De finalisten van De Nieuwe Lichting 2015 besproken

door Thomas Konings

dnl

Vrijdag wordt De Nieuwe Lichting van Studio Brussel na een intense promocampagne eindelijk bekendgemaakt. Acht finalisten zijn nog in de running voor de felbegeerde titel en konden met andere woorden de jury bestaande uit Isolde Lasoen, Flip Kowlier, Mario Goossens en Kirsten Lemaire het meest overtuigen. Kunnen onze redacteurs echter hun keuzes ook smaken? Vier van onze schrijvers beluisterden de acht kennismakingsnummers waarmee Focus Knack de bands aan haar lezers voorstelde en penden hun gedachten daarover hieronder neer.

Felix Pallas – Too sad for tea

Bram Pollers: ‘Too sad for tea’ is in potentie mogelijks de beste song. Dat een zeven minuten durend nummer de laatste acht haalt, maakt het an sich al bijzonder. Maar Felix Pallas had die minuten wel enigszins anders kunnen inkleuren. Hoewel het liedje bulkt van de goede ideeën, prachtige harmonieën en welgemikte blazerinvallen, had ‘Too sad for tea’ werkelijk héél speciaal kunnen zijn als het halverwege even een postrockuitbarsting geïmplementeerd had. Desalniettemin een straffe creatie voor zo’n jonge band. – 3,5/5

Jens Van Lathem: ‘Too sad for tea’ begint nog enigszins positief met een opengaand luik dat ons de ruimte inloodst, maar bewijst al snel dat ook in hogere sferen de grens tussen kwaliteit en kitsch snel overschreden is. De eerste tekenen zijn er na veertig seconden al, wanneer een “ooh ooh” uit de Coldplay-soldenwinkel door de soundscape geweven wordt. Ook daarna gaan de melodieën, teksten, piano, strijkers en trompetten eerder voor de snelle traan dan de diepe indruk. De echte tragedie van dit nummer is het toetsenwerk dat de jongens in de laatste minuut als outro introduceren. Die laat horen hoe de song ook een degelijke synthpopper had kunnen en moeten zijn. 2/5

Thomas Konings: Wie Coldplay met postrock wil combineren, kan maar beter zijn muziek niet naar mijn adres doorsturen. ‘Too sad for tea’ klinkt te veel als Ozark Henry, is eerder pathetisch en en sleept schijnbaar oneindig aan. Liefhebbers van goedkoop drama negeren dit oordeel best en drukken zo snel mogelijk op play.  1,5/5

Beau Janssens: ‘Too sad for tea’ is een mooie, openbloeiende song met een fijne productie en oog voor detail. Felix Pallas bestaat duidelijk uit kerels met ervaring. Ze hebben een volwassen en originele sound die er nu al staat. Een nummer van zeven minuten is ambitieus voor een relatief jonge band. Ze komen er wonderwel zonder kleerscheuren mee weg en weten geen seconde de aandacht te verliezen, sterk werk. – 3,5/5

Ides Moon – Nothing is clear

Bram Pollers: Neem een dominante ritmesectie, een zweverige gitaarlijn en de ijle zang van Klaas Tomme. Gooi het geheel netjes in de studio en het resultaat heet ‘Nothing is clear’. Ides Moon, zoals het viertal zich doopte, grijpt je bij het nekvel en sleurt je de volle vier minuten mee op deze Radiohead-achtige trip. Sterk werk. – 4/5

Jens Van Lathem: ‘Nothing is clear’ klinkt alsof Radiohead ‘In rainbows’ heeft opgenomen met een bassist met een grote dadendrang, en het resultaat is eerlijk gezegd best te pruimen. Al te grote referenties naar dat album worden de kiem in gesmoord door het bewijs van hun eigen kunnen: een meeslepend refrein schrijven. Verder rest enkel het gevoel dat deze band nog wat mag sudderen in het repetitiekot. – 4/5

Thomas Konings: Ides Moon klinkt precies zoals je dat van de gemiddelde De Nieuwe Lichting-kandidaat verwacht. ‘Nothing is clear’ ligt in de lijn van recente Belpopiconen (dEUS, Balthazar) hun werk en heeft eenzelfde droge maar slimme stijl. Helemaal imponeren lukt de jongens voorlopig niet, maar de slimme invalshoeken leggen wel potentieel bloot. – 3/5

