Punch, Brothers, Punch: 19.04 – de tien beste nummers van de voorbije week

door Thomas Konings

Twee bands, drie covers, vier vrouwen, vier mannen en tien verschillende stijlen schopten het deze week tot in onze Punch, Brothers, Punch. Wat een fantastische week was het weer overigens, het muziekjaar 2015 is zo mooi.

Absolutely Free – Vision’s

Wat zou er gebeuren als Absolutely Free op Absolutely Free zou spelen? Naast de begrijpelijke verwarring die er zou ontstaan door de dubbele naam op de affiche zou het Genkse festival vooral heel hard omvergeblazen worden door deze Canadezen die zich voor hun bandnaam waarschijnlijk lieten inspireren door de gelijknamige song van Frank Zappa. Op ‘Vision’s’ zet de groep ons heel even op het verkeerde been om dan verwoestend uit te halen met gitaren en drums zich zich in je oren kerven en een zanglijn die je na drie luisterbeurten luidkeels meeroept. (BS)

Vicktor Taiwò – Feathers & wax

Met ‘Feathers & wax’ heeft Vicktor Taiwò een rijk maar subtiel liedje geschreven dat over een zoete doch mooie instrumentatie vooral de vocals in de verf zet. Die wisselen moeiteloos af tussen diepgewortelde soul die vanuit de buik komt en een nog emotionelere variant die vanuit het hart opereert en doet denken aan Bon Ivers heerlijke croon. Daardoor is deze nieuwe single een heerlijk ingetogen en smaakvol pareltje dat de grote gebaren van bijvoorbeeld Kwabs zijn laatste singles inwisselt voor een gezellige en echte atmosfeer. (TK)

P. Morris – BBHMMORRIS

De experimentele producer P. Morris (onder meer bekend van zijn werk voor Kelela) moet zich vast afgevraagd hebben hoe ‘Bitch better have my money’ geklonken zou hebben moest Kanye West het in 2013 geproducet hebben. Met loodzware beats en spookhuis-samples komt de Amerikaanse artiest dicht bij ‘Yeezus’ en dat mag beschouwd worden als een compliment. Op voortreffelijke wijze wordt een commerciële hit hier volledig uit zijn initiële context gesleurd en geïmplementeerd in slome horrortronica. (TK)

Mitski – Fireproof (One Direction cover)

Zoals net al doorschemerde bij het tekstje over ‘BBHMMORRIS’, ligt de kracht van een goeie cover meestal in de succesvolle manier waarop het origineel omgezet wordt naar een versie die aansluit bij de herwerker zijn of haar eigen sound. Ook Mitski toonde zich daar deze week meester(es) in met een adaptie van One Directions ‘Fireproof’. De cover zou niet misstaan op de Amerikaanse haar doorbraakalbum ‘Bury me at makeout creek’ en maakt van een poppy, prettig niemendalletje een emotioneel geladen tour de force die driftige gitaren en dito gevoelens laat horen. (TK)

Hudson Mohawke – Ryderz

Met ‘Ryderz’ vindt de Schotse bleekscheet Hudson Mohawke energie en euforie op een hele nieuwe wijze. Waar hij die gevoelens de voorbije jaren opwekte met maximalistische trapbangers, haalt hij ze nu naar boven met een simpele, maar vreselijk effectieve soulsample die in een overstuurde productie tegen verschillende tempo’s en met potsierlijke maar heerlijke overgangen verrassend goed tot zijn recht komt. (TK)

SOAP&SKIN – Mawal jamar

We kunnen er niet omheen: het was de week van de excellente covers. Ook SOAP&SKIN waagde zich aan een heel andere stijl en zwierde de mood van een nummer 180 graden om. De Oostenrijkse haalde het meest dramatische en donkere in de instrumentatie van Omar Souleymans ‘Mawal jamar’ naar boven en gaf de pikdonkere tekst een barbaars, maar gepast sadcoresfeertje mee dat dankzij excellente blazers diep intimiderend overkwam. (TK)

U.S. Girls – Damn that valley

Doorgaans beleeft ondergetekende lentedagen muzikaal gezien hetzelfde als de gemiddelde radioluisteraar: met Carly Rae Jepsen en Daddy Yankee op repeat dus. Af en toe mag het ook eens intellectueler en dan passeert ‘Damn that valley’ van U.S. Girls in de muziekspeler. De dubritmes en krasse zang van Meg Remy zijn het beste wat hypnagotic pop sinds lang te bieden heeft en met zijn tegendraadse toets voelt de song meer dan verfrissend. (TK)

PONYY – Actual

Wie geen voorstander is van de PC Music-sound kan maar beter uit de buurt van PONYY’s ‘Actual’ blijven. Het nummer trekt de esthetiek van het internetlabel tot in het extreme door met kenmerkende geluiden als chipmunkstemmen, trapstructuren en geluidjes die nog het meest lijken op het opblazen van een ballon. De lyrics van de song gaan als volgt: “LOVE LOVE LOVE LOVE MY HEARTS ONLY DIGITAL DIGITAL BUT YOU NEED AN ACTUAL ACTUAL GIRL”. Ze verwoorden perfect de spanning tussen de virtuele wereld en de echte wereld die in de beste post-internetkunst naar voor komt. (TK)

Girlpool – Before the world was big

In ‘Before the world was big’ vergeten de meisjes van Girlpool eventjes dat het niet de wereld is die groeit, maar het duo dat terug krimpt. De Amerikaanse zusjes laten hun innerlijke deugniet immers weer los en roepen meteen een beeld op van Pippi Langkous met simpele ideeën en naïeve zang. Toch is er meer aan de hand waardoor hun nieuwe single meteen hun beste werk tot op heden wordt: het refrein slaat dankzij die uitgeklede aanpak in met een streepje zoete melancholie. (TK)

JONES – Indulge

De debuut-ep van JONES wordt iets om naar uit te kijken. Rodaigh McDonald en A.K. Paul tekenden present voor de productie van nummers die we nog te horen krijgen, Raffertie zat achter de knoppen voor ‘Indulge’. Die eerste single toont het soort alternatieve r&b dat Banks in haar beste doen weet te brengen, terwijl een soort Solange-klasse ervoor zorgt dat de song niet cheap maar net heel stijlvol overkomt.