Slow Mass schuurt als een gletsjer op debuut ‘On watch’

door Mattias Goossens

Klaar voor een beetje doemdenkerij? Vrijdag bracht posthardcore-band Slow Mass debuutalbum ‘On watch uit’, en twee dagen later overlijdt de muzikant naar wiens stuk de band vernoemd is. Muzikant in kwestie is avant- gardekunstenaar Glenn Branca, die begin jaren negentig een symfonie opnam waar Thurston Moore en Lee Ranaldo aan meewerkten en waarvan het eerste deel als bijtitel ‘Slow mass’ kreeg. Om maar te zeggen dat de lawaaimakers uit Chicago muzikale bagage hebben en hun klassiekers kennen. Over klassiekers gesproken: in de tweede helft van het album kan je de fluiten uit Sufjan Stevens’ ‘The black hawk war’ herkennen. Want ja: Chicago, Illinois. Chauvinistische muziekkenners.

Op ‘On watch’ wordt echter vooral intensiteit geëtaleerd. Die komt hard binnen dankzij de vele contrasten tussen hevige uitbarstingen en rustpunten, zowel binnen de nummers als doorheen de opbouw van de plaat. Zo is het titelnummer opgedeeld in twee intermezzo’s die telkens gevolgd worden door een mokerslag. Elders gaat het er subtieler aan toe en doen de muzikanten schijnbaar los van elkaar hun ding, om uiteindelijk toch weer samen te vloeien in een wervelende vloedgolf van riffs en screams mét een emo-randje.

Want o ja, er wordt gescreamd. Subtiel en vooral naar het einde toe, zoals in het korte ‘E.D.’ Laat je echter niet afschrikken door die occasionele woede-aanvallen of verpletterende basdrums, er staat immers heel wat fraais op dit debuut. Binnen de scene is het doorheen de jaren moeilijk geworden om echt uit te blinken of jezelf te onderscheiden. Slow Mass doet dat door de volumeknop zachter te draaien en zo intensiteit op te bouwen, mede dankzij de samenzang van bassiste Mercedes Webb en gitarist Dave Collis. Traag maar gestaag overrompelen ze, als een gletsjer die zich centimeter per centimeter door een bergwand schuurt. Die groepsnaam dekt dus wel degelijk de lading.

Helaas beukt de band niet genoeg tegen de grenzen van het genre om de valkuilen te ontwijken. Zo veel urgentie gaat op den duur wat schreeuwerig aanvoelen, en de nummers missen variatie om de volle veertig minuten te blijven boeien. Nochtans duiken er halverwege een akoestische gitaar en subtiele synths op, maar net die koerswijziging zorgt ervoor dat je even uit de intense rit opschrikt. Nee, geef dan maar officieuze opener ‘Gray havens’ en laatste climax ‘Schemes’. Desondanks is ‘On watch’ een potig debuut dat bulkt van het potentieel.