Beau Janssens: Dit nummer schreeuwt Radiohead uit. Het lijkt wel alsof ze voor elk aspect van het nummer leentjebuur zijn gaan spelen bij Thom Yorke en co; van de typische complexe drumfills tot de tegendraadse baslijntjes. Er bestaan natuurlijk slechtere referenties en de kwaliteit van hun kopie doet me wel uitkijken naar hoe ze gaan klinken met een eigen smoel. Voorlopig missen ze echter nog een origineel geluid. – 2,5/5

I will, I swear – Long days

Bram Pollers: De kroniek van een aangekondigde finaleplaats. I will, I swear bonkt al een tijdje op de grote poort, en via De Nieuwe Lichting zou die poort wel eens kunnen openbreken. ‘Long days’ baadt, net als eersteling ‘Sleep’, in meeslepende minimalistische pianoklanken die vergezeld worden door de immer zalvende stem van Fien Deman. Kippenvelmateriaal. – 4,5/5

Jens Van Lathem: Mag er ook constructief commentaar komen op het concept “De Nieuwe Lichting”? I will, I swear zit al bij één van de betere platenlabels die België telt, werd uitverkoren om internationale modecampagnes van muziek te voorzien, rolt al langer dan vandaag over de lippen van muzikale middens en valt voor ondergetekende dan ook te klasseren onder hors catégorie. Het resultaat is dan ook navenant: beste nummer, mooiste productie en grootste kandidaat op winst en toekomstig succes. Maar of het ook nog eens via dit kanaal moest? Schrijf toch gewoon die ep. – 0/5

Thomas Konings: ‘Long days’ is één van de twee mooiste nummers uit deze selectie. Ondanks het lage tempo weet het tweetal je aan het geluid gekluisterd te houden, niet in het minst dankzij de prachtige en gedecideerde stem van frontvrouw Fien Deman. Ook de opbouw van de song verdient grote complimenten; zonder al te opzichtige trucjes bloeit het liedje prachtig, maar stil en ingetogen open. – 4/5

Beau Janssens: Van alle geselecteerden dit jaar heeft I will, I swear al voor het meeste beweging in de blogosphere gezorgd. En terecht, want ze spelen echt wel een niveau hoger dan de andere finalisten. Dat demonstreren ze met dit nummer eens te meer. De schitterende arrangementen en natuurlijk de zachte stem van zangeres Fien Deman stelen vooral de show. Met dat contract bij een kwaliteitslabel als Unday Records zullen we hen waarschijnlijk nog dikwijls mogen aanhoren. – 4/5

Milo Meskens – All these best friends

Bram Pollers: Milo Meskens werd on air prompt gebombardeerd tot de Jeff Buckley van Deinze, je zou er voor minder sprakeloos van worden. Zo ver zou ik niet durven gaan – ik hoor eerder een sterke verteller/zanger in het zog van Ben Howard – al heeft de jongeman wel degelijk een stem als een klok. ‘All these best friends’ moet als song misschien wel zijn meerdere erkennen in de concurrentie, maar wij hebben singer-songwriters horen doorbreken die hiertoe niet in staat waren op hun 18e. – 3/5

Jens Van Lathem: ‘All these best friends’ doet me wat denken aan de evangelistische (of is het Mormoonse of in ieder geval héél onschuldig klinkende) Rosie Thomas die je in de stratosfeer van Sufjan Stevens tegen het lijf loopt. Spijtig genoeg blijven de belangrijkste kenmerken van elke singer-songwriter hier achterwege: inhoud en gewicht. Het nieuwe album van The Tallest Man On Earth heet ‘Dark bird is home’ en ligt op 12 mei in mijn cd-speler. – 1,5/5

Thomas Konings: Als ik een platenfirma had, dan gaf ik Milo Meskens een platencontract en maakte ik een posterjongen genre Hozier van hem. ‘All these best friends’ klinkt authentiek en zou je makkelijk met het woord “vakwerk” beschrijven, maar de jongeman zal met dit soort muziek toch vooral op het publiek van Passenger of Ed Sheeran moeten rekenen. – 2,5/5

