Singlereview: The Libertines – Gunga din

door Jens Van Lathem

De zoveelste rehabpoging van Peter Doherty bleek toch op één vlak vruchtbaar te zijn. Op Thailand verzamelden alle vier de likely lads om een nieuw album te pennen. ‘Anthems for doomed youth’ ligt vanaf 4 september in de winkels. Wij gingen bij onze redacteurs horen wat ze vonden van de terugkeer. Maak je vast voor een rollercoaster.

Bart Somers: Peter is afgekickt maar hey, The Libertines klinken frisser dan K3 op hun debuutalbum om halfacht ‘s morgens. Waarom smaakt yoghurt met bosbessen wel lekker en thee met mosterd niet? We hebben er eerlijk gezegd het raden naar. Wat we wel weten: Peter Doherty en Carl Barât samen is voor het indievolkje catchier dan een combi van Avicii-Guetta-Garrix ooit voor gelijk welke Tomorrowlandstage zou kunnen zijn, en dat is dubbel en dik terecht – 4.5/5

Jens Van Lathem: Ooit zag het er naar uit dat Doherty/Barât de Lennon/McCartney van onze generatie zou worden. De natuurlijke speelsheid waarmee ze elkaars liederen zongen of aanvulden en de nostalgische, idealistische thema’s van ‘Up the bracket’ (de louche buurten van Londen) en ‘The Libertines’ (het uiteenvallen van een heftige vriendschap) compenseerden moeiteloos het vaak slechte stelen van The Clash. Acht jaar (!) na een eerste live-reünie in Hackney is er dan nu ‘Gunga din’. Muzikaal is er nauwelijks iets veranderd, van de garagedub-invloeden tot het refrein waar The Yardbirds vast een dikke bedankbrief voor zullen ontvangen. Op zich is dat al genoeg om de wenkbrauwen op te trekken, maar toch is het vooral de ongemakkelijkheid van het alles die opvalt. Het refrein ontbeert de weerhaken die we gewoon zijn van The Libs, de schrijvers blijven in hun toegewezen hokjes met ongeïnspireerde teksten over verslaving en depressie. Met de woordspeling “feeling sick and tired / of being sick and tired” vervoegt Doherty zich als songwriter pur sang zelfs in een illuster rijtje voorgangers bestaande uit Anthony Kiedis, Anastasia en Papa Roach. Wie van hun festivalreünies doodleuk toegeeft dat het te doen was om de koude cash, en daarna met dergelijk matig nummer een nieuw album aankondigt, verdient nog even in het vagevuur van de scepsis te blijven zitten. Allemaal samen nu: “tell me where does all the money go /where does all the money go / straight up her nose” – 2,5/5

Mattias Goossens: Ik was een beetje sceptisch over de reünie van The Libertines, dat op papier vooral een wanhoopsdaad leek om de enigszins gestrande carrières van beide frontmannen uit het slop te halen. Het is daarom fijn om te ontdekken dat ‘Gunga din’ klinkt als een nostalgische terugblik op de grootste meezingers van de enfants terribles van de Britse indierock, en daarnaast meteen een potentiële toevoeging is aan het populaire canon dat op indiefeestjes wordt grijsgedraaid. Het aanstekelijk refrein, de kameraadschap-thematiek en lalala’s zorgen ervoor dat ‘Danger in the club’ van Palma Violets een nog zwakkere poging lijkt om het beproefde recept te imiteren. De weinige concurrentie die overblijft in de vijver van The Libertines lijkt deze zomer het onderspit te gaan delven tegen Doherty en company, en wie weet zelfs nog lang daarna – 4/5

Thomas Konings: Zelfs reanimatie kan dit levend lijk niet redden. – 0/5