The Killers klinken ongeïnspireerd op ‘Wonderful wonderful’

door Michelle Geerardyn

Vijftien jaar geleden startte ene Brandon Flowers een van de meest succesvolle groepen van begin deze eeuw. Al snel zou de band geheel terecht overladen worden met (nominaties voor) awards en plekjes in de hoogste regionen van wereldwijde hitlijsten. Wat zouden we graag de goddelijke stem van Flowers opnieuw de hemel in prijzen, maar daar steekt ‘Wonderful wonderful’ een stokje voor.

‘Wonderful wonderful’ klinkt alsof er geen creatieve uitbarsting aan vooraf gegaan is. Da’s enigszins ironisch, want de band twijfelt in een veelbesproken interview met Noisey zelf aan de relevantie van rockplaten in 2017. Flowers gaf zelf aan dat hij na voorganger ‘Battle born’ met writers block kampte. Daarom ging de groep te rade bij producer Jacknife Lee (U2, Weezer, Snow Patrol). Hij kon de band gerust stellen, en er werd gretig geluisterd naar andere genres voor inspiratie (van hiphop tot “weird island synth records“). Helaas klinkt ‘Wonderful wonderful’ alsof  The Killers hun zorgen nooit helemaal van zich hebben kunnen afschudden. Bovendien voegden Dave Keuning (gitaar) en Mark Stoermer (bas) daad bij de woorden van ‘Run for cover’ want na hun bijdrage in de studio besloten ze om niet mee te touren.

Brandon Flowers klinkt nochtans persoonlijker dan ooit. Jammer genoeg wordt die openheid verpakt met materiaal dat vooral dient voor het vullen van kille uitverkochte bunkers. Schipperend tussen onverbloemde arrogantie (‘The man’) en sluipende onzekerheid (‘Have all the songs been written?’) weet Brandon telkens wel nieuwsgierigheid op te wekken. Tegelijkertijd slaagt hij er zelden in om het een nummer lang aan te houden. Zo begint ‘Run for cover’ veelbelovend, maar glijdt het snel uit over geforceerde en hersenloze overdaad. De boeiende openheid en Flowers’ strakke stembanden kunnen de bedenkelijke uitvoering niet volledig compenseren. Het lijkt erop dat Jenny, Andy en uncle Jonny die debuut ‘Hot fuss’ bevolkten meer intrigeerden dan de muzes van deze ‘Wonderful wonderful’. Kunnen wel bekoren: het fijnzinnige ‘Tyson vs. Douglas’ en ‘Out of my mind’. Met In ‘Some kind of love’ probeert Flowers zelfs succesvol wat nieuwe dingen uit met zijn stem.

Waar we vooral moeite mee hebben, is de overheersende grijsheid van deze plaat. Veel meer dan een schouderophaling weken deze nummers niet los. Waarom wil je als band met een status als die van The Killers een plaat uitbrengen in een creatief laagseizoen? Is de geldingsdrang dan zo groot? Is het uit koppigheid? Of is het album onder dwang gemaakt en werden ze onder schot gehouden door platenbazen tot het af was? (in dat geval hadden we het zelf niet beter gekund jongens, goed gedaan)

‘Sam’s town’ werd destijds toepasselijk afgesloten met “we hope you enjoyed your stay” en daarop was het antwoord affirmatief. We haatten ons auditief verblijf in ‘Wonderful wonderful’ niet, maar ook hier bevat het laatste nummer ‘Have all the songs been written?’ een passende stelling om even over te filosoferen. We hopen dat The Killers zich in het vervolg enkel nog op een album storten wanneer de ideeën uit elke porie van hun lichaam stromen.

Op 6 maart stellen The Killers hun nieuwe album voor in het Sportpaleis (tickets en info).