De dolle output van Deerhoof: over het recente werk van de meest onnavolgbare band

door Matthias Desmet

Op zaterdag 17 september treedt Deerhoof nog eens in ons land op. Dat is meer dan een jaar na hun stormachtige doortocht op Dour 2015. Het Amerikaanse viertal komt de Zwerver in het anders zo rustige Leffinge met hun vrolijke chaos wakker schudden. Dat nog geen week na een zinderende editie van Leffingeleuren, rust is het West-Vlaamse dorpje niet gegund. Laat dit een uitvlucht zijn voor ons om eens na te gaan wat het Amerikaanse kwartet het afgelopen jaar allemaal op plaat heeft gegooid. Dat is niet weinig. Zo ben je up-to-date als je komende zaterdag in Leffinge je trommelvliezen laat verschroeien. Maar wie zijn dat ook al weer, Deerhoof?

Deerhoof staat voor het onverwachte. De maat verandert meermaals abrupt binnen een nummer. Flarden melodie worden vlot met wolken lawaai afgewisseld. Deerhoof experimenteerde in zijn rijke discografie al met electronica, noise, punk, J-pop, no wave en klassiek. Dat Deerhoof Deerhoof blijft is te danken aan de manier waarop de unieke speelstijl van elk van de bandleden steeds komt bovendrijven.

1994 is het jaar waarin Deerhoof het levenslicht zag. De line-up zou de komende jaren veel veranderen. De nineties waren voor de band een periode van veel geëxperimenteer en weinig succes. Met het album ‘Reveil’ uit 2002 brak het kwartet door en kwam de kern van de line-up vast te liggen: Satomi Matsuzaki zingt met een schijnbaar zoet, manga-achtig stemmetje. Vaak neemt ze ook de bas ter hand. Greg Saunier is de eigenzinnige drummer en stuwende kracht van de band. John Dieterich speelt spitant gitaar. In 2008 vervoegde de flamboyante gitarist Ed Rodriguez de band. De groep bracht sinds hun doorbraak gemiddeld jaarlijks een album uit. Dit jaar waren dat er al twee.

Einde vorig jaar was er bovendien de live-plaat ‘Fever 121614’. Als je al een voorsmaakje wil van wat je zaterdag te wachten staat, weet je al wat door je speakers te jagen. Niet dat er veel de live-ervaring zal kunnen evenaren. Maar hé, een mens moet zich met iets bezighouden tot het zaterdag is. Fasten your seatbelts: brullende gitaren, beukende drums, Satomi’s liefelijke kreetjes en een publiek dat in het begin nog gewoontjes meejuicht maar naar het einde toe niet meer weet wat er gebeurt en verbluft toekijkt.

Als een liveplaat maar een zoethoudertje lijkt om de fans, terwijl hun favoriete band toert, te bevredigen, dan is hier full album nummer één van dit jaar: ‘Balter/ Saunier’. Voor dit album sloeg Deerhoof de handen in elkaar met Ensemble dal Niente, een gezelschap uit Chicago dat zich specialiseert in hedendaags klassiek, maar graag uit zijn hokje breekt. Op dit schijfje krijgen ze daar alle kans toe. Fusion tussen hedendaags klassiek en pop/rock leidt vaak tot een resultaat dat mossel noch vis is, iets bleeks en verwarrends waar niemand wat aan heeft. ‘Balter/ Saunier’ trapt niet in deze val. Waarschijnlijk omdat Deerhoof met zijn ingewikkelde ritmische en melodische constructies sowieso al opvallend dicht bij sommige modern-klassiek aanschurkt.

De grootste brok van de lp wordt opgeslokt door ‘Meltdown upshot’, een zevendelige suite die de Mexicaanse componist Marcos Balter speciaal voor de combinatie Deerhoof + Ensemble dal Niente componeerde. Dat is wonderwel gelukt. De stem van Satomi blendt perfect tezamen met die van de klassieke vocalistes. Stilistisch is het een veelstijlige, post-moderne brei. Tegelijk is alles heel dromerig en fragiel. Weg is de stoere rockgroep. Via Balters werk openbaart zich het breekbare hart van beide ensembles.

Drummer Greg Saunier componeerde de tweede brok muziek op de cd: ‘Deerhoof chamber variations’. In tegenstelling tot wat je zou verwachten is Sauniers compositie heel wat celebraler en statischer dan die van Balter. Wij moesten soms denken aan het einde van de neo-klassieke periode van Stravinsky. Al ontbreekt hier de avant-gardistische branie van de Rus. Saunier houdt het heel sober. Meticuleus ontleedt hij zijn eigen songs. Deerhoof belandt op de dissectietafel.

Haast als tegengewicht voor een teveel aan gecomponeerde, voorbedachte muziek, gooide Deerhoof het voor album ‘The magic’ over een andere boeg. De band trok zich terug in een verlaten kantoorgebouw in de woestijn van New Mexico: een zoektocht naar spontaneïteit en creativiteit. Onze recensent had onder andere nog dit over dat album te zeggen:

“Al blijven de zo typerende geschifte tempo-wissels van drummer Greg op ‘The magic’ beperkt, de lp bevat daarnaast wel alle ingrediënten die een Deerhoof-album tot een Deerhoof-album maken: een maffe, snedige gitaar en bas, Satomi’s hoog, fonkelend stemmetje en andere chaotische tonen. (…) Elk werk van Satomi, Greg en co heeft echter een andere boodschap en dat zorgt er net voor dat ook deze plaat zich onderscheidt van alle anderen. Laat die vijftiende lp maar komen.”

Nog een klein dingetje: op ‘The magic’ stonden zowaar enkele recht-toe-recht-aan rocksongs. Misschien is dat juist het meest avant-garde dat Deerhoof nog kon doen: zonder omwegen een liedje maken.

Zo je bent weer helemaal mee voor als je komende zaterdag naar Leffinge trekt. Meteen heb je ook al wat luistervoer om op weg door je oortjes te knallen. Enjoy.