20 geniale albums die onderbelicht bleven in 2016

door Frederik Jacobs

Het is eindelijk weer lijstjestijd! Hopelijk hebben jullie er even hard naar uitgekeken als wij (en hoofdredacteur Thomas in het bijzonder). Ook dit jaar heeft het ons bloed, zweet en tranen gekost om ontembare stukken muziek in afgebakende lijstjes te krijgen. Vanaf vandaag staan de beste albums en nummers van 2016 in maatpak voor jullie klaar, bedeesd hun beurt afwachtend. Het zijn de meest bescheiden albums die de spits mogen afbijten. Ondanks hun klasse zijn ze niet veel schijnwerpers gewend, iets waar we met dit lijstje verandering in willen brengen. Het zou namelijk zonde zijn moesten jullie niet kennismaken met deze ruwe parels, die door hun ontoegankelijk genre, slechte publiciteit of onbekend platenlabel nooit het publiek bereikt hebben dat ze verdienen. Wij presenteren: twintig veel te onderbelichte albums uit 2016.

18+

18+ – Collect

Zoals de naam al wel doet vermoeden schuwt 18+ de seksuele connotaties niet. Dat hoor je in de simpele en repetitieve lyrics, maar is vooral merkbaar in de sensuele sfeerschepping. Het duo experimenteert op ‘Collect’ met futuristische klanken waarbij de hazy elektronische beats in het rond dwarrelen. Voeg daar nog eens een zwoele stem aan toe en je krijgt een bedwelmend geheel. 18+ brengt onconventionele muziek, zonder al te veel tierlantijntjes. Die eenvoud zorgt voor een bijzonder frisse sound, een aangename verademing in een steeds complexere (muziek)wereld. – Geerhard Verbeelen

Ash Koosha I AKA I

Ash Koosha – I AKA I

Twee absolute wereldplaten afleveren op twee jaar, het is weinigen gegeven. Ash Koosha slaagde erin met respectievelijk zijn debuut ‘Guud’ en het recente ‘I AKA I’. Ash kwam de laatste maanden veelvuldig in stukken over VR (virtual reality) voor, hij is namelijk een van de pioniers die de technologie integreert in zijn liveshows. Als bevestiging van zijn doel om luisteraars iets nieuws aan te brengen valt het werk van de Iraniër buiten het bestaande referentiekader. Zijn abstracte, constant evoluerende songs barsten van de vitaliteit en roepen een niet aflatende stroom aan metaforen op. ‘I AKA I’ is een album dat scherp, snel en daadkrachtig klinkt maar evengoed een constante tristesse bevat doorheen het technologische geweld. De Ninja Tune-artiest brengt zijn verleden als onderdrukte muzikant in Iran, zijn drang naar avant-garde en zijn geavanceerde nieuwsgierigheid in technologie samen in een magische collectie songs die live met visuals nog een extra indrukwekkend wordt. – Anthony Brynaert

black_marble_-_it_s_immaterial_1024x1024

Black Marble – It’s immaterial

Weinig bandnamen komen qua gevoelswaarde zo goed overeen met hun bijhorende sound als Black Marble. Duistere schoonheid speelt op tweede langspeler ‘It’s Immaterial’ spelletjes met je gemoed. Neerslachtige postpunkgitaren en synthesizers bezorgen je rillingen over het lichaam, maar in de duisternis vallen ook hoopgevende lichtpuntjes te ontwaren. De duisternis en hoop staan niet in contrast met elkaar, ze coëxisteren vredevol. Meer nog: ze versterken elkaar. Hoe meer je de hoop koestert, hoe dieper de duisternis aanvoelt. Hoe extremer je de duisternis ervaart, hoe warmer de hoopvolle gloed die doorheen je lichaam stroomt. Bijgevolg klinkt ‘It’s immaterial’ elke luisterbeurt weer een beetje anders, maar immer intens. – Frederik Jacobs

brihang-zolangmogelijk

Brihang – Zolangmogelijk

‘Zolangmogelijk’ wrikt, wroet, wikt en weegt. Met een ironische kwinkslag gooit Brihang alle hiphopclichés overboord – geen overdaad aan blingbling en bitches hier, wel pure en poëtische bewoordingen. Kwetsbaar en open balanceert hij over fragiele beats, dat maakt deze plaat zo eigenzinnig en uniek. Boudy Verleye doet het dan ook nog eens allemaal in de eigen landstaal, zij het wel met een West-Vlaams accent. Luister ‘Zolangmogelijk’ zoveelmogelijk, ‘t is een van de interessantste Belgische debuten van het jaar. – Geerhard Verbeelen

