Dour Festival 2016: zo blikt de organisatie erop terug

door Thomas Konings

Ook dit jaar weer was Dour een niet te missen afspraak op de festivalkalender met een eclectische line-up die liefhebbers van alle genres verenigde. Meer bezoekers dan ooit zakten af naar de Waalse wei en waren zo getuige van een hele hoop legendarische momenten. Het publiek kreeg bovendien een aantal nieuwigheden te zien, zoals een negende podium en metaaldetectoren aan de ingang. Na afloop van het festival vroegen we aan persverantwoordelijke Marc Steens hoe de organisatie zelf terugkijkt op die veranderingen, en hadden we het ook over onvermijdelijke onderwerpen als drugs, weer en programmatie.

Sigur Rós

Foto’s door Xavier Marquis. 

Laten we beginnen bij het weer, dat verrassend goed was.

We mogen zeker niet klagen dit jaar. Ik denk dat het wel een verademing was na het rotweer van de voorbije weken. Het bleef toch min of meer droog, op een bui op woensdag en eentje op donderdag na en het was ook niet echt te warm. Ideale festivalsomstandigheden dus, en dat heeft ook z’n invloed gehad op de goeie sfeer.

Waren jullie voorbereid op slecht weer?

We hebben wel lessen getrokken uit het verleden wat dat betreft. Nu, in tegenstelling tot Rock Werchter zijn wij geen eigenaar van ons festivalterrein. Waar zij hun grond kunnen draineren, gebeurt dat bij ons niet omdat we het gewoon niet kunnen als huurder. We hebben er wel voor gezorgd dat er bij de opbouw zo weinig mogelijk op het terrein zelf gereden werd door opleggers, vrachtwagens en andere zware voertuigen. En waar ze toch kwamen, hadden we metalen platen gelegd. Die waren zeker de eerste twee dagen nog wel nuttig om festivalgangers over het terrein en naar de camping te loodsen. Verder lag er grind klaar om op de meest gevoelige plekken te strooien, moest het toch nog slecht weer worden.

Deze Dour werd een beetje overschaduwd door die ene drugsdode. Voelde dat ook zo aan voor jullie als organisatie?

Dat drukte voor ons wel op de sfeer moet ik zeggen. Het laat een bittere nasmaak na, op een voor de rest heel succesvolle editie. ‘t Is heel jammer dat een jong iemand van 26 slachtoffer wordt van LSD die hij gekocht had op de camping. We proberen daar in de mate van het mogelijke maatregelen tegen te nemen. Er zijn politiecontroles en controles aan de ingang, maar we roepen mensen vooral ook op om hun gezond verstand te gebruiken en dergelijke dingen niet te doen. Er gaan altijd wel mensen zijn die zo’n raad niet opvolgen, met soms heel pijnlijke gevolgen.

Zijn er nog meer maatregelen die jullie nemen om mensen te beschermen?

Wij werken al een aantal jaar samen met Modus Vivendi, een vzw in het Franstalige landsgedeelte. Die wordt ondersteund vanuit de overheid en heeft de opdracht om mensen te sensibiliseren rond alcohol- en drugsmisbruik. Je kan daar op een anonieme manier je pillen laten testen. Het feit dat we daar in het verleden vrij open over gecommuniceerd hebben is ons niet altijd in dank afgenomen door de publieke opinie. Er werd dan snel gezegd dat bij ons alles kon. Wij vinden dat dergelijke zaken, hoe moeilijk die soms ook liggen of hoe groot het taboe ook is, bespreekbaar moeten zijn.

Kenji Minogue

Dour wordt al te vaak met drugs gelinkt, hoe ervaren jullie dat?

Zeker in de mainstream-media gaat het daarover. Als het dat niet is, dan hebben ze het wel over het slechte weer en de modder, of controles aan de ingang. Al te vaak draait het bij die verslaggeving rond randfenomenen waar bezoekers relatief weinig aandacht aan schenken of zelfs niet mee bezig zijn. Voor het merendeel van de bezoekers draait het nog altijd om de muziek, om de sfeer, om zich te amuseren en om ontdekkingen te doen. Jammer genoeg wordt dat dus soms een beetje overschaduwd door het randgebeuren. Dat is ook spijtig voor het team dat een heel jaar lang een geslaagde editie in mekaar probeert te steken. We krijgen dat dan een beetje in ons gezicht geslingerd en da’s niet altijd plezant.

Er is misschien al wel beterschap op dat vlak. Die gaat gepaard met een zekere professionalisering?

