Weerzien met het afscheid op ‘American dream’ van LCD Soundsystem

door Sigi Willems

Afscheid nemen bestaat niet. Dat probeerde Marco Borsato ons al duidelijk te maken in 2004. Voor wie nog twijfelde aan Marco’s gelijk, zette James Murphy even de puntjes op de i met ‘American dream’, de comeback-plaat van dancepunk-grootheid LCD Soundsystem. Het thema ‘afscheid’ lijkt dan ook op verschillende manieren de rode draad te zijn doorheen LCD’s nieuwste worp, met zowel referenties naar eigen werk uit het verleden, als naar enkele van James’ persoonlijke muzikale helden. Resultaat? Een nieuw hoogstandje dat verder bouwt op alles waar James Murphy en LCD Soundsystem al van voor de wijds uitgespreide break voor stonden: muziek als deel van het zelf, een flinke portie artistiek bewustzijn en dansbare melancholie.

Afscheid, deel een: ‘Oh baby’, ofte een kijk op een bitter hoofdstuk uit het liefdesleven van de onverbloemde romanticus James Murphy, in dezelfde periode als toen de band er in schoonheid een punt achter wilde zetten. Meteen drijft daar weer die voor LCD typerende tristesse boven in de al even typerende vorm van sprankelende en bolle synth-sounds en Murphy’s rake teksten: we horen een soort ingetogen combinatie tussen voormalige hits ‘Someone great’ en ‘Dance yrself clean’. Geen haar op ons hoofd dat er nu nog aan durft te denken dat die befaamde comeback-plaat wel eens een tegenvaller zou kunnen zijn.

Recepten voor de briljante LCD-songs bevatten doorgaans telkens dezelfde ingrediënten: een krachtige, emotioneel geladen synth-progressie als basis met daarover drumcomputers, meer synths en percussie, repetitieve baslijntjes, hier en daar een scheurende gitaar en de intieme, literaire teksten van maestro James. Op die manier slaagt de band er keer op keer in om de luisteraar meteen mee te zuigen in de opgeroepen vibes, en die zuigkracht neemt alleen maar toe per luisterbeurt. Zo ook met het hitsige ‘Other voices’, met z’n dansbare baslijnen, rinkelende koebellen en Nancy Whang’s intimiderende spoken word-vocals. We zien ons nu al uit ons dak gaan op de Soulwax-remix van dit nummer op de volgende editie van Pukkelpop.

Het drieluik ‘I used to’, ‘Change yr mind’ en ‘How do you sleep?’ moet het hebben van z’n langgerekte, donkere spanningsopbouw met bijhorende snerpende strijkers en diep tromgeroffel tijdens de derde uit het rijtje: het ‘afscheid’ heeft hier betrekking op het einde van een lange vriendschap met Tim Goldsworthy, James’ voormalige partner in crime in de productie bij hun label DFA Records.

De spanningsopbouw ontaardt in ‘Tonite’, een instant LCD-klassieker en misschien wel dé dansplaat bij uitstek op ‘American dream’. We horen opzwepende synths op z’n ‘Tribulations’ en tekstueel schurkt het nummer met z’n expliciete kritiek op de hedendaagse muziekindustrie en op zichzelf aan tegen ‘Losing my edge’, de song die James Murphy meer dan een decennium terug in een keer tot indie-icoon bombardeerde. “And luck is always better than skill at things / We’re flying blind / Oh good gracious, I sound like my mom”: James toont zich wederom de over-analyserende, zelfkritische, artistiek bewuste muziek-snob die de wereld leerde kennen in 2005. Als geen ander weet Murphy zijn gevoelens te verwoorden en over te brengen op de luisteraar, zonder dat het er ooit té dik op komt te liggen: hij gaat te werk met raadselachtige metaforen en andere poëtische constructies. Poëtische constructies die makkelijk mee te brullen vallen op festivalweides, welteverstaan.

Afscheid, deel Bowie: James Murphy heeft er nooit een geheim van gemaakt dat David Bowie een van z’n allergrootste muziekgoeroes was: zijn dood heeft dan ook geen klein spoor nagelaten op ‘American dream’. De titel van ‘Black screen’ is een iets minder subtiele verwijzing naar David’s zwanenzang ‘Blackstar’, waarop Murphy een kleine rol vertolkte op het vlak van productie. In een van de donkerste LCD-songs uit de geschiedenis lijkt James te proberen om zijn werkervaringen met z’n idool definitief een plaats te geven. Op het fantastische ‘Call the police’ weerklinkt Bowie’s invloed dan weer meer op het vlak van songstructuur en sfeer. “We all know this is nothing”? We all know this is the shit, zul je bedoelen, James.

Teksten die ons raken tot het diepste van ons binnenste, gecombineerd met de typische LCD-sound die nog even fris klinkt als in de beginjaren, maken van ‘American dream’ plaat numero vier op hun teller die onder het overdadig gebruikte noemer ‘meesterwerk’ te klasseren valt. Zo bewijst de band dat je het nier per se over een andere boeg moet gooien enkel en alleen om het over een andere boeg te gooien. Het schip met de naam LCD Soundsystem vaart al sinds z’n vertrek de perfecte koers en heerst onder leiding van kapitein Murphy en z’n talentvolle crew matrozen over de zeven dancepunk-zeeën, ook nog steeds na de sneller dan verwachte comeback. Wie had dit durven denken toen LCD Soundsystem op 2 april 2011 in Madison Square Garden haar zogenaamde ‘afscheidsconcert’ gaf? Een man: Marco Borsato.