Tycho gaat geslaagd voor het grote gebaar op het Grammy-genomineerde ‘Epoch’

door Joris Blondeel

Meer dan een eeuw geleden probeerden de pointillisten het veranderende licht en bijhorende kleuren te vangen op een canvas. Minutieus en met behulp van ettelijke kleine stipjes en streepjes maakten onder andere Seurat en Signac delicate, verfijnde schilderijen waar de kleuren van afspatten. Scott Hansen ofte Tycho doet inmiddels al meer dan tien jaar eigenlijk net hetzelfde. Hij creëert zijn uiterst gedetailleerde meesterwerkjes echter met instrumenten, akkoorden en muzieknoten. Noem de tracks van Tycho dan alstublieft ook geen songs, het zijn eerder dromerige miniatuurtjes, vol kleurrijke nuances en schakeringen.

Zijn nieuwste werk ‘Epoch’ is het sluitstuk van de trilogie die werd ingezet met ‘Dive’ (2011) en ‘Awake’ (2014). Op dit album is de producer directer, zelfbewuster en ambitieuzer, terwijl hij er (met uitzondering van ‘Receiver’ en ‘Field’) een hoger tempo op nahoudt. De intimistische leerling-tovenaar maakt duidelijk niet langer aquarellen of speelse schetsen. Hansen is inmiddels een volleerde grootmeester die de knepen van zijn zweverige vak door en door beheerst. Op ‘Epoch’ worden bijgevolg alle registers opengetrokken met een hoorbare gretigheid.

In vergelijking met de vorige releases zijn de kenmerkende delay-gitaren (denk Chameleons en DIIV, of zelfs ‘Edge’ van U2 in een arty bui) iets minder prominent aanwezig en wordt er meer plaats gereserveerd voor synths en allerhande elektronische snufjes. Zo krijgen sequences onder meerop ‘Glider’ een prominente plaats, terwijl ‘Receiver’ en ‘Continuum’  dan weer gedrenkt zijn in een loom Boards of Canada-sausje. Nog opvallend is de aanwezigheid van heel wat postrock-elementen. Dan denken we spontaan aan uitwaaierende stofzuiger-gitaren, maar ook aan het gedoseerd op- en afbouwen van spanning. ‘Slack’, maar ook ‘Division’ zijn duidelijk schatplichtig aan Mogwai en consorten.

En dan is er nog een laatste typisch ingrediënt van Tycho’s kleurenpalet: shoegaze. De heerlijk weidse en ijle gitaren van pakweg Slowdive zijn op ‘Epoch’ nooit ver weg, en bij het beluisteren van epiloog ‘Field’ dachten we spontaan aan ‘Victorialand’, een van de etherische meesterwerkjes van oer-shoegazers Cocteau Twins.

Al die uiteenlopende invloeden versmelten in een geslaagd slotstuk van de trilogie. Die Grammy-nominatie is wat ons betreft dus volledig terecht.

Tycho speelt 25 februari in een uitverkochte Botanique.