Wegdromen bij de onconventionele keuzes van Flo Morrisey en Matthew E. White op ‘Gentlewoman, ruby man’

door Bert Puype

De studio inkruipen en optreden met klassiekers van anderen; het is geen unicum in het folkwereldje. Bob Dylan was een van de weinigen die in de jaren 60 op het Newport Folk Festival stond met zelfgeschreven nummers. Desondanks neemt de Nobelprijswinnaar graag eens een duik in het verleden, bijvoorbeeld met de aparte kerstplaat ‘Christmas in the heart’.

Flo Morrissey dezelfde klasse toedichten als Bob Dylan is misschien wat voorbarig. De Britse folkzangeres bewees in 2015 met haar debuutplaat ‘Tomorrow will be beautiful’ wel te beschikken over een royale portie schrijf- en zangtalent. Voor het album ‘Gentlewoman, ruby man’, kroop ze samen met de Amerikaanse singer-songwriter en producer Matthew E. White de studio in. Op dit album schotelen ze ons een alternatieve visie van de covertraditie voor. Dat doen ze met een repertoire van moderne (en minder moderne) klassiekers van buiten het folkgenre: van Justin Bieber tot The Velvet Underground en van Frank Ocean tot Grease. Dergelijke coverplaat met een breed scala aan titels is dan wel een gewaagde zet; albums met zo’n insteek kennen veelal weinig succes.

Ondanks de verscheidenheid van de gekozen titels zit er wel consistentie in het geluid, en dat gaat veel breder dan enkel folk. Iemand die de originele nummers niet kent, zou nooit doorhebben dat het ene lied oorspronkelijk werd geschreven door rockgoden Lou Reed en John Cale en het andere door een tieneridool als Justin Bieber. Zo zetten ze ‘Looking for you’ van Bieber om in een van de sterkste nummers van de plaat, al is er in deze herwerking -los van de tekst- weinig van het originele lied overgebleven. Andere nummers als ‘Suzanne’ van de recent overleden Leonard Cohen of ‘Sunday morning’ van The Velvet Underground zijn stukken herkenbaarder. In dit laatste nummer bewijst Morrissey hoe ze met gemak Nico had kunnen vervangen voor de originele opnames.

Het is de stem van Morrissey die deze plaat zo sterk maakt. Het talent van haar duetpartner Matthew E. White drukt overduidelijk een stempel, met jazzinvloeden in verschillende nummers en knap geproducete klanken. Het is echter Morrissey die ons van wolkje naar wolkje doet zweven met haar stembanden. Het ene moment doet ze denken aan Lana Del Rey, dan weer Erykah Badu of de door David Lynch geliefde Julee Cruise. Op geen enkel moment klinkt de zang geforceerd of onnatuurlijk. Zelfs in afsluiter ‘Govindam’, waarin een Hindoeïstische hymne naar voren wordt gebracht, blijven haar stem en het geluid van deze plaat helemaal overeind.  Het is wegdromen van begin tot eind en hoewel de keuze van de nummers nogal onconventioneel lijkt, doen Flo Morrissey en Matthew E. White met hun interpretaties de originele uitvoeringen meer dan eer aan. Het is de originele, ogenschijnlijk lichtvoetige aanpak die het hem doet. De nummers zitten boordevol leuke details zonder storend te werken of de aandacht af te leiden van de essentie van de muziek. Deze samenwerking van een talentvol duo met als resultaat een formidabele plaat, maakt dat 2017 alvast een vliegende start neemt.

Bekijk hieronder een minidocumentaire over de plaat: