Sylvan Esso maakt indiepop voor Spotify-playlists op ‘What now’

door Mats Antonissen

Sinds Chairlift besloot een punt achter hun bestaan te zetten, gaapt er een leegte in ons synth- / indiepophart. Er zijn bandjes genoeg die het genre van een eigen invulling voorzien, dat zeker. Maar de muziek van Caroline Polachek en Patrick Wimberly klonk bij momenten zo iconisch dat we niet anders kunnen dan verlangen naar een nieuw groepje dat ons de vreugde en het verdriet van nummers als ‘Bruises’, ‘I belong in your arms’ of ‘Crying in public’ terug weet te bezorgen.

Sylvan Esso is misschien wel de meest aangewezen kandidaat voor deze troonsopvolging. Niet alleen gaat het net als bij Chairlift om een man/vrouw-duo, ze maken al sinds 2013 synthpopliedjes die met het nodige handengeklap en aanstekelijke melodieën aan de kwalificaties voor het genre voldoen. Denk aan Mø ten tijden van ‘No mythologies to follow’, SOHN, Chvrches, Oh Wonder etc. Stuk voor stuk artiesten die, net zoals Sylvan Esso, constant tegen de mainstream aanschurken en waarvan het indie-aspect vaak slechts een kwestie van uitgekiende marketing is.

Op het nieuwe album van het Amerikaanse duo zien we weinig tot geen verandering qua aanpak ten opzichte van vorig werk. Hitjes als ‘Coffee’ of ‘Play it right’ van hun debuut uit 2014 hadden even goed op dit album kunnen staan en vice versa. Wat we te horen krijgen is een nieuwe lading aan uiterst radiogevoelige nummers (‘Die young’, ‘Radio’ en ‘Kick jump twist’ om er maar enkele te noemen). Niet al te verschillend qua geluid, wel nog steeds even fijn om horen

Er is weinig sprake van een geheel op deze plaat. Er is eerder sprake van een verzameling tamelijk simpele maar leuke, dansbare liedjes. De nummers gaan in se over weinig en de thema’s – (moderne) liefde, de kracht van muziek – worden oppervlakkig uitgewerkt. Ook de rijmpjes zijn soms wel heel erg belegen. Hoeft op zich allemaal geen probleem te vormen: veel goeie popmuziek werkt zo. Het album wordt daardoor echter na enkele luisterbeurten een ietwat irritante bedoening en de oorspronkelijke euforie evolueert naar een – parallel aan de inhoud – steeds holler wordend plezier

Wat overblijft na enkele luisterbeurten van ‘What now’ is een gevoel dat het allemaal wel leuk is, maar richting mist. De aanstekelijke factoren raken al te snel uitgewerkt en er is wel sprake van een eigen geluid – een ietwat sobere aanpak waarbij een overdaad aan ornamenten wordt vermeden – al is het niet duidelijk wat precies de muzikale meerwaarde is. Op dit moment klinkt het vooral als een goede bijdrage aan een door Spotify gecureerde indiepopplaylist, zonder al te veel meer.