colin-stetson

Colin Stetson – Presents sorrow – A reimagining of Gorecki’s 3rd symphony

Voedingsrijke potgrond, daar draait het om in het leven. De juiste korrels en supplementen die de aarde dat tikkeltje vruchtbaarder maken zodat de perfecte context voor groei gecreëerd wordt. Ziehier de reden en de voorwaarde om Colin Stetson ‘Presents sorrow – a reimagining of Gorecki’s 3rd symphony’ naar waarde te kunnen schatten. Geen gemakkelijksheidsoefening maar een symfonie die enkel gedijt op het juiste tijdstip in de gepaste omgeving. Voor mij was een rit in een gordelloze minibus, afdalend op een smal bergpad met als uitzicht de bodem van de Peruviaanse jungle het scenario van mijn eerste luisterbeurt. Een samenspel van excessieve natuurpracht en nakende val in diepe afgrond. Toeval? De Amerikaanse multi-instrumentalist begeestert met een stormachtige compositie die gedachten doet dansen op een uiterst wankel platform. – Jonas van Laere

crying-beyond

Crying – Beyond the fleeting gales

Het label Run For Cover heeft een boerenjaar achter de rug en zal daar morgen ook voor bekroond worden in onze albumlijst. Vandaag houden we ‘t in ons overzicht van overlooked albums bij ‘Beyond the fleeting gales’, het meest recente album van Crying. Indierock deed het dit jaar schijnbaar het best wanneer zoveel mogelijk prikkels in zo kort mogelijke tijd gepropt werden  – het New Yorkse trio geeft daarvan het ultieme bewijs met een combinatie van klassieke hardrock, diy indie en electronica. De ene keer klinkt het drietal overweldigend bombastisch, de andere keer voelt de sound eerder schattig en op z’n best is de band wanneer ze die twee combineert in de heerlijk zoete riffs en denderende, fonkelende groove van ‘Wool in the wash’ of de glitterstorm in het larger than life-anthem ‘Revive’. Stelde 2015 ons voor aan happysad als muziekgenre slash -emotie, dan mag 2016 ons wel “schattig-stoer” achterlaten dankzij ‘Beyond the fleeting gales’. – Thomas Konings

dvsn

dvsn – SEPT 5TH

Begin dit jaar verscheen er een meesterwerkje uit Drake’s platenfabriekje OVO Sound: ‘SEPT 5TH’ van dvsn, een opvallend intieme release van het label. Tussen alle stoere macho’s en gladde refreinen valt de schuchtere r&b-act uit de boot met z’n satijnen klasse, al is dat ook meteen wat het album zo goed maakt. Hoewel de opzwepende rockinvloed van Miguel, expliciete donkere vibes van The Weeknd en hier en daar een vleugje Frank Ocean dit debuut sieren, hebben Daniel Daley en Nineteen85 zich een unieke sound aangemeten die het vaak gevulgariseerde genre warm en tijdloos doet klinken. Hedendaagse producties ondersteunen de elegantste stem van het jaar terwijl ze gevoelige toppen scheert van het soulvolle ‘Too deep’, over het smachtende ‘In + out’ tot het hartverwarmende hoogtepunt ‘Angela’. Kers op de taart zijn ‘With me’ en ‘The line’, waarop Daley bewijst dat hij momenteel de enige is die met eindeloos croonen zo diepgaand harten kan verpulveren. – Thomas Konings

elvis-depressedly

Elvis Depressedly – Holo pleasures / California dreamin’

Hoelang duren twee aan mekaar geplakte ep’s bij Elvis Depressedly? Vierentwintig minuten, gemiddeld twee minuten per song. Hoelang gaan wij lofi-hitje ‘Angel cum clean’ nog meezingen? Net zolang tot we het grijsgedraaid hebben, en dankzij iTunes en Spotify hoeven we ons daar nooit meer zorgen over te maken. ‘Holo pleasures / California dreamin’ is eigenlijk de voorloper van klassieker-in-wording ‘New Alhambra’ uit 2015. Dat wil zeggen, ‘Holo pleasures’ werd in 2013 al uitgebracht en kreeg dit jaar het toen opgenomen maar nooit uitgebrachte ‘California dreamin’ als maatje. Kleine evolutietjes daar gelaten was Elvis nog steeds Elvis. Depressed dus. Springlevende baslijnen klieven zwaarwichtig door het muzikaal gepieker en vocaal gemompel, toevallig ontgonnen popmelodietjes worden meewarig bekeken. Jaja. Het leven. – Jens Van Lathem