Beau Janssens: Milo Meskens had ik al eens gehoord als gitarist van Black Tolex. Hier viel hij vooral op door zijn virtuoze gitaarspel (check zeker hun cover van ‘Voodoo child’ ). Met zijn solowerk doet hij het duidelijker rustig aan. Als je tijdens het luisteren in je achterhoofd houdt dat deze snaak nog maar 20 jaar oud is, kan je alleen maar onder de indruk zijn van dit nummer. Origineel is het allemaal niet, maar het is uitgevoerd met de begeestering van iemand die al vele diepe waters doorzwommen heeft. Hopelijk is dit voor Meskens nog niet het geval. Desalniettemin zullen we van hem zeker nog horen, alleen misschien nu nog net niet. – 3/5

Jacle Bow – Streetfight

Bram Pollers: De eerste 45 seconden van ‘Streetfight’ klinken als een light versie van hombre lobo E, daarna verschuift de focus naar een meer bluesrock-gerichte aanpak. Het nummer herbergt een aangenaam stemgeluid, een herkenbare gitaarriff en een refrein dat spontaniteit uitschreeuwt. Degelijkheid troef, maar helemaal wild word ik hier toch niet van. – 3/5

Jens Van Lathem: Er zullen vast langer dit soort blues- en britrockbands bestaan dan de mens op deze aardbol rondloopt, en dus is er vast ook nu een publiek te vinden voor Jacle Bow. Daarnaast telde ik van begin tot einde ongeveer vijftien seconden in het nummer waarin de zanger niets te vertellen heeft, en om dat te flikken moet je echt al Lou Reed heten. – 1,5/5

Thomas Konings: Waarom Jacle Bow geselecteerd werd voor De Nieuwe Lichting begrijp ik niet helemaal. ‘Streetfight’ heeft zowel commercieel als kwalitatief gezien weinig inhoud en ik zie niet bepaald in welke richting de groep met deze sound kan uitgaan. Verder irriteert de zang en is de sound te braaf. – 1/5

Beau Janssens: Ook bij Jacle Bow zijn de inspiratiebronnen niet moeilijk te achterhalen; Eels, Pavement en andere 90s-slackers. Wat zich dus vertaalt in onbezonnen gitaarpopliedjes die je volgende week waarschijnlijk nog steeds meefluit. Ze tonen aan wat andere Belgische bands dikwijls vergeten: simpele nummers hoeven niet per se slecht te zijn. De ervaren hand van Mario Goossens zal hun muziek hopelijk nog dat extra tikkeltje geven dat hen van andere gitaarbands onderscheidt. – 3,5/5

St. Grandson – Midnight swim

Bram Pollers: Het Gentse St. Grandson serveert voor u een flinke portie indietronics, vergezeld van een sausje van melancholie. De dromerige creatie kan me echter niet geheel overtuigen. De zang van Benjamin Decloedt klinkt bij momenten een beetje zagerig en de met beats omringde harmonieën klinken een tikkeltje te flets om me langdurig te bekoren. – 2,5/5

Jens Van Lathem: St. Grandson speelt op ‘Midnight swim’ met de combinatie piano en akoestische gitaar tegenover meer elektronische elementen en kon dus zo op Rock Werchter anno 2014 gaan spelen. Toch vallen er ook goede dingen te vertellen over het nummer: qua spanningsopbouw moet je de muzikant duidelijk niets meer leren en dus is het altijd schoorvoetend uitkijken naar die iets hogere tegenvocalen met die ene uithaal. – 3/5

Thomas Konings: St. Grandson lijkt de stap naar het tieneridoolschap in vergelijking met Milo Meskens dan al wat meer gezet te hebben. ‘Midnight swim’ is het soort geromantiseerde Bon Iver-folk waar mensen van 9 tot 99 van smullen en hoewel het nummer vrij melig is, wordt ook ondergetekende er een beetje week van. Als Decloedt nog meer zo’n songs achter de hand heeft, gaat hij het maken. 3,5/5

Beau Janssens: Net als bij I will, I swear zie je dat St. Grandson al een paar mensen achter zich heeft die ervoor zorgen dat het totaalplaatje klopt. Dat merk je hier aan de knappe video en de productie die na de intro dit nummer van een 12-in-een-dozijn folksong transformeert in een meeslepend, naar Bon Iver neigend pareltje. – 3,5/5

