Tiny Ruins doet snakken naar zomers weer met ‘Olympic girls’

door Simon Hendrickx

Tiny Ruins vliegt al sinds 2010 wat onder de radar met haar muziek. Met dit nieuwste album eist de band met een kenmerkende stijl een plek op in het muzieklandschap. De bandnaam, waar singer-songwriter Hollie Fullbrook achter schuilgaat, brengt met ‘Olympic girls’ een achteloos sfeertje doorstreept met doordachte teksten. Denk: een zwoele zomeravond, liggend in lang gras, dat ritselt onder een briesje. Dat gevoel is hoe haar vijfde album het beste omschreven kan worden.

Niet de instrumentatie, de dromerige stem van Fullbrook of de teksten stelen de show op deze langspeler. Het is de samenkomst van al deze verschillende aspecten die de sfeer creëert die continu aanwezig is gedurende de 44 minuten. Waar vele singer-songwriters zich willen vastklampen aan een consistent patroon van teksten of een vaste set instrumenten om zo coherentie te creëren, slaat Fullbrook een ander steegje in. Ze componeerde iets zeer subjectief, persoonlijk en complex, namelijk een gevoel, dat ze meer wel dan niet oprecht weet over te brengen. Waarvoor complimenten op hun plaats zijn.

De reden voor de vele homeruns tijdens die drie kwartier, is de zangeres die zichzelf niet al te serieus neemt. Een probleem dat vaak voorkomt bij singer-songwriters, is dat ze zich verliezen in de drang “slimme” en “mooie” teksten te willen schrijven. Dat werkt eerder als blokkade dan een inspirerende voedingsbodem, met bijgevolg al te vaak een een resultaat dat te doordacht, te vaak herkauwd, te gepolijst aanvoelt. Fullbrook daarentegen lijkt de lyrics vlotjes uit haar mouw te schudden, waardoor ze aandoenlijk en echt zijn. In ‘Holograms’, een van de hoogvliegers op het album, zingt ze “I saw the grim reaper/And I gave him the slip/Saved by the Darth Vader novelty helmet”. Deze eenvoudige verwijzing naar Star Wars verleent een speels karakter aan het nummer. Het is een beetje tongue in cheek, maar nooit arrogant.

Het speelse woordenspel vormt een rode draad doorheen de gehele plaat. Toch is er hier en daar een klein wankelmomentje. Niettemin blijft ‘Olympic girls’ op die momenten een puik werk dat boven zijn soortgenoten uitsteekt. Zo komt de tekst op ‘Bounty’ wat stuntelig over, maar de instrumentatie is dan weer innovatief, elektrische gitaren en een bombastische intro die voor een futuristisch kantje zorgen binnen het genre. Hoe elektronisch Bounty klinkt, zo authentiek singer-songwriter klinkt ‘How much’ waar Hollbrook haar guitige schrijfkunsten weer tentoonspreidt. “Breaking down in the supermarket/Something for my toothache, Is it getting dark yet?/My thoughts are dwelling on the snarks/You’ve just got to laugh at it”. De Nieuw-Zeelandse weet zo binnen de verscheidene nummers een balans te houden. De ene keer legt ze wat meer focus op de tekst, de andere keer leunt ze wat meer op instrumentatie. Dat zorgt dat het album niet in elkaar stuikt.

‘Olympic girls’ is een vreemde eend in de bijt binnen het singer-songwriter-genre. En dat is allesbehalve negatief. Het is deze afwijking die zorgt voor een genietbare luisterervaring die verrast. Hollbrook weet hoe ze het genre kan bespelen en voelt zich daar comfortabel in. Ze kleurt tegen de randjes aan, zonder ze te overschrijden.

Tiny Ruins speelt zaterdag 23 maart in Trix (info & tickets).