The Hotelier breekt uit z’n hokje met het warme ‘Goodness’

door Mattias Goossens

De kans is groot dat je The Hotelier al hebt zien opduiken in allerlei blogposts die claimen dat emo aan een stille opmars bezig is. Hier valt dat zoals gewoonlijk allemaal best wel mee, maar in Amerika beginnen bands als The World Is A Beautiful Place And I’m No Longer Afraid To Die en Into It. Over It een aanzienlijke aanhang te krijgen. Voor wie bij het lezen van het woord emo teruggrijpt naar in mascara gedrenkte herinneringen van My Chemical Romance hebben we goed nieuws: de jongste generatie bands laat het goedkope drama links liggen, en mikt door middel van oprechtheid op je zieltje. Zelf lopen we erg warm voor Pinegrove en Modern Baseball, en deze The Hotelier konden we vorig maand eveneens smaken. Al deze bands lijken eerder uit de altrock van de late jaren 90 te putten dan zich te baseren op hardcore, waar het genre aanvankelijk z’n oorsprong kende. En eigenlijk past de sticker ’emo’ zelfs niet echt bij deze nieuwste van The Hotelier: ‘t is gewoon een goeie rockplaat, punt.

Dat de band een verleden heeft binnen de emo-scene blijft wel doorschemeren op ‘Goodness’. De thematiek gaat van depressie naar omgaan met dementie, en we krijgen als interludes vermomde slaap- en kampvuurliedjes met titels die verwijzen naar afgelegen plaatsen in Massachuttes, waar ze ook werden opgenomen. Authenticiteit is naast de eerder genoemde oprechtheid een van de pilaren waarop dit album werd gebouwd. Doordat de pathos goed gedoseerd wordt, gaat The Hotelier nooit melodramatisch of melig klinken. ‘Goodness’ blijft over de hele lijn de lat hoog leggen, al is het een behoorlijk stevige brok om te verwerken: voor minder dan 100% van je aandacht legt Christian Holden z’n ziel niet bloot. Houden je nog bij de pinken: de drumroffels van Sam Frederick, die een wel erg nadrukkelijke plaats in de mix krijgen. Op het einde van ‘Goodness pt. 2’ laat hij voor het eerst een aantal losse slagen los, iets wat hij later nog enkele keren doet en wat vooral storend werkt. Zelfs na een aantal luisterbeurten doorbreken ze het verloop van de plaat hoewel je weet dat ze eraan zitten te komen. Daarnaast is er ook nog het gemorrel in ‘Settle the scar’ en ‘You in this light’, wat de intense luisterervaring alleen maar bemoeilijkt. Waarschijnlijk zit er een heuse redenering achter, maar die weegt hoogstwaarschijnlijk niet op tegen onze ergernis tijdens het luisteren. Dompertje op de feestvreugde.

Over de cover valt overigens ook wat te zeggen. Wanneer je dit album via streamingdiensten of iTunes beluistert mag je gerust je wenkbrauwen fronsen bij de pixelart die je bij de hoesafbeelding te zien krijgt. De band zelf had, in het verlengde van hun pijlers, het idee om een aantal mannen en vrouwen op leeftijd in hun blootje samen te zetten. Blijkbaar iets te choquerend voor de de nog steeds puriteinse Amerikaanse media, en dus kreeg ‘Goodness’ een onherkenbaar gemaakte albumcover als alternatief. Als we in een door Instagramperfectie geobsedeerd 2016 nog steeds geen doodgewone naakte mensen op albumcovers kunnen zetten, kan je jezelf vragen beginnen stellen bij ons realiteitsbesef. Wederom een dompertje op de feestvreugde. Gelukkig zijn er nog het groots aandoende ‘Soft animal’ of het verstillende ‘Opening mail for my grandmother’ om die wrange nasmaak weg te spoelen. The Hotelier laat het licht binnen op dit warme ‘Goodness’ en laat zich niet langer in hokjes vangen – daarvoor verdienen ze al onze lof.

Album verdeeld door Tiny Engines