factory-floor

Factory Floor – 25 25

Pas dit jaar een tweede langspeler geworpen, en toch zweeft het Londense beats-en-blieps-duo Factory Floor al jaren hoog rond in electronicakringen. Dat hebben ze uiteraard te danken aan dat unieke geluid, gecreëerd rond repetitieve minimaldrumpatronen, industrial- en acid-synths en hier en daar (vocale) uitspatting uit de techno. Maar omdat er tot nader order niet gedanst kan worden op terminologie, labels en meer dwangneuroses die men weleens toeschrijft aan de muzieksnob (bah): luister eens naar ‘25 25′, daarop kan dat wel. Waarom bleef hun plaat dan eerder onder de radar hangen? Misschien zitten die gemiddeld zeven minuten per track daar voor iets tussen, of schrikt het schijnbaar eentonige in de nummers de toevallige passant af. Want verwacht bij Factory Floor geen climaxen, drops of ander gangbaar danceprocédé: het duo dringt rustig binnen met vakkundig opgebouwde, consistente en aangenaam knellende electronica – zie de sidderende hi-hats op de titeltrack of het onvoorspelbare sample-experiment dat ‘Wave’ is. -Gilles Dierickx

inc-no-world-as-light

Inc. No World – As light as light

Titel ‘As light as light’ duidt op het obstakel dat de gebroeders Andrew en Daniel Aged je vijftig minuten lang koppig voor de voeten gooien. Je kan zien waar de plaat zijn oorsprong vindt (r&b en modernere electronicastijlen) en je kan horen hoe de noten hun best doen om je gemoed naar rustiger vaarwater te leiden. Je kan voelen hoe je langzaam maar zeker eindeloos heen en weer begint te wiegen en je kan de helende gospelwerking die de soulbrij voor je heeft haast proeven. Maar wanneer je hoofd de melodieën en grooves probeert te grijpen om later voor de geest te halen, blijken de songs plots ongrijpbaar, te verdampen. Intens beleefd maar snel vergeten, net daarom is het belangrijk dat wij het even voor je opschrijven: Inc. No World hebben met hun tweede de perfecte soundtrack bij het leven of beter luisteren in het nu gemaakt. – Jens Van Lathem

j-g-biberkopf

J.G. Biberkopf – Ecologies II: ecosystems of excess

Jacques Gaspard Biberkopf begeeft zich op zijn twee laatste worpen nadrukkelijk op brandend actuele en belangrijke terreinen. Op ‘Ecologies II: ecosystems of excess’ kaart hij de wereldse en dramatische problematiek van veranderende en verstoorde ecosystemen aan. Dat doet hij op een niet mis te verstane manier: met onheilspellende klanken en een constante, zenuwslopende dreiging dringt hij door tot de luisteraar op de meest directe manier. De producer integreert natuur in zijn muziek en vermengt het met desoriënterende, imposante post-clubelectronica. We zien de Litouwer als toeschouwer maar vooral ook als initiatiefnemer en gids doorheen zijn maatschappijkritisch werk. ‘Ecologies II’ heeft al meteen een grootse impact na een eerste luisterbeurt: de dertien nummers klinken impressionant, maar voelen tegelijk zo naargeestig en droef. Deze mixed feelings zijn natuurlijk het grote doel van Biberkopf en hij slaagt er met verve in om op deze plaat bewustzijn voor de grotere problematiek aan te wakkeren. – Anthony Brynaert

lets-eat-grandma

Let’s Eat Grandma – I, gemini

De zeventienjarige juffies Rosa en Jenny zijn al vanaf hun vierde BFF’s en besloten een aantal jaar geleden hun grenzeloze raarheid te benutten om een muzikale carrière na te jagen. Op ‘I, Gemini’ ontspruit er een bizarre, Tim Burton-achtige sprookjeswereld uit hun lugubere jeugdfantasieën. Folkelementen, rechtstreeks afkomstig uit de donkere en vochtige wouden die Norwich omringen, psychedelische elektronica en hoge elfenstemmetjes resulteren in een betoverende mengeling die de band zelf als ‘psychedelic sludge pop’ omschrijft. ‘I, gemini’ is een lo-fi album met een resem briljante songs als ‘Deep six textbook’, ‘Eat shiitake mushrooms’ en ‘Rapunzel’, die blijk geeft van een behoorlijke dosis artistieke genialiteit. – Sigi Willems

