Ter ere van Koningsdag: maak kennis met deze tien boeiende garagebands uit Nederland

door Gilles Dierickx

Dat België de laatste jaren een walhalla is voor zowat elk garage-gerelateerd genre, wordt bij iedere release of nieuwe show weer duidelijk. Er zijn labels (Oddie Records, Belly Button Records) en concertorganisaties (Hotjsumenas, Purple Panda, Rock Zerkegem) die zich specifiek en aan een intense frequentie bezighouden met de niche. En – misschien wel het belangrijkste – bestaat de scene intussen uit tientallen bands, elk met hun eigen stijl, kruisbestuiving of hoek af.

Maar globale muzikale golddiggers als we zijn, kan het geen kwaad eens over de grenzen te gaan kijken om te zien wat daar leeft. Ter gelegenheid van Koningsdag – zowat hun nationale feestdag – gaat de blik vandaag richting onze Noorderburen. Vorig jaar besprak ik al eens tien Nederlandse gitaargroepen – in de heel brede zin van het woord –, nu gaat het met ene veralgemening om een garagerock-overzicht. Want godsamme, het aanbod boven de grens is minstens even breed én boeiend als in ons land. Hier zijn tien bands die het beluisteren meer dan waard zijn.

Aftrappen doen we in Rotterdam, met Lewsberg. Het viertal vernoemde zich naar schrijver en mede-Rotterdamnaar Robert Loesberg. Verder: je vindt ze niet op Facebook (het kan!) en hun rammelende, titelloze debuutplaat verscheen twee weken geleden. Check single ‘Chances’, en je hebt meteen door hoe de groep schuifelt over de hele rockperiode tussen Parquet Courts en The Velvet Underground.

Iets meer richting kust, vlak boven Den Haag, ligt Voorschoten. Dat stadje heeft waarschijnlijk weinig meer te bieden dan The Mighty Breaks, maar dat is voorlopig voldoende. Vorig jaar kwam die groep met een self titled ep op de proppen, en daarin zit zowel psychedelica, shoegaze als garagepop vervlochten. Opvallend: de titels ‘Wodka on ice’ en ‘Teen pregnancies’ volgen elkaar op, dus we hopen voor de vijf jongemannen dat ze niet téveel uit hun eigen ervaringen hebben moeten putten bij het schrijven van de lyrics.

Laat ons hierna het tempo wat optrekken, met Mexican Surf. Recht uit het ongetwijfeld hardcore Oss – ergens tussen Nijmegen en ’s Hertogenbosch – vuurt deze groep een punky, donkere sound op je af. Ze kaapten al een finaleplaats weg op de ongetwijfeld belangrijke ‘Grote Prijs van Nederland 2018’ én krijgen steevast lovende woorden op 3voor12. Nog geen plaat, maar de hitsige single ‘Tropical pressure’ is een mooi begin.

Richting Noord-Nederland nu, voor Korfbal, ofte de band met de bizarste naam in dit rijtje. Het vierkoppige collectief is afkomstig uit en rond Groningen, en maakt melodische, snelle en catchy garagerock. Ik leerde ze kennen via een dj-set van Canshaker Pi, en raakte meteen verknocht aan het ep’tje met de minstens even belachelijke naam ‘Hitkrant’. Vooral ‘Attak’ is een oorwurm van formaat, zelfs met enkel de liveversie die op YouTube staat.

Iets rustigere aanstekelijkheid vind je bij Afterpartees, uit Nederlands-Limburg. Begin dit jaar verscheen met ‘Life is easy’ al de tweede worp van het vijftal – zowaar via Excelsior Recordings, waaronder ook Triggerfinger en Spinvis zitten. Afterpartees zijn inderdaad de kleinste niet meer, bewezen passages op Pinkpop, Lowlands en Best Kept Secret. De titeltrack van het album etaleert groovende indiepop met een zonnig garagerandje en de eigenwijze vocals van frontman Niek Nellen – een beetje de constante op de hele plaat, maar daarover hoor je ons niet klagen.

Fungo Bat begon als het alias van de twintigjarige muzikant Sam Verbeek. Het was via Noisey – uiteraard – dat ik terechtkwam bij deze redelijke weirdo, en wel omdat hij volgens de titel “de bassist van The Homesick in een auto vol mayonaise stopte”, voor een clip vorig jaar. De kerel wordt in bandvorm bijgestaan door allerlei bevriende muzikanten uit de scene, en het is in dat verband dat ook de debuut-ep van Fungo Bat uitkwam. Vier enthousiaste, stevige en ietwat psychedelische garagesongs, alsof Tame Impala een korte one-nighstand had met Wavves en Sam vanuit de kleerkast meekeek. Vet.

Je vindt misschien niet veel vrouwen binnen de garagescene, maar Pip Blom zet de gemiddelde frontman zó in de schaduw. Eveneens opererend vanuit de Nederlandse hoofdstad staat ze met haar gelijknamige band, met ook haar zus in de gelederen, garant voor korte, pittige gitaarliedjes die de juiste portie lofi niet schuwen. Dat legt haar geen windeieren: binnenkort vertrekt het viertal voor de derde keer op een aanzienlijke tour doorheen Engeland en support ze later deze lente nog The Breeders en The Vaccines. We zien ze nog status verwerven in België, gegarandeerd.

Charlie & The Lesbians (foto) is een van de recentste revelaties uit Brabant. De Tilburgs-Eindhovense band zocht het voor z’n naam niet te ver, met een frontman die Charlie heet en een lesbische ritmesectie. De interessante mix van garagepunk, hardcore en noise, die hen binnenkort in het voorprogramma van Shame én naar het Britse showcasefestival The Great Escape brengt, ligt dan weer niet zo voor de hand. Dit ‘Hating my life’ is zo rauw, hees en intens dat de vuile clip nog het minst indruk maakt.

Ook uit Eindhoven, even donker en punk maar dan met electronica in plaats van overstuurde riffs: G.O.D., het recente project van Yannick Verhoeven (Cairo Liberation Front, Ramses3000) en Jasper Grave (Lookapony). De twee combineren hun eigenzinnige producer- en zangtalenten tot een minimalistisch geheel aan opzwepende synthbeats, wat hen zopas nog tot support van Sleaford Mods maakte. Vorig jaar deed ik hier nog de première van eerste single ‘Hell, en die krijg je nu met clip nogmaals voorgeschoteld.

Wat slacker mag hier uiteraard ook niet ontbreken, en die komt in de vorm van KIEFF. Naar eigen zeggen brengt het vierkoppige jolige groepje post-punk zjwenkierock, en als ze daarmee bedoelen dat ze graag zweverige melodietjes op een fuzzy fundament bouwen, klopt dat helemaal. Na een demo, twee jaar terug, kwam de band uit Oegstgeest (dichtbij Leiden) eind januari met een nieuwe ep, ‘Noise/relapse’. Rammelend, charmant nonchalant, overtuigend vanaf noot één.

Foto door Tim Ditzel