Throwing Snow hypnotiseert met het cyclische ‘Embers’

door Anton Creemers

Na het vrij lauw ontvangen ‘Mosaic’ uit 2014, is Throwing Snow terug met ‘Embers’. Ross Tones, de producer achter het alias, trok zich voor de opnames terug in de glooiende heuvels van de Engelse Midlands om zich te laten inspireren door de natuur. Het resultaat is een ambitieuze, organische dj-mix.

Een dj-mix, hoor ik je denken? Ja hoor, het album is een prachtig, golvende geheel waar elk nummer op het andere naadloos aansluit. Zet dus zeker shuffle af als je ‘Embers’ in zijn volledigheid wil appreciëren.

Die continuïteit is meer dan louter een gimmick. Er zit een cyclisch thema in de plaat dat op meerdere manieren terug te vinden is. Om te beginnen is de titel ‘Embers’ al een weggever: gloeiende sintels zijn zowel een eindpunt als een beginpunt voor het haardvuur van een Engelse cottage, en ze zijn te horen in het openingsnummer ‘Cantor’s dust part 1’ en afsluiter ‘Tesseract’. Een teken dat het album opnieuw kan beginnen. Daarnaast is er de hoes, met de cirkel als universeel symbool voor wederkerigheid. De muziek is eveneens wederkerend; nummers zwellen langzaam aan tot ze zich met een bulderend kabaal neerstorten en de stilte weer langzaam terugkeert. Vervolgens begint de cyclus opnieuw en beginnen de bassen weer te grommen.

Het sterke trio ‘Allegory’, ‘Ruins’ en ‘Gossamer thread’ is opgebouwd volgens zo’n patroon. Slepende, ruisende synths nemen langzaam het geluid van dreigende onweer over. Daarna vormen dubstep-ritmes à la Mala en een oriëntaalse melodie samen een donkere wolkbreuk. Op afsluiter ‘Gossamer thread’ is het onweer voorbij maar blijven de ritmes nog steeds hypnotisch regenen totdat enkel lome bassen overblijven. Ook op ‘Glisette’, ‘Recursion’ en ‘Pattern forming’ is er eenzelfde cyclus. Een trage aanzet die deze keer culmineert in stormachtige technobeats.  

Throwing Snow heeft overigens goed naar zijn landelijke omgeving geluisterd. Dat uit zich in het gebruik van enkele samples. Zo hoor je op het einde van ‘Helical’ het gedonder en het opgewekt gefluit van enkele lokale zangvogels. Dat contrasteert perfect met de UK-garage drumpatronen en mechanische arpeggio’s.

Op het warme duo ‘Prism part 1’ en ‘Prism part 2’ etaleert hij zijn talent als producer. Opwekkende stabs begeleid door een swingend discoritme gaan traag over in slepende, steeds vervormende synths die een soort van nostalgie à la Gold Panda opwekken. Het is een welkom tegenwicht tegen de rest van een soms grimmige album.

Throwing Snow heeft op ‘Embers’ een combinatie gevormd die werkt. Het cyclische aspect werkt zo hypnotiserend dat het 60 minuten durende album voorbij vliegt. Misschien moeten meer producers op retraite gaan voor hun volgend album.