaarriffs voorzien. Dat kan nieuwe, creatieve deuren openen of een negatieve werking hebben op de geloofwaardigheid van muziek. Slechts een vijftal songs van ‘Jessica rabbit’ vallen in die eerste categorie.

De kracht van ‘Torn clean’ en ‘I know not to count on you’ zit in hun eenvoud. De nostalgische synthesizers gunnen je eindelijk een kleine rustpauze en leveren hét bewijs dat overvolle composities en overthinking niet altijd nodig zijn. Zelfs niet als je Sleigh Bells heet. Ook ‘I can only stare’ en ‘Baptism by fire’ zijn twee uitschieters op een anders zeer middelmatige plaat. De sterke r&b-vibe van ‘I can only stare’ blijft minutenlang nazinderen. ‘Baptism by fire’ dreigt eerst dezelfde weg op te gaan als de andere nummers, maar de instrumentale balans zorgt ervoor dat het nummer toch als een blok staat.

De laatste eervolle vermelding gaat naar ‘Hyper dark’, het voorlaatste lied, waar een afgelijnd Sleigh Bells eindelijk overtuigt. Het resultaat is een aanstekelijk nummer dat de overgrote meerderheid aan middelmatige songs omver blaast; een interessante ommekeer en nieuw terrein, dat het duo hopelijk verder verkent vooraleer het aan de productie van een opvolger begint.

Zoals het Sleigh Bells beaamt, neemt het tweetal geen gas terug op ‘Jessica rabbit’. Er is weinig veranderd aan de kenmerkende aanpak van de noise-popband en het gebrek aan kracht en vernieuwing is op de vierde plaat van Sleigh Bells een succesformule voor slordige producties. Dat is jammer, aangezien Krauss en Miller nog nooit zo lang aan een album puzzelden.

Album verdeeld door N.E.W.S.