Punch, Brothers, Punch: 05.10 – de tien beste nummers van de voorbije week, met o.a. Röyksopp en Tinashe

door Thomas Konings

Mark Twain had af en toe last van een oorwurm. Eén daarvan was zo hardnekkig dat hij er zijn kortverhaal ‘Punch, Brothers, Punch!’ over schreef. Pas nadat hij iemand anders met de melodie aanstak, kon hij zich terug toeleggen op zijn literaire carrière.

Ook Indiestyle deelt weleens de zorgen van Twain. Elke week laten we je kennismaken met nieuwe songs uit onze virtuele platenbakken die onze concentratie wegrukten van de soep op het vuur en die lonkende deadline. Hoog tijd dus om andere muziekliefhebbers met de last van deze vliegensvlug besmettelijke deuntjes op te zadelen.

Röyksopp feat. Robyn – Monument (The inevitable end version)  

Svein Berge en Torbjørn Brundtland kondigden reeds aan dat ‘The inevitable end’ inderdaad het onvermijdelijke einde wordt van Röyksopp in plaatvorm. Op dat album zullen we onder meer deze herwerking terugvinden van ‘Monument’, dat ze in samenwerking met Robyn maakten. Het Noorse duo vormt het oorspronkelijk tien minuten durende epos om tot een gebalder, elektronischer en dansbaarder geheel. Het nummer kreeg nu ook een bijhorende video, dat een visueel verslag inhoudt van de gezamenlijke tour die Robyn en Röyksopp ondernamen. (AS)

Milosh – Right never comes

Rhye veroverde in 2013 mijn hart met ‘Woman’, één van de zwoelste langspelers van de voorbije jaren. Als je deze nog niet beluisterde raad ik aan dat vlug te gaan doen, maar leg toch eerst dit nieuwe nummer op. ‘Right never comes’ wordt uitgebracht op naam van Milosh, de helft van Rhye, die het nummer schreef voor de komende livesets van het duo. Vier minuten lang wordt diezelfde bijna sensuele sfeer bereikt die ook ‘Woman’ kenmerkte. (AS)

Tep No – Lana Del Dre

Nee, je las het niet verkeerd: hier boven staat wel degelijk ‘Lana Del Dre’ geschreven. De Canadees Tep No bracht deze week namelijk een catchy en dromerige single uit die hij zo doopte. De link met de Amerikaanse zangeres is niet meteen duidelijk, maar wat ik wel weet is dat het een steengoed nummer is. Opgelet: niet beluisteren als je het haat wanneer liedjes urenlang in je hoofd blijven hangen, want dat is hier zeker het geval. (RC)

Låpsley – Falling short

Een tijdje geleden deed Holly Låpsley Fletcher ieders mond open vallen met haar eerste ep, ‘Monday’. De 18-jarige (!) verbaasde met een mix van gemanipuleerde vocalen en opvallend mature elektronica. Er ontstond een – terechte – hype rond de jonge deerne en ze werd zelfs het Britse antwoord op Lorde genoemd. Deze week stuurde Fletcher ‘Falling short’ de wereld in, een nieuw nummer uit haar komende ep. We horen wederom een typische Låpsley-beat, maar anders dan in haar vorige singles ligt de nadruk op haar indrukwekkende stem. En wie in godsnaam is die man waar ze mee samen zingt? Breek je hoofd er niet over; dat is ze zelf. (RC)

Owlle – Fog

Franse electropopartieste Owlle vond haar inspiratie om muziek te gaan maken in een kunstinstallatie van Brian Eno. Super artsy kunnen we haar blinkende pop echter niet noemen, maar dit nieuwe nummer ‘Fog’, voorbode uit haar debuut ‘France’ (17 november), herinnert ons er wel aan om nog eens die uitstekende plaat van Niki & The Dove uit 2012 te draaien. Zo weten jullie meteen weer in welke regionen ze speelt. (TD)

Speedy Ortiz – Doomsday

Voor de liefhebbers van scheve, schijnbaar valse punkrock was het Amerikaanse Speedy Ortiz een geschenk uit de hemel, zeker na de release van ‘Major arcana’, goed voor één van de beste platen van 2013. Dit jaar liet gitarist Matt Robidoux de band voor wat het was, maar Speedy Ortiz bleef bezig en brengt nu ‘Doomsday’ uit, het beste soort ‘tussendoortje’ want nog altijd van hoog niveau. De opbrengsten van dit nummer gaan trouwens naar een organisatie die muziekonderwijs ondersteunt, en ook dit kunnen wij alleen maar toejuichen. Punkers met een hart, quoi. (FT)

Mitski – I don’t smoke

‘I don’t smoke’ is de nieuwe single uit het derde album van Mitski, ‘Bury me at makeout creek’, en lijkt na het repetitiekot ook onze oren in een trage, smeulende maar alles verkolende brand te zetten. Zware gitaren en afstandelijke vocalen negeren mekaar twee minuten lang om pas op het einde een echte “song” te worden. De labiele percussie maakt het helemaal af en op en uit en aan. (JVL)

Tinashe – Bet (feat. Devonté Hynes)

Terwijl Tinashe zich een weg naar de top zingt, speelt ze de hele tijd met je verwachtingen. De ene keer lijkt de Amerikaanse een gewezen tienerster die op zoek is naar een nieuwe carrièrewending, de andere keer schijnt ze dankzij samenwerkingen met bijvoorbeeld Ryan Hemsworth dan weer de meest geloofwaardige r&b-artieste van het moment. Ook op ‘Bet’ is niets wat het lijkt. Onder die vederlichte hitlijststem duikt een bijzonder slimme productie op, met melancholische klanken en kleine weerhaakjes. En die gitaar op het einde, dat is alweer een geniale zet van meester-songschrijver Devonté Hynes. De solo is zo poppy en cliché dat het net de mainstream voorbijgaat omwille van zijn overdreven karakter. (TK)

Tunji Ige – The ex song

Veel diepgang moet je niet zoeken bij Tunji Ige zijn laatste, maar probeer eens stil te zitten wanneer na drie kwart minuut een energieke productie het nummer open beukt. Sommigen zeggen dat je een kater best kan bestrijden met Aquarius, als je bij mij te rade gaat, krijg je echter The ex song als remedie voorgeschoteld. (TK)

Eyedress – When I’m gone (feat. GEoRGIA)

Je kan er niet omheen: Eyedress moet wel een genie zijn. Elke week schijnt hij wel een nieuw nummer uit te brengen en de kwaliteit ligt altijd weer heel hoog. ‘When I’m gone’ is de eerste single uit ‘s mans aankomende langspeler en noem ik verplichte kost voor iedereen met gevoelens. Pijnlijk snijdende vocals van onze favoriete drumster GEoRGIA doen denken aan de hartzeer van Holy Other, ook de donkere kelders met neonverlichting van Chromatics duiken op. De hiphopbeats zorgen naar het einde toe voor de extra Eyedress-toets die de song herkenbaar en gedurfd maakt. (TK)