Zinger – Grace (everybody’s dying these days)

Bram Pollers: Zinger, NY-slang voor “revelation”, is een band uit Gent, weeral. Het bronwater daar moet muzikale mineralen bevatten, want ze zijn met maar liefst drie in deze finale (naast I will, I swear en St. Grandson). ‘Grace (everybody’s dying these days)’ was geen instant favorite, maar de zorgvuldig en subtiel geconstrueerde klanken – een wijs man zei mij ooit dat alles beter klinkt met blazers – moeten de kans krijgen om te groeien. Als het nummer die kans krijgt, zie je Jason Lytle goedkeurend knikken in de hoek. – 4/5

Jens Van Lathem: Er zit een zekere onopgeloste spanning in ‘Grace’ van Zinger. Het kan liggen aan de videoclip, maar ik denk dat de jongens gewoon heel erg graag americana willen spelen en de juiste knop op hun versterkers niet vinden. Dan doen ze het maar met een scherp uitgepuurde basisbezetting waarover ze wat blazers kunnen smeren. Die instrumentatie werkt op alle niveau’s, zowel in hun samenspel als om de ietwat donkere teksten een tegengewicht te bieden. Voor ondergetekende had het nummer op het einde helemaal loos mogen gaan, maar Zinger is tegendraads en dus opteren ze voor zacht uitsterven. Het bevestigt dat deze band zijn eigen sound helemaal gevonden heeft en daar aan zal vasthouden tot der dood. – 4,5/5

Thomas Konings: Het duurde eigenlijk nog lang voor Zinger en hun ‘Grace (everybody’s dying these days)’ echt werden opgepikt. Het nummer is rijk, aangrijpend en heeft alles om een soort anthem te worden, ondanks de moody sfeer. De song maakt verder sierlijke capriolen en de zang komt niet alleen geloofwaardig maar ook krachtig en emotioneel over. – 4/5

Beau Janssens: Zinger beschikt over een unieke, volle sound en een mooi verhaal achter deze eerste single. Desondanks overheerst het gevoel dat het allemaal net niet speciaal genoeg is om lang te blijven boeien. Het is waarschijnlijk wel fijn genoeg voor de Belgische markt, maar verder zie ik het niet reiken. – 2,5/5

ZwartWerk – Ding dong

Bram Pollers: ‘Ding dong’ is een combinatie van aanstekelijke tegendraadsheid, occasionele Afrikaanse ritmes en onnavolgbare (of was het nu onverstaanbare?) teksten. Met andere woorden: ZwartWerk lijkt wel het Mechelse liefdeskind van Die Antwoord en Buraka Som Sistema. Het nummer is in het bezit van het nodige hitpotentieel en is toch net alternatief genoeg voor de luisteraar van Studio Brussel, al zwakt naar het einde toe onze aandacht wel even af. – 3,5/5

Jens Van Lathem: Volgens mij is Breezy een beetje hun Willy Wartaal? Verder heb ik er niet veel van verstaan behalve iets over Balotelli en drie Kelly’s op zijn lul. Voor één of andere domme reden dacht ik dat ZwartWerk de excuusallochtonen gingen spelen, maar eerlijk gezegd heb ik over dit soort partyrappers al veel goedkopere beats horen plakken. Op een bepaald punt bobt iedereen zijn hoofd wel eens op ‘Ding dong’. – 3,5/5

Thomas Konings: Enige logica in ZwartWerks ‘Ding dong’ bespeuren, is niet bepaald eenvoudig. De beat en de dansjes doen me nog het meest denken aan Shamirs ‘On the regular’, terwijl de vocals zowel qua inhoud als performance eerder stoer overkomen. Daardoor lijkt dit nummer vooral een parodie, terwijl rap en instrumental afzonderlijk eigenlijk wel sterk zijn. – 2,5/5

Beau Janssens: ‘Als ze niet wil, gaan we haar verplichten’, horen we ongeveer halfweg. Dit zegt genoeg: plat, platter, platst. De exotische beat is wel tof, en anders dan we van andere Belgische rapcrews gewend zijn. Maar met zo’n intellectuele lyrics zullen ze geen potten breken. En dit komt van een persoon die wel naar Migos en Lil B luistert. – 1,5/5

Stem nog snel even voor jouw favoriet.