Ik denk dat we veel geleerd hebben uit de editie van 2007, toen het podium van plaats veranderd was en er tegelijk een onvoorzien grote toevloed was op de camping. Dat heeft ons genoodzaakt om de camping het jaar nadien in verschillende stukken op te delen zodat organisatorisch alles vlotter zou verlopen. Om je verder een idee te geven: toen ik in ’98 voor het festival begon waren er twee mensen in dienst. Intussen zijn dat er een stuk of twaalf. Samen met het aantal podia en dagen, zijn ook de mensen die het hele jaar door voor het festival werken exponentieel gestegen. Dat was ook nodig om die professionalisering verder door te zetten. Je gaat het niet meer meemaken dat groepen op een veel te laat tijdstip aan hun set moeten beginnen of op een ander podium dan gepland moeten spelen. Die kinderziektes zijn er echt wel uit.

Je haalde net het aantal gestegen dagen aan. Vorig jaar was die extra dag gekaderd in de feesten rond Bergen als Europese cultuurhoofdstad, nu is die gebleven. Was dat een succes?

Ja, we deden dat omdat het publiek daar om bleef vragen. Mensen komen op woensdag al naar de camping en dan vinden wij het beter om ze al iets te kunnen aanbieden naast het kamperen. We zorgen er dan wel voor dat de concerten niet te vroeg beginnen, zodat mensen niet te vroeg moeten aankomen. De infrastructuur staat er, dan weegt de meerkost om een dag extra te programmeren niet op tegen de voordelen die ermee gepaard gaan. Dus doen we dat met plezier en dat zal volgend jaar ook het geval zijn.

Hoe kijken jullie terug op de metaaldetectoren?

Wie hebben die maatregel noodgedwongen moeten nemen, weliswaar in samenspraak met andere festivals. Wij hadden het uiteraard liever niet moeten doen, omdat het plezanter blijft als je die metaaldetectoren niet nodig hebt. Het heeft een afschrikkend effect voor mensen die kwaad in de zin hebben, maar het geeft ook een vreemd gevoel bij de festivalgangers. Omdat we de veiligheid zoveel mogelijk willen garanderen konden we spijtig genoeg niet anders.

Heeft het voor problemen gezorgd? Af en toe leken de wachttijden er wel door toe te nemen.

Da’s onvermijdelijk natuurlijk. Mensen moesten ook spullen uit hun zakken halen en rugzakken werden eveneens gecontroleerd. Dan is het logisch dat er langere wachtrijen staan dan anders. Over het algemeen zijn mensen daar wel heel volwassen mee omgesprongen en hebben we eigenlijk weinig of geen klachten gekregen daarover.

Wat wel opviel is dat de hele weg naar de wei vol lag met die zakjes.

We hebben het daar op voorhand intern vrij lang over gehad. De productiechef heeft de beste offertes eruit gepikt om voor het minst belastende materiaal te kiezen. Beter dan dit hadden we voorlopig niet gevonden. We hoopten ook een beetje dat mensen die zakjes zouden bijhouden als souvenir, omdat er ook een Dour-logo opstond, maar dat hebben we een beetje onderschat.

Er zijn ook andere ecologische maatregelen die jullie genomen hebben?

We zitten mee in het Demo-project, samen met onder meer 4AD en De Kreun, waarbij het de bedoeling is om de evenementen verder te verduurzamen op vlak van transport, energieverbruik en afvalverwerking. Daarmee staan we op Dour al vrij ver, in die zin dat er een team is van het Groene Kruis dat zorgt voor de opkuis van het terrein. Mensen kunnen verder drankbekers binnenbrengen in ruil voor drankbonnetjes. Op bepaalde plaatsen van het terrein werken we daarnaast met herbruikbare bekers en zogenaamde droge toiletten. En het afval dat ingezameld wordt op het festivalterrein wordt eigenlijk ter plaatse al getrieerd in een speciaal parkje dat daarvoor is ingericht.

Hoe tevreden waren jullie met de headliners? Hier en daar lazen we de kritiek dat er voor Pixies en Sigur Rós weinig volk was.

Het terrein is vergroot voor het hoofdpodium: er konden een pak meer mensen op dan bij de vorige edities. Het is zo dat de wei inderdaad niet helemaal vol stond, maar dat maakte dat mensen relatief dichtbij op een comfortabele manier naar het optreden konden kijken. We merken de laatste jaren wel dat er vaak meer aandacht gaat naar de elektronische acts dan naar de live-acts. Bij Skepta puilde de tent uit, terwijl de tent bij Madball maar voor vier vijfde gevuld was. Dat zijn opmerkelijke trends die je ook tegenkomt op het hoofdpodium.

Zijn dat trends waar jullie op gaan inspelen?

Ik denk dat we met een vrij goed evenwicht zitten tussen goeie live-acts en indiemuziek enerzijds en het beste uit de elektronische muziekscene anderzijds. En da’s ook een evenwicht waar onze programmatoren over willen waken en dat Dour uniek maakt. Dus ik zie niet meteen reden om daar aan te sleutelen.

Ho99o9

Is de Red Bull Elektropedia Balzaal de tweede main stage geworden?

