Interview Kodaline – Iedereen heeft spijt over de dingen die hij deed toen hij 17 was

door Filip Van Der Elst

We komen ze wel vaker tegen: bands met melige pianoballads die “recht uit het hart” komen, gezongen door pseudo-tieneridolen die nog maar net van onder moeders rokken weg zijn. Wat onderscheidt Kodaline van die categorie? Misschien wel het gegeven dat ze die periode eigenlijk al achter de rug hebben en er nog steeds/opnieuw staan. Midden vorig decennium werden ze ontdekt tijdens een talentenjacht op televisie en onder de naam 21 Demands boekten ze zelfs een nummer 1-hit in de Ierse charts. Die bladzijde hebben ze omgeslagen: op hun debuut-EP staan nog steeds tearjerkers van jewelste, single ‘All I Want’ om er maar eentje te noemen, maar dat hoeft geen slechte zaak te zijn: de melodieën zijn dik in orde, en de stem van Steven Garrigan snijdt als een warm mes door de boter. Het was eind januari aan de jongens om ons in een gesprek definitief duidelijk te maken hoe serieus ze het menen.

Indiestyle: Jullie EP is nog maar pas uit. Daar is twee jaar tijd in gekropen. Da’s langer dan normaal, hoe komt dat?
Steven Garrigan (piano/gitaar/zang): We moesten gewoon een beetje opgroeien. De songs handelen over het leven, over dingen die echt met ons gebeurd zijn. Daar gaat altijd wel wat tijd over.

Indiestyle: Steven, je hebt ook je universiteitsstudies overboord gegooid om je hiermee bezig te kunnen houden. Zorgt dat voor extra druk?
Steven: Niet echt. Ik zou sowieso altijd muziek zijn blijven spelen, net als de rest van de groep. Het is wat we altijd gedaan hebben. Ik heb een jaar gestudeerd, maar ik kon er echt niet tegen en werkte ook toen al de hele tijd aan muziek. Dus heb ik het besluit genomen om muziek te blijven spelen en de rest vaarwel te zeggen.

Indiestyle: Hier zit je dan, zonder studies en met Kodaline. Wat is het doel van deze band?
Mark Prendergast (gitaar): Simpel: muziek maken en op plaatsen komen waar we nog nooit zijn geweest. We hebben de laatste vier maanden al zoveel kunnen reizen en hebben daardoor al voor zoveel mensen kunnen spelen, al mag daar gerust nog wat bijkomen voor ons. Altijd fijn om nieuwe plaatsen te ontdekken.

Indiestyle: Wil je Ierland daarmee ontvluchten?
Mark: Daar zijn we misschien al een beetje in geslaagd. Ach, hoewel het altijd leuk is om terug thuis te komen, heeft het toch wat om eens vier maanden weg te zijn. We hebben er enkele uitverkochte optredens in Nederland opzitten, en dat was ontzettend fijn om te doen. Binnenkort staan er ook nog België, opnieuw Nederland, Duitsland, Frankrijk en heel het Verenigd Koninkrijk op het programma. We gaan gewoon waar we kunnen.
Steven: We hebben ook voor het eerst optredens in New York en Los Angeles, da’s toch ook iets waar je naar uitkijkt. Het is cliché en mooi tegelijk: we zijn een gloednieuwe groep, niet veel mensen kennen ons tot nog toe, maar ze komen wel massaal naar onze optredens. Daar doe je het als band voor. Wij zijn al blij dat we voor mensen kunnen spelen, en daarna is het aan hen om te bepalen of ze ons tof vinden.

Stel nu dat je op je 17de een dagboek had waarin je veel schreef, en je zou dat nu opnieuw lezen, hoe zou je daarover denken? (lacht)

Indiestyle: Kodaline is nieuw, maar tegelijkertijd ook niet, want jullie hebben eigenlijk al een verleden in de muziekwereld?
Steven: Inderdaad. Wat we deden als 21 Demands was wel helemaal niet te vergelijken met wat we nu doen. Het verschil met toen is dat we nu volwassen geworden zijn (lachje). Iedereen schaamt zich wel voor dingen die hij deed toen hij 17 was. We hadden een song die het tot nummer één in de charts schopte (‘Give Me A Minute’, red.), eigenlijk was dat een verschrikkelijk lied. Ach, we hebben er tenminste veel plezier aan beleefd. Maar daar blijft het wel bij. Je moet geen songs uit die periode in onze optredens verwachten bijvoorbeeld (algemene instemming).
We hebben sindsdien een beetje aan “soul searching” gedaan: dit is wie we nu zijn, 21 Demands behoort tot het verleden. Stel nu dat je op je 17de een dagboek had waarin je veel schreef, en je zou dat nu opnieuw lezen, hoe zou je daarover denken (lacht)?

Indiestyle: Jullie hebben heel persoonlijke teksten, over stukgelopen relaties en meer universele muziekthema’s. Is er een grens aan hoe diep je wil gaan, delen van jezelf die je niet wil blootgeven?
Steven: Niet echt. Eigenlijk onderwerpen we in onze muziek ons dagboek aan het oordeel van de mensen. Daar dient muziek toch voor?

