Arca with Jesse Kanda, Botanique Brussel, 28 november 2014

door Thomas Konings

Arca with Jesse Kanda, dat stond te lezen op de affiches voor het optreden van vrijdag. Er had even goed Xen with Xen kunnen staan, aangezien de producer zijn innerlijke Xen losliet en de kunstenaar het creatuur tot leven bracht in projecties.

De Venezolaanse Londenaar Alejandro Ghersi aka Arca maakt deel uit van een nieuwe generatie artiesten die zich vragen stelt rond gender en identiteit. Fysiek tref je hem misschien aan in de Britse hoofdstad, zijn geest moet je in New York zoeken, waar Mykki Blanco en Boyhood de clubs onveilig maken en Hood By Air collecties voorstelt in het MoMA. Live merk je dat aan twee dingen. Ten eerste aan de verschijning van de niet bepaald schuchtere muzikant; gehuld in een ultraspannende crop top, korte legging, strakke gouden ketting, wat willekeurige flappen rond heupen en robotachtige voet- en beenbedekkingen presenteerde hij zichzelf – of beter gezegd zijn geslachtsloze maar best vrouwelijke alter ego ‘Xen’ – en zijn sassy dansjes aan het publiek. Ten tweede teren show en sound op diezelfde durf. Wanneer de Kanye- en Björk-producer aan het begin van de set zijn laptop moest heropstarten, hield hij het publiek warm met “cute soundscapes”, lees: een onnavolgbare geluidenstorm waar zelfs IDM-producers als patten. duizelig van zouden worden. Het bleek tekenend voor de rest van het optreden.

arcaaa

Waar debuut en Mute-release ‘Xen’ uitblinkt qua consistentie, vormde het gebrek aan een groter geheel het enige minpunt van het optreden in de Rotonde. Zo opende Arca met drie erg diverse nummers, waardoor het moeilijk was in de sfeer te komen en de aanvang enkel kon overtuigen door het fascinerende element. Daarnaast misten bij enkele songs de prachtige visuals van kompaan Kanda. Niet dat Ghersi die beelden per se nodig had om indruk op ons te maken. Zijn show leek wel weggelopen uit een museum – niet toevallig speelde het duo al shows in enkele musea – en leek zo, hoewel bizar, toch steeds doordacht. Sinds Björks passage op Pukkelpop stond ondergetekende zelden nog met zo’n open mond naar een concert te kijken.

Want veel toegevingen had de artiest niet voor zijn publiek. Niet alleen werd er veel uit ouder materiaal geput, ook koos de componist ervoor om enkel zijn meest brute werk te brengen. De ietwat toegankelijkere single ‘Thievery’ kreeg zelfs een extra laagje lawaai zodat hij zeker niet al te makkelijk zou verteren. Door die manier van werken sloot de man zich weer aan bij Amerikaanse collega’s als Total Freedom die ook graag overdonderen met loeiharde, maximalistische producties. Intens dus, maar op de juiste momenten ook gevoelig; bijvoorbeeld wanneer de artiest zijn microfoon greep en voor de projecties ging staan om een streepje te zingen. Eveneens meer dan het vermelden waard: de twee liedjes waarbij Alejandro vurig rapte, en een bijzonder Latijns-Amerikaans oerwoudgeluid waarbij de man zijn roots duidelijk naar voren kwamen.

Het plaatje klopt bij de multigetalenteerde producer Arca. Zijn liveshow is tot in de puntjes uitgewerkt en klinkt allesbehalve als een kopie van de Venezolaan z’n laatste album, hoewel de performance wel bij die excellente langspeler aansluit. Xen manifesteert zich op het podium in al haar glorie en sensualiteit, met een duizelingwekkende energie en in een gedaante die moeilijk te begrijpen is, maar nooit inhoudsloos wordt.

De Botanique programmeert binnenkort nog The New Pornographers (03.12) en Girls In Hawaii: unplugged (09.12).

Arca website