Statue laat instrumenten voor zich spreken op ‘Kasper’

door Sigi Willems

Wie houdt van gitaarmuziek, en wel van het excentrieke soort, zit bij de Belgische supergroep Statue ongetwijfeld aan het juiste adres. De band bestaat namelijk uit maar liefst vier gitaristen, waarvan er een aantal ook onder meer is terug te vinden bij andere Belgische underground-toppers als The Guru Guru en DVKES. Samen met nog een bassist en een drummer produceren deze virtuozen een noisey, mathrock-achtig soundsoepje om van te smullen, ontsproten ergens om en bij de Hasseltse Bootstraat, vermoeden we. Hun derde worp heet ‘Kasper’: het zou een verwijzing kunnen zijn naar een vriendelijk spook, naar een of andere Belgisch-Poolse Youtuber, of naar een kerel die houdt van zwembaden in een lift. Die laatste optie achten wij het meest waarschijnlijk.

Openingssong ‘K’ begint sober met bas en drums, terwijl de gitaren geleidelijk aan invallen met mechanische riffs, om toe te werken naar een epische ontploffing aan het eind. Hier zijn duidelijk stuk voor stuk uitstekend onderlegde muzikanten aan het werk, al zijn de gitaarprogressies hier nog net niet aandoenlijk genoeg om de volle vier en een halve minuut te blijven boeien. Ook ‘A’ heeft een duidelijk uitgekiende structuur, met een coole, droge, als een synth-orgel klinkende riff aan het begin. Aan het eind slaan de muzikanten chaotisch aan het timmeren: denk Sonic Youth op z’n noisiest, maar dan een pak bombastischer en zonder verlies van ritmegevoel.

Het wordt pas echt interessant op de koude, minimalistische intermezzo’s ‘12’ en ‘24’, waar we samen met de band een uitstapje maken naar een post-apocalyptische bouwwerf op de Noordpool. Bij momenten horen we wat epische feedback op z’n Dead Neanderthals, gevolgd door een resem mekaar doorkruisende, vederlichte gitaarriffs. Deze songs zouden zomaar een hedendaagse soundtrack voor een fantasievolle film van Méliès kunnen zijn. Tijdens het drieluik ‘S’, ‘P’ en ‘E’ worden de vrolijkste en meest aandoenlijke riffs van het album naar boven gehaald. Het klinkt als de vreemdheid van Battles in combinatie met de mechanische gitaarsound van Queens of the Stone Age op een nummer als ‘Turnin’ on the screw’.

Op ‘R’ worden onze trommelvliezen nog een laatste keer zot gedraaid door fonkelende, sprookjesachtige noten aan het begin, om, zoals telkens weer, uit te monden in een langgerekt chaotisch en bombastisch slotstuk. Je moet het maar doen; vakkundig dergelijke noise uit je instrumenten halen.

‘Kasper’ is een plaat die geleidelijk aan op gang komt en ook zeker verbetert naarmate je er vaker naar luistert, om zo subtiele, instrumentele toevoegingen op te kunnen merken. De beste song ‘E’ (jawel, het nummer met de pingpong-clip en een lekker Wii Sports-sfeertje) past in het rijtje van oudere Statue-toppers als ‘I got your raumschiff’ en ‘Go march or get some exercise’. Zang heeft Statue op ‘Kasper’ niet nodig om catchy te zijn, maar het heeft wel tot gevolg dat de term ‘gitaarriff’ tot vervelens toe moet worden aangehaald in een review. Er bestaat immers nog geen variant voor dat woord op de startpagina van elke Indiestyleschrijver Synoniemen.net.

Statue staat 17.03 in de AB en binnenkort ook in Hasselt (13.04, Café Café), Antwerpen (10.05, De Studio) en Gent (17.05, Charlatan in Gent). Meer info en data vind je op de Facebook-pagina van de band.