Indiestyle: Is het een doel om 16-jarige meisjes aan het huilen te brengen?
Jason Boland (bas): Da’s slechts een neveneffect (hilariteit).
Steven: Het spijt ons als dat gebeurt (lacht). We schrijven gewoon waarover we voelen, zo eerlijk mogelijk. Da’s ook hoe je de muziek vers en origineel houdt. Elke relatie en elke persoon die daardoor gaat heeft zijn of haar eigen visie. Ik zie mezelf niet in staat om over andere dingen te schrijven. Je hebt nergens zo’n goeie binding mee als met je eigen gevoelens. Voor ons voelt dat ook helemaal niet cliché aan.

Indiestyle: Probeer je daarmee ook een persoonlijke revanche te nemen? Als je zingt over stukgelopen relaties, denk je dan bij jezelf: “Aha! Kijk eens waar ik sta!”?
Jason: Da’s dan weer een beetje vijandig, en zo zijn we helemaal niet. We beschrijven hoe we ons voelden op een bepaald moment, zonder het per sé in het gezicht van die persoon te willen wrijven. We proberen enkel eerlijk tegenover onszelf te blijven.

Indiestyle: Een krantenartikel omschrijft jullie als een mix tussen Coldplay, Mumford & Sons en de vroege naïviteit van U2. Nogal wat adelbrieven, hoe staan jullie daar zelf tegenover?
Mark: We hebben die vergelijkingen wel al vaker gehoord, we liggen daar ook niet echt meer wakker van. Het gaat altijd wel zo: als er een nieuwe band opduikt, moet die plots met andere groepen vergeleken worden. Ik denk dat mensen een soort houvast zoeken wanneer ze iets nieuws horen, een ankerpunt. Ons steken ze in die hoek, dat laat ons nogal koud: we staan er niet voor te springen, maar het stoort ons ook niet.
Steven: Ik snap dat ook wel: niet veel mensen kennen ons, en ze weten sneller waarover het gaat als ze ons ergens mee kunnen vergelijken. Da’s tof, en dat zijn allemaal grote bands, dus is het ergens wel een eer om daarmee vergeleken te worden. Onszelf is die link eigenlijk nooit echt opgevallen. Wanneer we in de studio zitten, denken we alvast niet hoezeer we op het volgende nummer als Coldplay zullen klinken.

Als er een nieuwe band opduikt, moet die altijd met andere groepen vergeleken worden

Indiestyle: ‘All I Want’ groeit langzaam maar zeker uit tot een radiohit. Komt dat aan als een verrassing?
Jason: Toch wel, je kan succes niet echt voorspellen. Je denkt bij het maken van een EP niet “aha, dit zal onze hitsingle worden”. Je brengt het uit en je ziet wat er gebeurt.
Mark: Succes voorspellen is een riskante bezigheid. Alles komt neer op persoonlijke smaak, en dat is zo divers dat je dat onmogelijk vooraf kunt inschatten. We hadden zelfs niet gedacht dat ‘All I Want’ een single zou worden. We hebben de EP gemaakt, met een video voor ‘All I Want’, en plots pikten enkele radiodeejays die op. We zijn zo onder meer langs geweest bij een programma op BBC Radio 1, en dat heeft absoluut geholpen. Nadien is het langzaam maar zeker op gang gekomen in de UK.

Indiestyle: Zou je dan een jaar geleden voorspeld hebben dat je nu persdagen zou houden in België?
Steven: Niet echt. België is een schitterende stad trouwens. We verwachtten niet echt dat…
Mark (onderbreekt): …Zei je nu dat België een schitterende stad is (hilariteit)?
Steven: Excuses, ik ben al op sinds zeven uur vanochtend. En ik ben ook gewoon nogal dom (lacht).
We zijn nooit echt bezig geweest met waar we binnen afzienbare tijd zouden staan of hoe populair we zouden kunnen worden. Opnieuw, het enige wat we onszelf voorhielden: gewoon de hand op het hart leggen en vertellen wat we te zeggen hebben. Voor al de rest ben je afhankelijk van de persoonlijke smaak van de mensen. Dus blijf je beter gewoon jezelf in de hoop dat die mensen appreciëren wat je doet. Verwachtingen waren er dus niet, maar blij dat we de kans hebben om zoveel optredens te spelen en meer muziek te maken zijn we des te meer.

Indiestyle: Wanneer zijn jullie dan door een groot label als Sony opgepikt?
Mark: Ergens in de zomer. We werden eind 2011 opgepikt door een klein indielabel, B-Unique, en daar heeft Sony ons opgemerkt. Maar veel verschil geeft dat niet: de mensen vinden het leuk wat we doen, en wij proberen dat zo lang mogelijk vol te houden.
Steven: Het leuke is ook dat we de volledige controle behouden over wat we doen. We kunnen dus niet meepraten over verhalen van grote labels die je vrijheid afnemen.
Jason: Ze duwen ons ook niet in een bepaalde hoek. Geen idiote discussies over wat we mogen dragen en wat niet, geen problemen met plaatsen waar we willen optreden enzovoort. Sony was trouwens ook al onze verdeler toen we nog bij B-Unique zaten, dus op dat vlak is er niet eens zoveel veranderd.