martha

Martha – Blisters in the pit of my heart

Nee hoor, Martha is niet de nieuwste altpopsensatie. Achter die naam schuilt wel een vierkoppige band uit Durham, een stadje in het Noord-Oosten van Engeland. Hun afkomst verraden de frontman en -vrouw ook in hun vocals, die charmant en lichtjes vals als eens een “t” durven missen. Eveneens bekoorlijk is het hele plaatje dat ze serveren op ‘Blisters in the pit of my heart’, een urgent elfdelig werkje dat heerlijk hard de longen uit z’n lijf schreeuwt tot de afsluiter voor rust (en nog meer drama) zorgt. Nog voor het ene liedje is geëindigd, begint het volgende alweer, en het is deze snelheid en een geïmpliceerde speelsheid die de pop-punkige indierock van het kwartet zoveel charme geeft. Achter elke hoek schuilt er wel een existentiële crisis, hoewel die jolig weg wordt gespeeld met de aanstekelijkste riffjes en kreten. ‘Blisters in the pit of my heart’ maakt zo een weinig elegante maar daarom niet minder aangename spreidstand tussen drama en euforie. – Thomas Konings

mykkiblanco

Mykki Blanco – Mykki

We geven toe: ‘Mykki’ door Mykki Blanco klinkt eerder als een parfumlijn dan als een verrassende eerste studioplaat. Toch zijn we ervan overtuigd dat de titel niet beter gekozen kon zijn. Dit album heeft evenveel facetten als Blanco’s persoonlijkheid, en komt daarom zowel schizofreen als simpelweg divers over. Alles wat hiphop anno 2016 interessant maakt vinden we verenigd op ‘Mykki’, en dat is heel wat. Zweef weg met ‘Hideaway’ en word weer tegen de grond gesmeten door ‘The plug won’t’. Voel je gangster met ‘Shit talking creep’ op de achtergrond of vier een logeerpartijtje met de vriendinnen terwijl ‘For the cunts’ opstaat. Apprecieer de kunst van ‘Loner’ en de kitsch die ‘My nene’ is. Zin om uw hormonen even helemaal van de wijs te brengen? For your consideration: ‘Mykki’ door Mykki Blanco. – Romina Cucchiara

oliver-coates

Oliver Coates – Upstepping

De Brit Oliver Coates is misschien wel een van de belangrijkste onderbelichte electronicanamen uit het afgelopen muziekjaar. Hij gaf mee vorm aan de strijkersarrangementen op de laatste plaat van Radiohead en werkte samen met onder meer Massive Attack en Actress. Daarbovenop bracht hij een soundtrack en een electronicajuweeltje dat onder de radar bleef, getiteld ‘Upstepping’, uit. Op die tweede brengt Oliver Coates zijn klassieke achtergrond als cellist samen met een fijngevoelige, intelligente en uiterst vernieuwende mengelmoes van deep house, minimal techno en ambient. Elke track klinkt uitdagend, verfrissend en bovenal ontzettend hedendaags. Het ingenieus gebruik van samples, de vervormde en persoonlijk aandoende geluiden en het experimentele karakter zorgen ervoor dat we met recht en rede kunnen spreken van een volwaardig en individueel geheel. Coates’ bedroom dance music wisselt subtiel af tussen zachte, strelende momenten en onstuimige beats met levendige ritmes. Oliver Coates bewijst met ‘Upstepping’ dat hij een innovator en voortrekker is in de elektronische wereld. De producer en componist heeft ongetwijfeld nog heel wat in zijn mars. – Johan Baeten

rago-foot

Rago Foot – Ogar toof

Rago Foot verscheen voor het eerst op de radar als lid van hiphopcollectief Sub Luna City, dat ook King Krule tot zijn leden mag rekenen. Hun album ‘City rivims MK 1’ bleek een van de onderbelichte parel uit 2014 te zijn. Rago Foot doet het op zijn nieuwste werk helemaal solo. ‘Ogar toof’ klinkt helemaal niet als een hiphopalbum, maar is in feite “posthiphop”. Kale MPC-beats worden opgeluisterd met een hele hoop bekende (Wu-Tang Clan, Funkmaster Flex) en nog meer onbekende samples. Wanneer er stemmen te horen zijn, gaat het meestal om repetitieve stukjes die volledig in dienst staan van wat moet doorgaan als beat. Hierdoor klinkt het geheel behoorlijk vervreemdend. Toch leidt dit niet tot chaos. Juist omdat er zo gemakkelijk tussen de korte nummers gewisseld wordt, bouwt de Brit een zekere energie en mate van verrassing op, dat als totaalpakket wel werkt. ‘Ogar toof’ is een donkere, moeilijk behapbare plaat, die uiteindelijk – en zeker in de late uurtjes – wel beloont. – Daan Leber