Zo zou je het wel kunnen stellen. Waar dat de klemtoon op het hoofdpodium blijft liggen op de live-optredens, draait het op de Red Bull Elektropedia Balzaal om dj’s en elektronische acts die daar voor een groter publiek hun ding kunnen doen. Oorspronkelijk was dat een tent, een aantal jaren terug, maar we merkten snel dat die uit z’n voegen barstte. We waren trouwens op het idee voor die naam gekomen in de Vooruit, tijdens een Lefto-avond georganiseerd door Democrazy (Een van de zalen daar heet Balzaal, nvdr). En balzaal vonden we wel tof om te gebruiken als naam voor een tent. Intussen is de tent dus verdwenen, maar het podium is gebleven om er een groot openluchtfeest van te maken.

Nieuw was een negende podium, de Cubanisto.

Voor ons was dat een geslaagd experiment. Ik denk dat het gedaan heeft waar we het voor opstelden: jongere, kleinere producers en dj’s een kans geven, zoals livegroepen die ook krijgen in Le Labo. We zijn tevreden dat we die stap gezet hebben. Het podium gaat waarschijnlijk volgend jaar blijven, de eerste reacties waren positief dus denk ik dat we daarmee verdergaan.

Cubanisto is heel prominent als hoofdsponsor, hoe staat Dour tegenover samenwerkingen met zo’n merken?

Wij gaan daar eigenlijk vrij pragmatisch mee om. Het is niet zo dat die merken een veto kunnen stellen over de programmatie. Onze programmatoren krijgen carte blanche van hen om dat podium in te vullen op artistiek vlak. Wij krijgen van hen wel steun bij het inrichten en da’s voor ons dankbaar. Als organisatie met relatief weinig subsidies betekent dat een kostenbesparing, en tegelijk biedt het een meerwaarde voor het publiek. Dour staat gekend als een festival waar je relatief weinig betaalt voor een ticket en ‘t is dankzij de inbreng van sponsors dat we die toegangsprijs zo laag kunnen houden. We moeten een beetje geven en nemen.

Die lage toegangsprijs is belangrijk voor jullie?

Ja die is heel belangrijk. We zitten nu eenmaal in de Borinage, een regio die niet meteen bekend staat als de rijkste streek van het land en we willen het plaatselijke publiek de kans geven om tegen een aanvaardbare prijs naar het festival te komen.

Wat gebeurt er nu in de dagen na het festival op Dour?

Er is nu een ploeg aan het werk die in drie weken de volledige opkuis van het terrein verzorgt. De eerste weken is die ploeg uitgebreid en gaan we met de grote borstel door het terrein. Daarna moeten we echt wel bijna meter per meter het gras doorzoeken om ervoor te zorgen dat sigarettenpeuken worden opgeraapt en lipjes van drankblikjes verdwijnen, aangezien er op die wei binnenkort opnieuw koeien grazen. Die hebben ook recht op een propere wei. Daar zorgt een groot team van vrijwilligers voor: chapeau voor hen en ook een oproep aan bezoekers om eens na te denken vooraleer ze iets weggooien op de camping.

Tegen dat de opkuis gedaan is, wordt het al bijna tijd voor Bxl Mon Amourrr. Wat mogen we daarvan verwachten?

Eigenlijk een feestje, in Dour-stijl. De nadruk gaat liggen op elektronische muziek en het gaat plaatsvinden in Brussel op 29 oktober. De eerste namen daarvan zijn intussen al gekend. Zoals gezegd, de nadruk ligt op elektronische muziek. Voor ons een manier om ons publiek tijdens het jaar verder te verwennen.

Het is eigenlijk een soort van I Love Techno?

Ja, eigenlijk zou je ‘t zo wel kunnen beschouwen. Ik had het zelf zo nog niet bekeken, maar misschien vullen we in zekere zin wel een beetje dat gat in.

En het is een makkelijke manier op een soort van identiteit rond Dour op te bouwen?

We voelen dat er heel erg een community leeft rond het festival, en als je die maar één keer per jaar ziet is dat misschien net iets te weinig. Vandaar hebben we besloten om het Dour-gevoel door te trekken naar Bxl Mon Amourrr, dat zoals de naam zelf zegt in onze hoofdstad plaatsvindt. Op die manier brengen we Brussel ook positief in de kijker.

Tot slot: wie heb je zelf kunnen zien en wat vond je heel goed?

Tijdens het festival heb ik relatief weinig tijd om dingen te zien. Ik was heel erg onder de indruk van wat Rhye gepresteerd heeft op donderdag, dat doet me wel naar meer smaken. Ik zou ze graag aan het werk zien in een zaal. Zowel Django Django als Pixies hebben echt wel bevestigd voor mij. Sigur Ros was hemels mooi en ik onthou ook de energie van Dope D.O.D., zelfs om half zes in de namiddag. En voor mij was de verrassing Floating Points live. Heel mooi en bijzonder geslaagd.