‘Take me apart’ van Kelela is een emotioneel diepgaande totaalervaring

door Tobias Cobbaert

De alternatieve r&b zit in de lift. Terwijl de wereld vol spanning wacht op FKA Twigs’ tweede album bereiken artiesten als SZA en ABRA een steeds groter wordend publiek. Ook in de Lage Landen zien we deze trend terug, met de in Nederland wonende Sevdaliza die dit jaar onder andere het podium op Dour Festival mocht betreden. Het is binnen deze stroming dat we ‘Take me apart’ situeren, het debuutalbum van Kelela Mizanekristos.

Deze plaat vormt een definiërend moment in het oeuvre van de zangeres, want ze moet zich onderscheiden van haar concullega’s. Hoewel haar ep ‘Hallucinogen’ uit 2015 zeker niet slecht was, deed het geluid heel erg denken aan FKA Twigs. Het feit dat Twigs-producer Arca ook aan die ep meewerkte zit daar zeker voor iets tussen. Met haar eerste langspeler bewijst Kelela echter dat ze meer in haar mars heeft dan wat haar voorgangers kopiëren. Op ‘Take me apart’ vindt ze een eigen stijl de gedefinieerd wordt door gelaagde producties en virtuoze zanglijnen.

De producers achter ‘Take me apart’ verdienen meerdere pluimen. Het album staat bol van de creatieve beats die hun geheimen niet meteen prijsgeven maar uiteindelijk een zeer rijke structuur tentoonstellen. Uitschieters zijn ‘Blue light’ en het titelnummer, die allebei zowel buitenaards als menselijk klinken. Toch is het vooral Kelela zelf die de nummers naar een hoger niveau tilt, hoe goed de instrumentals ook zijn. Ze bewijst dat ze een flexibele zangeres is die zowel ingetogen als uitbundig uit de hoek kan komen en uiteenlopende emoties op geloofwaardige wijze kan overbrengen.

Het is interessant om te zien hoe vorm en inhoud een boeiende synthese vormen in dit album. Kelela legt haar eigen liefdesleven bloot en bestudeert alle complexe gevoelens die ermee gepaard gaan. Concreet doet ze dit aan de hand van twee relaties die allebei op de klippen lopen. Haar ingewikkelde sentimenten bepalen de dynamiek van ‘Take me apart’ als totaalplaatje.

De veelheid aan verkende emoties wordt meteen duidelijk in de twee openingsnummers. ‘Frontline’ begint wanneer Kelela’s eerste relatie eindigt. In dit nummer klinkt ze zelfverzekerd en charismatisch, wat doorschemert in zowel de teksten als de manier waarop de zanglijnen klinken. Op ‘Waitin’ blijkt de zangeres echter niet zo stevig in haar schoenen te staan als ze zelf dacht wanneer ze haar ex opnieuw tegenkomt en terug aan het verleden begint te denken. Muzikaal vertaalt dat zich in warme bassen die een nostalgische sensualiteit oproepen. Deze eerste romance bereikt zijn climax in ‘Better’, waar het koppel weer bij elkaar is gekomen maar uiteindelijk niet meer hetzelfde voelt als voorheen. de beat in dit nummer is sober en de zangeres weet eigenhandig de melancholie op zeer oprechte wijze over te brengen.

‘LMK’ is een duidelijke lead single, en dat is geen slechte zaak. Het is een enorm catchy nummer dat toch aandacht schenkt aan een gelaagd geluid. Binnen het album luidt het het begin van de tweede relatie in. In het begin lijkt het allemaal niet zo serieus te zijn (“No one’s trying to settle down”), hoewel er al snel meer aan de hand blijkt te zijn. In ‘Truth or dare’ wordt de spanning beschreven wanneer de twee elkaar vaker zien en in hoogtepunt ‘Blue light’ beslist de zangers om er volledig voor te gaan. De nummers in dit deel van het verhaal klinken uitbundiger dan de melancholie die ervoor kwam en er jammer genoeg ook op volgt.

Ook in dit geval blijkt het namelijk geen forever and always te zijn. In ‘Onanon’ begint de romantiek af te brokkelen, maar er is nog hoop op herstel (“It’s not a breakup, it’s just a breakdown”). complexe gevoelens uiten zich in de tumultueuze beat en dynamische zanglijnen die ervoor zorgen dat dit nummer nog een uitschieter is. Het afsluitende drieluik laat echter vooral verdriet en ongeloof horen. Dit valt het meest op in ‘Turn to dust’, dat met z’n zwaarmoedige strijkers het droevigste moment op de plaat vormt. Het ultieme slotakkoord ‘Altedana’ durft al voorzichtig optimistisch te zijn (“There’s a place for everyone”), al klinkt het desondanks als een einde in mineur.

Als we een minpuntje moeten aangeven, dan is het dat de dynamische opbouw van het album tijdens de laatste drie songs wat ontbreekt. Conceptueel gezien is het natuurlijk toepasselijk om een sober eind aan de plaat te breien, al zorgt het er wel voor dat het naar het einde toe wat te lang aansleept. Een weelderiger nummer op het einde zou geholpen hebben om het album nog net dat beetje beter te maken, maar dit is voor de rest slechts een kleine opmerking over een voor de rest erg verzorgd album.

Met ‘Take me apart’ bewijst Kelela dat ze een waardige toevoeging kan brengen aan de moderne r&b. Met haar subtiele composities en dynamische stem brengt ze een debuut uit dat boeiende producties met emotionele diepgang combineert tot een hoogstaand album.

Wie zich afvraagt hoe Kelela het er live van af brengt, kan op 2 december terecht in de Trix (info & tickets).