sethbogart

Seth Bogart – Seth Bogart

Seth Bogart ken je misschien nog als de flamboyante frontman van Hunx & His Punx. In San Francisco bereikte hij een lokale heldenstatus als kapper by day, rockster by night. Ook in de rest van de wereld had hij een kleine, maar loyale cultaanhang opgebouwd met zijn queerpunk-band. Er valt helaas maar zoveel seks, drugs en rock-’n-roll te beleven, voor het begint te geuren naar gedroogd zweet, sperma en platgedrukte sigaretten. Na vijf jaar was de provocatieve act op en raakte hij uitgekeken op zijn steeds heteroseksueler wordende publiek. In het geniep sleutelde hij samen met de hypergetalenteerde producer Cole MGN (Beck, Ariel Pink’s Haunted Graffiti) aan een nieuw geluid. Het resultaat is zijn meest persoonlijke album tot nu toe. Bogart verenigt zijn uitstapjes in de mode- en kunstwereld in de neongekleurde tinten van kauwgomballenpop. Een verademing voor iedereen die het gehad heeft met de ultraserieuze, erotische thriller-r&b die vandaag de plak zwaait. En ja, het is een van de fijnste popreleases uit 2016. – Max De Moor

still-corners

Still Corners – Dead blue

Veel ruchtbaarheid kregen Still Corners niet voor de meer dan uitstekende release ‘Strange Pleasures’ uit 2013. Hetzelfde lot was hun nieuwste boreling ‘Dead Blue’ beschoren, zeker na de switch van Sub Pop naar Wrecking Light Records. Hoe dan ook kan het duo uit Londen nog altijd synthy dreampop maken als de beste. Skills hadden de twee al, op hun derde plaat worden die nog verder verfijnd en uitgediept. Zo goed zelfs dat de band quasi de mooiste klankentapijten en voldoening gevende gitaarlijntjes maakt in het genre. Bovendien heeft Still Corners een geheime troef die elk van hun nummers dat beetje extra en een instant herkenbaarheid geven: de stem van Tessa Murray. – Tiffany Devos

the-black-heart-rebellion

The Black Heart Rebellion – People, when you see the smoke, do not think it is the fields they’re burning

Kenners van ‘Westworld’ – briljante serie trouwens – weten dat de zoektocht naar het centrum van het labyrinth een oneffen en mistig pad is, bezaaid met morbide antagonisten, innerlijke tweespalt, vertwijfeling en een beklemmende angst. Het is een queeste die (hopelijk) leidt naar verlichting van lichaam en geest. Het Gentse The Black Heart Rebellion voorziet je dit jaar met ‘People, when you see…’ van een grillige portie onheil vol valkuilen én lichtbakens. Noem het postrock, oosterse folk, doom, sludge, blues,… het is een onbevattelijke combinatie van dit alles en meer. Zolang je maar goed beseft dat het de soort plaat is die rillingen veroorzaakt waarnaar je keer op keer smachtend verlangt. – Jonas Van Laere

yves-tumor

Yves Tumor – Serpent music

Wat kan je eigenlijk zeggen over ‘Serpent music’ van Yves Tumor? Het album is zo’n beetje alles en niks. Een genre kan je er moeilijk op plakken, hoewel de meeste klanken op een of andere manier wel herkenbaar zijn. Coherent kan je de plaat ook niet noemen, ondanks dat er toch een duidelijke lijn in het werk zit. ‘Serpent music’ zweeft tussen rust en chaos – tussen droom, nachtmerrie en werkelijkheid. In artikels wordt steeds benadrukt hoe de Mykki Blanco-protégé dit album al globetrottend heeft gemaakt en misschien is dat wel relevant om dit album te duiden; in die zin dat een zekere vertrouwdheid of zelfs fundering ontbreekt. Dat creëert een gevoel van desoriëntatie en een donkere onderstroom, die zelfs de ijle schoonheid van een hypnagotic soul-pop-nummer als ‘The feeling when you walk away’ niet kan ontsnappen. Het cognitieve gebied tussen overal en nergens kreeg vermoedelijk nooit eerder zo’n spannende ontginning. – Thomas Konings