Suede brengt een overdosis zwaarmoedigheid op ‘The blue hour’

door Koenraad Stevens

Zanger Brett Anderson omschrijft ‘The blue hour’ zelf als “unpleasant”:We have to inhabit Suedeworld and it’s not a very nice place!” En daarmee is meteen veel gezegd over Suedes achtste studioalbum: heel veel drama, weinig ademruimte. Die sfeer wordt meteen ingezet op ‘As one’, en daarvan wordt in de komende 50 minuten nog amper afgeweken. Zo ook op de volgende song, waarin je wordt uitgenodigd om Anderson te volgen naar zijn ‘Wasteland’. We zijn in deze fase nog vol goede moed en gaan graag op de uitnodiging in. Anderson laat overigens blijken dat zijn stem nog steeds meerdere octaven aankan.

Met ‘Mistress’ en ‘Beyond the outskirts’ wordt algauw een versnelling lager geschakeld. Jammere zaak, want we begonnen net in het tempo te komen. ‘Chalk circles’ speelt nog meer in op het onbehaaglijke gevoel waarheen Anderson zelf verwijst en vormt met zijn abrupte einde in feite een lange intro op ‘Cold hands’, een nummer waarin opnieuw snelheid zit. Daar hadden we wel even nood aan.

In de eerste helft van het album is een grote rol weggelegd voor de synthesizer, die in belangrijke mate bijdraagt aan het typische ‘Suededrama’. Voor de gelegenheid werd het City of Prague Philharmonic Orchestra ingeschakeld. Leuk voor de afwisseling, al wordt het orkest tegelijkertijd mooi ingebed in de typische sound.

Toch laat Suede bij momenten gelukkig nog ruimte voor hoop. De clip van de derde single ‘Life is golden’ werd gedraaid in Chernobyl, niet vanwege de kernramp die daar heeft plaatsgevonden in 1986, maar wel omwille van de veerkracht van de bewoners nadien. “You’re never alone, your life is golden.” Heel lang blijft het optimisme echter niet duren, want we krijgen na het overbodige en noisy ‘Roadkill’ meer zwaarmoedigheid met ‘Tides’. We hebben stilletjes aan de indruk dat vele songs onderling inwisselbaar zijn. Dat, en een complete overdosis aan dramatiek, doet de moed ons bij momenten in de schoenen zakken. Het ontbreekt ‘The blue hour’ aan stampers à la ‘Animal nitrate’, die normaliter de Suede-albums verteerbaar maken.

Toch kent ‘The Blue Hour’ ook zijn hoogtepunten. Zo is er ‘Don’t be afraid if nobody loves you’, een sterk rocknummer voortgetrokken door een aanstekelijke gitaarriff. In de tweede helft van de plaat moet de synthesizer plaatsmaken voor de viool, waardoor we met ‘All the wild places’ en ‘The invisibles’ een lichtelijk andere, doch even zware vibe meekrijgen. Vierde single ‘Flytipping’ ten slotte is een sterke afsluiter, vooral wat de instrumentale delen betreft.

We merken bij onszelf een zucht van opluchting wanneer de laatste tonen wegebben: we hebben het gehaald! En als je ons nu wilt excuseren, wij hebben na ‘The blue hour’ dringend nood aan een flinke portie The Beach Boys.

Suede speelt op 30 september in de Ancienne Belgique. Info en tickets vind je hier.