The Guru Guru beklimt bergen op debuut ‘P C H E W’

door Hanne Craye

Stilaan begint het oosten van ons land nog om andere dingen bekend te staan dan Bokrijk en Pukkelpop: aan Limburg ontsproten namelijk al enkele bands die het gitaargeweld niet schuwen. Denk maar aan MANTIS en El Yunque, en het toonaangevende The Guru Guru. Het vijftal rond ultra-charismatische doch ietwat gestoorde frontman Tom Adriaenssens speelde al in talloze zalen en verzorgde het voorprogramma van klinkende namen als Steak Number Eight en Raketkanon. Bovendien zijn de jongens bff’s met het trio van Brutus – getuige de split die ze samen uitbrachten in 2015. Zo bouwden ze een geduchte livereputatie op, ondanks het gebrek aan een debuut. Daar komt nu dus verandering in: ‘P C H E W’ telt tien nummers, let the fun begin.

Ip opener ‘Making waves’ smijt zanger Adriaenssens meteen al zijn vocale capaciteiten tegen ons luisterorgaan door in vijf minuten tijd een heel resem verschillende stijlen aan de dag te leggen. Hij spreekt ons op verontwaardigde toon toe, maakt een bocht van 180 graden naar welluidender gezang. Wanneer hij ook nog eens zijn stembanden aan flarden begint te schreeuwen – zonder aan melodie in te boeten – kunnen we al bij het begin besluiten dat er op gebied van zang aan variatie geen gebrek zal zijn. Het kat-en-muisspel tussen de twee koortsachtige gitaarlijnen draagt enkel maar bij aan de klasse van ‘Making waves’ en doet het nummer sluiten als een bus.

De goeroes houden op de volgende drie nummers het niveau hoog, opnieuw heeft de chemie tussen vocals en scheurende gitaren daar een vinger in de pap. De vibe die van ‘Swimming pool’ afstraalt, verklaart dan weer waarom er enkele optredens met Hypochristmutreefuzz op het programma staan. Halverwege bereiken de jongens een ontegensprekelijk hoogtepunt met ‘Back door’ (A.K.A. ‘het lied waarin Adriaenssens graag de manager wil spreken’). De allesverslindende instrumentale climax brengt ten slotte een likje mathrockverf aan op de overwegend noisekleurige muur.

Het jammere aan een ontegensprekelijk hoogtepunt is dat er daarna slechts één richting mogelijk is, namelijk naar beneden. Het vreemde begin van ‘BB I can’ schiet alle kanten op en we begrijpen ook niet goed wat al die in het oor springende autotune daar doet – we hebben al voldoende benadrukt dat Adriaenssens perfect zonder kan. Gelukkig leidt een stevige, kordate gitaarlijn de aandacht af van de chaotische songstructuur en ook het wat onhandige ‘Sleepy’ wordt gelukkig net op tijd gered door een catchy refrein. Het daaropvolgende ‘Lissabon’ blijft echter in z’n geheel amper hangen. Net daarom komt het atypische ‘Singultus’ als geroepen: de sobere breekbaarheid vormt een welkome afwisseling. Afsluiten doet het monumentale, acht minuten durende ‘The sun is number one’. Een knipoog naar het legendarische Korsakov-nummer? Mogelijk, al weten we niet zeker of dit het ‘In the shade of the sun’ van 2017 zal worden.

We beklommen dus de veelbelovende berg ‘P C H E W’, werden overweldigd door een indrukwekkend uitzicht, maar zoals zo vaak het geval is bij bergbeklimmen beviel de afdaling ons een tikkeltje minder. Desalniettemin houdt The Guru Guru nog een joker achter de hand die onmogelijk uit te spelen valt op plaat, namelijk hun vurige livereputatie. Ga ze dus alsjeblieft ergens ten velde zien: hun tektonische botsingen deden immers al hele bergketens ontstaan.

Album verdeeld door Rumble Heap/Suburban.

The Guru Guru aan het werk zien kan op verschillende momenten.