Punch, Brothers, Punch: 14.02 – de tien beste nummers van de voorbije week

door Matthias Desmet

Terwijl Kanye West druk bezig was met zijn album van titel te veranderen, luisterden wij naarstig naar nieuwe nummers. Het was dus een week waarin de grote namen meer lucht dan muziek produceerden, maar gelukkig vielen er wel wat mooie ontdekkingen te doen. Anthony Brynaert, Thomas Konings, Jens Van Lathem en Matthias Desmet schotelen die hier aan jou voor. Zie het als ons alternatief voor een cheesy valentijnsboeket.

Eskimeaux – Power

Ja, wij zijn fan van Eskimeaux. Ja, we serveren je heel veel Eskimeaux, maar hoe prachtig is het om in haar songschrijven steeds meer weerhaken en lagen terug te vinden? Niets leuker dan op een druilerige zondag dit zeemzoete liedje door je strot geramd krijgen. (JVL)

Attic Abasement – Guarantee Jesus

De frontman van Attic Abasement vindt ‘Guarantee Jesus’ best “licht en vers” klinken voor hun doen en als dat alle sadboys nog niet naar hun debuut ‘Dancing is depressing’ uit 2010 lokt, weten wij het ook niet meer. Hun comeback klinkt namelijk helemaal niet licht of vers, maar valt eerder onder de definitie van een melancholische slow burner. In het begin snap je niet goed wat er aan de hand is en waar je de draad moet vinden om je door het nummer heen te loodsen, maar na een tijd kom je wel tot het besef dat er iets heel, heel intens aan het gebeuren is. Zo intens dat je het nauwelijks hoort. (JVL)

Dinner – Turn me on

Er wordt de laatste tijd bloedserieus uit de jaren tachtig “geleend”, zonder een greintje humor. Dat is iets waar Dinner zich niet aan bezondigt. Hij doet zich consequent voor als een houterige Duitser die via een teletijdsmachine uit de eighties naar anno nu is geteleporteerd. In feite is hij een Deen die verdomd goed weet wat hij doet. Want hoe hilarisch ‘Turn me on’ ook moge zijn, het is verdorie catchy. Op optredens was het al een bommetje, maar nu wordt dit dingetje ook als single gelanceerd. Eindelijk. (MD)

Com Truise – Diffraction

We blijven nog eventjes in de jaren tachtig hangen met Com Truise. De meester van de synthwave bezorgt ons wederom een dolle rit in de DeLorean. Heel eventjes zijn we Pacman. Achtervolgd door blauwe spookjes, happen we naar gele bolletjes. Indigestie gaan we hier nooit van krijgen. Yummie. (MD)

Teleman – Dusseldorf

Jaren tachtig hoofdstuk drie: Georg Phillipp Telemann is een Duitse barokgrootmeester met meer dan tweeduizend (!) composities op zijn conto. Maar de Teleman waar wij het nu zullen over hebben moet het met een “n” minder stellen en is toch ietsje minder productief: twee albums heeft dit groepje al op zijn oeuvrelijst. Het laatste klonk, zonder overdrijven, helemaal als Fischer Z. ‘Dusseldorf’ is nog altijd pikwerk, maar nu kunnen we er niet, met de vingers in de neus, meteen één band opplakken. Dat kun je, in een gedesillusioneerde bui, “vooruitgang” noemen. Ja, dit nummer is een voorbeeld van het geleen waar we eerder in deze rubriek over morden, maar hé, het is aanstekelijk. Who cares? Duitse parlando’s voor iedereen! (MD)

Ital Tek – Redeemer

Je snapt bij het beluisteren van ‘Redeemer’ meteen waar de titel vandaan komt: het nummer voelt spiritueel en neemt je ook even mee uit de werkelijkheid. Hoewel de song gelukkig nooit echt helemaal comfortabel wordt, weet Ital Tek je op spannende wijze in vervoering te brengen met een vertraagde Panda Bear-hypnose en Holy Other-esque duisternis. (TK)

Amnesia Scanner – AS Crust

Met ‘AS Crust’ heeft Amnesia Scanner een erg bevreemdend liedje gemaakt. Het dystopische, rommelige karakter dat de sound van gelijkgezinde producers zo vaak typeert, is hier afwezig; de onrust vinden we dan weer wel terug. Die wordt heel subtiel aangebracht met kletterende elektronica, vreemde bliepjes en alienzang. Verder is dit nummer zo intrigerend omdat het overal lijkt tussen te vallen: het is geen clubmuziek, noch idm of pop. Net zoals op het vierpotige monster in de bizarre videoclip, kan je op ‘AS Crust’ moeilijk een label plakken, hoewel het in bekend terrein foerageert. Aanvankelijk deed dit stukje muziek me eigenlijk niet zoveel, omdat ik het al vaker gehoord had in mixen, maar daarna besefte ik pas dat de song meer dan enkel boeiend en nieuw is: de opbouw is subliem met een heerlijk aanzwellend middenstuk dat uitmondt in de herneming van een toegankelijkere structuur. Dit Duitse duo hypnotiseert ons en weet à la Holly Herndon “moeilijke” muziek te verpakken in een echte single. (TK)

Wench – Sick

Het is moeilijk te benoemen welke emotie deze ‘Sick’ je precies doet ervaren. Dit mes snijdt langs verschillende kanten, van liefdevol tot ondraaglijk droevig. Arca en Shayne Oliver maakten een nummer dat in al zijn kleinheid ontzettend groots en belangrijk aanvoelt. Het is een uiting van puur sentiment. (AB)

Angel-Ho x Chino Amibo – RING THE AMBIENCE

Er wordt een muur van waanzin gecreëerd in deze ‘RING THE AMBIENCE’. Een chaotische, industriële sfeer en een Beyoncé die nooit eerder zo dreigend klonk, maken dit tot een angstaanjagend en brutaal goedje. Angel-Ho en Chino Amibo trekken voluit de kaart van loeiharde intensiteit maar verliezen daarbij de song op zich nooit uit het oog. (AB)

CHINAH – Colder

Als hedendaagse band moet je heel erg voorzichtig omspringen met invloeden van James Blake (deze week net niet goed genoeg voor deze rubriek), The xx en Jai Paul, om verschillende redenen: Ten eerste, originaliteit blijft een must. Ten tweede, het is voorzichtig omspringen met de sound van deze acts, die sowieso al fragiel is. Ten derde, er zijn al zoveel andere artiesten met dezelfde voorbeelden. CHINAH bewijst gelukkig op ‘Colder’ z’n eigen ding te kunnen doen, met minimalisme, r&b, diepe bassen, echo’s en exotisch gekronkel. (TK)