‘Where does a body end’ is veel meer dan een documentaire over Swans

door Jonas Van Laere

Sommige bands rechtvaardigen het idee om er een documentaire over te maken. Omdat ze enerzijds een lange staat van dienst hebben, wegens hun atypische levensloop of anderzijds omdat het leidt tot een betere of andere kijk op de band. Omwille van al deze redenen vond regisseur Marco Porsia het dringend tijd om een portret te maken van de New-Yorkse post-punkband Swans.

Meer dan vijf jaar maakte hij deel uit van de inner circle van de band, waarbij hij langzaamaan hun vertrouwen won en letterlijk en figuurlijk inkijk kreeg in het huishouden van Swans. Porsia was aanwezig tijdens optredens, repetities, opnamesessies en het soms confronterende leven op tour. Zo gebruikte hij ook het interview dat Indiestyle had met Michael Gira naar aanleiding van ‘The glowing man’ als één van de vele bouwstenen van de documentaire  ‘Where does a body end’ – al dekt de term documentaire misschien te weinig de lading van een film die ook een tourdagboek, concertverslag en een biografie van het leven van een kunstenaar is. Door deze intensieve aanpak verkreeg Porsia een compleet en intiem beeld van een band die betrokkenen (bandleden, fans, familie, concertorganisatoren) op alle mogelijke manieren weet uit te dagen. Hoe verschroeiend en uitputtend ze de laatste jaren live klinken, des te slopend gaat het er soms ook achter de schermen aan toe. 

Dat laatste heeft Swans te danken aan de enige constante: zanger en songschrijver Michael Gira. Hij stond in 1982 aan de wieg van de band en is na meer dan 35 jaar nog steeds de meedogenloze stuwkracht. Of zoals percusionist/multi-instrumentalist Thor Harris het verwoordt: “Michael is not a fearless person, but he is a fearless artist”. ‘Where does a body end’ is daardoor meer dan het verhaal van een band, maar tevens ook de muzikale biografie van Gira en hoe zijn visie, zijn karakter, zijn keuzes en zijn liefdes het pad van Swans hebben bepaald. 

Wie, net als ik, Swans pas leerde kennen na hun reïncarnatie in 2010, zal tijdens het bekijken van ‘Where does a body end’ een pak meer inzichten in de band verwerven – wat dan weer een stimulans vormt om toch maar eens in de muzikale geschiedenis van de band te duiken. Dat Swans ondertussen bijna dertig personeelsleden heeft gekend is op zich al opmerkelijk, maar dat ondanks dit enorme personeelsbestand en de gecontesteerde orkestleider Gira, ze bijna allen trots terugblikken op hun periode bij Swans, lijkt bijna onverzoenbaar. Michael Gira zal meer dan eens zowel de cohesie en de adhesie van de band en hun muzikaal pad versterken. Zijn compromisloze houding bezorgde de groep z’n reputatie, maar vertaalde zich ook meermaals in zelfdestructie. 

De oorsprong van Gira’s houding ligt in zijn conflictueuze relatie met zijn ouders, die zijn rebelse kant tot het uiterste lijken te voeden – waardoor hij uiteindelijk op zijn zestiende vier en een halve maand in een gevangenis in Jerusalem belandt. Die drang om op non-conformistische wijze op zoek te gaan naar extreme emoties resulteert op het podium in de bijna transcenderende ervaring tot wat een Swans-optreden heden ten dage geëvolueerd is. De provocateur Gira is ondertussen een bezieler geworden die blijft op zoek gaan naar extremen en zich er doorheen al die jaren regelmatig in verloren heeft. Desalniettemin bleek Gira een feniks die steeds uit zijn as wist te herrijzen. 

De vele metamorfoses van Swans werden telkens beïnvloed door steeds wisselende factoren. De opslorpende liefde van Gira voor zangeres Jarboe, zijn opstandige jeugd, de drang naar een grotere afzetmarkt… Telkens kwam ook de keerzijde van de medaille: de depressie, de verslaving, de vereenzaming, tot het voorlopige eindpunt in 1997. Maar bloed kruipt waar het niet gaan kan en wanneer Swans in 2010 opnieuw muteert creëert het een nieuwe bestaanswereld. Waar andere bands die zich aan een ‘reünie’ wagen en na een opstoot van populariteit erna vaak een verval zien in toeschouwers, vulde Swans geleidelijk aan grotere zalen. Toch lijken alle voorgaande stadia noodzakelijk om anno 2019 uit te groeien tot één van de krachtigste en opwindendste live-bands. 

Swans/Gira heeft de muziekindustrie beïnvloed tot op het niveau dat artiesten als Thurston Moore (Sonic Youth), Jenny Beth (Savages), Amanda Palmer (The Dresden Dolls), Blixa Bargeld (Einsturzende Neubauten, Nick Cave & The Bad Seeds) en Karen O (Yeah Yeah Yeahs) hem als belangrijk en invloedrijk voor hun eigen carrières zien. Gira’s sjamanistische houding in combinatie met het woeste en verstorende karakter van de vertraagde en immens luide postpunk maakt zoveel los dat Swans van bij de start een verpletterende indruk op velen heeft gemaakt, en zijn blijven doen.  

“What makes Swans unique is that Michael is the real deal, he’s crystalizing this vision that he has had. He is still able to tap in this fundaments of life, very basics feelings. There’s an honesty and passion and a realness of what Michael’s doing. And he does that at the expense of everything. And when he’s in the middle of that musical maelstrom, that’s all that matters to create that moment of ecstasy and that moment of euphoria.” (JG Thirwell – Foetus/Manorexia/Steroid Maximus)

Één van de meest opmerkelijke scènes die daarop inspeelt is het verslag van de bands allerlaatste optredens in het voorlopig laatste tijdperk van Swans in 2017. Ondanks maandenlang touren moest er – volgens dictator Gira – voor elke show gerepeteerd worden. Daarbij bleef Gira tot het laatste moment aanpassingen aan de nummers doorvoeren, tot frustratie van zijn muzikanten. Te meer omdat de muzikaal ongeschoolde Gira soms de grootste moeite had om wat hij voor ogen had ook te vertalen naar muzikale richtlijnen. Dit zorgde meermaals voor hoog oplaaiende ruzies tijdens repetities, wat duidelijk aan bod komt in de film.

Het uitermate boeiende aan ‘Where does a body end’ is dat het een imperfect en onverbloemd verhaal vertelt. Het is de onvolmaaktheid en de volharding van Michael Gira die Swans tot één van de meest meeslepende bands heeft gemaakt. En daarmee is deze film niet zomaar een documentaire over een band, het is evengoed een humaan en filosofisch verhaal over evolutie, de zoektocht naar en het resultaat van artistieke impact en het creëren van een tijdelijk universum waarbij het overbrengen van uitgepuurde basisemoties centraal komt te staan. 

Wie ‘Where does a body end’ zelf wil bekijken moet wel nog even geduld uitoefenen, of zich wenden tot één van de Europese screenings. Meer info vind je op https://www.wheredoesabodyend.com/