Vol van Vile: uitgebreid escapisme op ‘Bottle it in’

door Zeno Van Moerkerke

Kurt Vile is niet de man van korte statements. De slenterende god van gitaarmijmeringen maakte geen album onder het uur sinds grote doorbraak ‘Wakin on a pretty daze‘ (maar vergeet de fantastische voorganger ‘Smoke ring for my halo’ zeker niet). Die plaat blijkt vijf jaar later gracieus oud geworden: de bijna titeltrack, het ongemeen catchy ‘Shame chamber’ of het motorieke ‘All talk’, ze klinken allemaal als oude, zachte vrienden waarvan je je afvraagt waarom het contact vervaagd is. De kwaliteit van een nieuwe Kurt Vile inschatten is dan ook een huzarenstuk. Uitgesponnen saaiheid is de hoeksteen van nagenoeg elk nummer, omdat net die langdradigheid comfortabel begint te voelen na verloop van tijd. Als een bejaarde zetel die altijd beter zit dan z’n splinternieuwe tegenkandidaat.

Na meer dan tien jaar aan solomateriaal lijkt Kurt Vile zijn sterktes en zwaktes beter te kennen dan een of andere zelfverklaarde muziekcriticus. ‘Bottle it in’ begint dan ook ijzersterk. De deur bonkt open met het vooropgestuurde ‘Loading zones’, een uitgelopen stoeverij over wildparkeren waarbij Kurt Vile wijdbeens tokkelt met die stoere, ietwat vieze grijns van hem. ‘Hysteria’ zet dat zelfvertrouwen meteen aan de kant, met vervreemde teksten over Viles laatste hallucinaties en vooral een pracht van een akkoordenwissel. ‘Yeah bones’ legt het tokkelen even opzij voor de obligatoire rechtvooruitrocker, meteen gevolgd door ‘Bassackwards’, het eerste nummer dat boven de tien minuten inklokt. Voor wie nog niet afgeschrokken is: ‘Bassackwards’ verdient die tijd, ook al zijn er amper vier akkoorden. Luister naar Kurt Viles mijmeringen, die de grens tussen abstract en exact aftasten, herkenbaar én bovennatuurlijk klinken. Poëtisch uitwijden in de alledaagsheid, het is een bezigheid als een ander in de herfst.

Kurt Vile verdwaalt meermaals in z’n eigen songs, zoals op ‘Check baby’, of de bloedmooie titeltrack. Hij lijkt in een doolhof elk blaadje van de buxus te bezingen, en op het einde van de dag bleek de uitgang vijf stappen voorwaarts te zijn. Net die traagheid houdt alles in beweging – Newton zou trots zijn – en geeft ons de tijd om onze gedachten de vrije loop te laten. Verveling is een zeldzaam goed deze dagen, en het helpt dat onze gsm niet Spotify én Chrome kan draaien tegelijk (wij wensen Motorola te bedanken). Op hoogtepunt ‘Mutinies’ is het exact dat wat vuile Kurt bezingt: ‘Small computer in my hand explodin’ / I think things were way easier with a regular telephone-ment’. Ondertussen verspringen de maatsoorten klein maar fijn en wij sluiten de ogen om te baden in warme melancholie.

Wat ons betreft missen we nog de variatie die ‘Wakin on a pretty daze’ aanbood, en net zoals die lange trip eindigt ook ‘Bottle it in’ net iets té ongemeen saai. ‘Skinny mini’ sleept zich tien minuten vooruit op twee akkoorden, zoals ‘Goldtone’ dat ook deed. Te weinig mooie akkoordenwissels, te veel geneuzel. Voor ons tenminste. We hadden een lijst flauwe mopjes gemaakt (Hoe ontsnap je het traagst een gevangenis? Met Kurt Nagelvijl), maar we gooiden ze allemaal overboord om de schoonheid van ‘Bottle it in’ geen oneer aan te doen. Of zoals zijn Duitse naamgenoot het zou zeggen, vilen Dank!

Kurt Vile speelt 30 oktober in een uitverkochte AB.