Indiestyle: Jullie hebben ook op het Eurosonic-showcasefestival in Groningen gespeeld. Is dat een goede manier om je als band bekend te maken bij het grote publiek?
Steven: Dat weet ik niet zeker, maar het was alvast een geweldige ervaring. 300 acts speelden daar, je kon altijd en overal naar groepen gaan kijken. We hebben negen optredens op twee dagen gespeeld: hectisch, maar wel best fijn (lacht). En de reactie bij het publiek was meer dan behoorlijk, dus we zouden het gerust een miljoen keer opnieuw doen. Het is natuurlijk niet gemakkelijk om er tussenuit te schieten als er zo’n groot aanbod is. Maar meer dan het beste van jezelf geven kan je eigenlijk niet doen.

Indiestyle: We hebben in de coulissen opgevangen dat een meisje van de catering bij iedereen wel in de smaak viel, maar dat Dan Smith van Bastille ermee gaan lopen is. Is die klap al verwerkt?
Steven: Daar willen we niet over praten (lacht).
Vinny: We spreken niet meer met Bastille!
Mark: Ach, we hebben niet eens met Bastille kunnen spreken. Dat is het probleem van een festival met zoveel bands: onmogelijk om iedereen te ontmoeten, terwijl dat net het fijne aan festivals is. Maar we hebben genoeg kunnen spreken met andere artiesten. En drinken (lachje).
Steven: En heel wat goede dingen gezien natuurlijk: Villagers, net als wij Ieren, of Bastille waren echt goed. En nog een groep, maar de naam ontglipt me even (discussie: waren ze Nederlands? Nee, ze waren Engels! Als een mix tussen Paul Simon en iemand anders!)… Nee, sorry, vergeten. Kijk uit naar een goeie, Engelse groep (hilariteit).

Indiestyle: Heeft Dublin een bruisende muziekscene?
Mark: Wel, zoals gezegd heb je Villagers, daar hebben we tonnen respect voor.
Steven: Hun tweede album stond non-stop op terwijl we onderweg waren deze tournee, geweldige plaat.
Mark: Ierland is ook zo’n klein land, dus iedereen kent al snel iedereen in de muziekwereld, en wanneer er een goede nieuwe band opkomt, praat iedereen daar vrijwel meteen over. Er is nog zo’n nieuwe groep, Little Green Cars, zij stonden ook op Eurosonic en zijn ook zeker het uitchecken waard.
Steven: In Ierland heb je als band op een week tijd zowat elke goede zaal bezocht, met een weekendje rust tussenin (lachje).
Vinny: De markt is klein en dus is de sector dat ook. Toch biedt de Ierse muziekbranche nog veel kwaliteit. Ik vind dat we redelijk wat goede groepen hebben.
Steven: We zijn wel meer op het Verenigd Koninkrijk gericht. Daar wonen we momenteel ook, er zijn meer zalen en het is groter. Als band heb je meer mogelijkheden. Het is dan ook in de UK dat we echt opgepikt zijn.

In Ierland heb je op een week tijd alle goede zalen bezocht, met een weekend rust ertussen

Indiestyle: Steven, ik heb je al zowel piano als gitaar zien spelen. Welk instrument verkies je?
Steven: Da’s zo een moeilijke vraag… (de rest: wat als je moét kiezen?) Ik schrijf mijn meeste songs op piano, dus ik denk dat ik dat verkies. Ik weet het niet, ik speel ook heel graag gitaar en andere instrumenten. Maar ik speel gewoon het meeste op de piano. Dit is zelfs voor Mark een heel moeilijke vraag: jij speelt ook graag piano, en jij bent onze lead guitarist.
Mark: Ja, ik zou ook niet goed kunnen kiezen. Een mooie pianosound is heel moeilijk te kloppen.
Steven: Ik zie mezelf nog wel een piano-gitaar aanschaffen (hilariteit). Een keytar noemen ze dat. Verschrikkelijk is dat. Diegene die dat uitgevonden heeft, moet van zichzelf gedacht hebben dat hij een geweldige ingeving had. Maar hoe belachelijk is een keytar? Ze zijn enkel goed als Stevie Wonder ermee speelt. Of Matt Bellamy.
Vinny: Die kan spelen wat hij wil en er nog mee wegkomen, dus da’s geen eerlijke vergelijking.

Indiestyle: Dus je kan de nieuwe Matthew Bellamy worden?
Allen: How!
Steven: Niet teveel druk alsjeblieft (lacht)

Kodaline speelt op 27 februari gratis in het Centraal Station te Brussel (Loto vibes, meer info) en diezelfde dag staat de groep ook in de Botanique (info & tickets). Op 2 maart treden de Ieren op in Tivoli te Utrecht (info & tickets).

Kodaline website

Verdeeld door Sony Music