De muziekindustrie binnenstebuiten gekeerd tijdens Crash Course van Poppunt

door Mattias Goossens

Chris Martin wist het tien jaar geleden al: nobody said it was easy. Die levenswijsheid geldt ook voor de wie het wil maken in de muziekbusiness, of het nu is als muzikant, promotor, manager of hardwerkende muziekwebsite. Om door alle bomen het bos en de daarin verstopte valkuilen te leren zien, organiseerde Poppunt voor de derde keer een Crash Course, met workshops die kernconcepten als auteursrecht en digital branding vatbaar probeerden maakten. Daarvoor werden mensen uit de sector ingeschakeld, en zij praatten honderduit over social media optimalization, streamingdiensten en LEGO.

Alle vijftig deelnemers kregen hetzelfde goedgevulde menu voorgeschoteld waardoor niet elke workshop voor elke ingeschrevene even interessant was. Wel kreeg je door de uiteenlopende onderwerpen een realistisch beeld van de muziekindustrie. En laat het duidelijk zijn na deze twee dagen: het is wel degelijk een industrie waarin muziek vermarkt wordt en geld verdient wordt. Wie allergisch is aan marketingtermen, keerde bijgevolg met rode vlekken en bloeddoorlopen ogen huiswaarts.

De eerste dag begon met een korte kennismaking met de verschillende actoren binnen de muziekindustrie. Het boek ‘Alternative mainstream’ bleek daarbij een goede gids. Na de promotie voor Gert Keunens schrijfkunsten werden de mannen van DBNR aan het woord gelaten, het management achter Oscar and the Wolf, Bazart en Warhola. Hun voornaamste les was dat een muzikant tegenwoordig niet enkel muziek brengt, maar een creative director is (of zou moeten zijn). Content staat in het verhaal van een muzikant centraal en de artiest is de curator van zijn werk. Sceptisch als we zijn vroegen we ons af of muziek niet gewoon op zichzelf kan staan? Het antwoord was een resolute nee. Aandacht is vandaag het schaarste goed, en wanneer je niet regelmatig communiceert verdwijn je al snel uit beeld.

Na die desillusie was het tijd om op ontdekkingstocht te gaan doorheen de AB. Enkele weetjes die we meekregen:
Als je de weg kwijt bent backstage, hoef je gewoon de rode lijn op de grond te volgen
Dat nieuwe podium? Blijkbaar is dat al op de eerste dag beschadigd geraakt
Tokio Hotel vroeg 1000 euro voor een meet and greet (en zes fans gingen daar op in)
De AB haalt 20% omzet uit subsidies en draait zo’n 10 miljoen euro omzet per jaar
Het kost 16 000 euro om een show te geven in de grote zaal

In de namiddag kwam artistiek directeur Kurt Overbergh himself uitleggen hoe een je een muziektempel draaiende houdt. Objectieve parameters om een band al dan niet te boeken bestaan niet meer volgens hem. Zowel internationaal als nationaal je ogen open houden en je buikgevoel volgen, zijn volgens hem veel betere raadgevers. Kurt investeert in kleine bands door ze een podium geven in de club om ze vervolgens te laten doorgroeien naar de grote zaal. Het viel ons op hoe fel hij begaan was met de kleine lokale bands, en aarzelde niet  om uit te halen naar Belgische bands die geen voorprogramma’s van eigen kweek willen.

Op dag twee ging het voornamelijk over auteursrechten (en de nodeloze ingewikkeldheid van die materie) en streaming. Sander Graumans van PIAS verklapte dat playlists de belangrijkste bron van inkomsten zijn op streamingplatformen. Als het van de Spotify’s van deze wereld afhangt, is het album en radio overigens geen lang leven meer beschoren. Diezelfde streaminggigant investeert ook liever in drie commerciële medewerkers voor België, dan in één redactionele kracht. Daardoor hebben we in België geen eigen store front, en zien populaire lokale artiesten in tegenstelling tot de Drake’s en Ed’s van deze wereld hun succes niet verzilverd op de startpagina. Nog frappant: Bonobo paste z’n recentste single aan om de aandacht van streamers vast te houden, aangezien 50% van de gebruikers een nummer in een playlist al skipt in de eerste dertig seconden.

Wat is ons nog bijgebleven? Dat LEGO nog steeds de max is en dat de achterliggende filosofie (authenticiteit, doorzettingsvermogen, kwaliteit) een steentje kan bijdragen aan wie iets innovatiefs uit de grond wil stampen. En dat de rechtspraak behoorlijk willekeurig is wanneer het over auteursrecht gaat. Maar bovenal dat deze Crash Course naast een opstapje richting muziekindustrie vooral een blikopener is naar hoe het er echt aan toe gaat in de bizniz.