Battles maakt moeilijke muziek dansbaar en interessant in Botanique Brussel, 3 november 2015

door Filip Tyskens

Acht jaar geleden hoorden we voor het eerst ‘Atlas’ van Battles, de eerste hit van het Amerikaanse mathrockviertal. Ondanks de rekenkundige structuur, vreemde geluiden en eekhoornachtige zang bleek het nummer achteraf gezien wel een van de meest originele stukjes muziek te zijn die we ooit te horen zouden krijgen. Bovendien kon de groep er een festivaltent of clubzaal mee in vuur en vlam zetten. In tussentijd is er heel wat veranderd (viertal werd trio, zang verdween), maar gisteren waren we toch benieuwd om de herboren Battles mee te maken in de Botanique.

Battles tijdens hun waanzinnige optreden in de @botanique_bxl (foto van @dirkxellen) #botanique #battles

Een foto die is geplaatst door Indiestyle.be (@indiestylebe) op

Het drietal – Ian Williams (gitaar, keyboard), Dave Konopka (gitaar, bass, effecten) en John Stanier (drums) – kwam in Brussel de nieuwe plaat ‘La di da di’ voorstellen, het zogeheten sleutelalbum voor de groep. Na het vertrek van frontman Tyondai Braxton waren de drie overblijvers de weg kwijt, met het wisselvallige ‘Gloss drop’ als resultaat. Dat ze deze periode achter zich willen laten bleek gisteren duidelijk uit de setlist, die grotendeels bestond uit nieuw materiaal, gekruid met een sporadische hit. Dat was echter geen enkel probleem; het publiek nam elke gitaargroove, snaredrumslag en keyboardkronkel gretig in zich op.

Battles maakten dan ook wat men een beetje oneerbiedig musician’s music noemt. Als je hun muziek niet op voorhand beluisterde, kon het een lastige klus worden om live een lijn te vinden in het geluidskluwen dat zich voor je oren verzamelde. Al van opener ‘Dot com’ werd duidelijk dat niet enkel het publiek zijn gedachten bij de zaak zou moeten houden, maar de band zelf ook. Gitarist Dave Konopka kon aanvankelijk geen goede geluidsbalans vinden tussen de individuele riffs die hij over mekaar programmeerde. Dit werd pas opgelost toen de rest van de groep het podium op wandelde, en dan hebben we het vooral over drummer John Stanier. Bekend van groepen als Helmet en Tomahawk bewijst deze man al een twintigtal jaar de beste niet-mechanische metronoom ter wereld te zijn. Het was dikwijls wachten op zijn kenmerkende, enkel op kick, snare en hi-hat gebaseerde grooves tot we het juiste ritme te pakken kregen.

Stanier stond dan ook prominent, vooraan in het midden opgesteld en bood een bezweet tegengewicht voor het meer subtiele gepruts met effecten en keyboards van zijn collega’s. Samen functioneerden de drie als een geoliede machine, en hun bezwerende mathrock kreeg de uitverkochte zaal moeiteloos aan het bewegen. Voorspelbare hoogtepunten waren oude bekenden zoals ‘Ice cream’ en ‘Atlas’, maar ook het nieuwe materiaal werd op beweging en gejuich onthaald. Terecht trouwens, want met pompende songs als ‘FF Bada’, ‘Summer simmer’ en ‘Dot com’ toonden Battles als drietal zijn weg gevonden te hebben. Er moest live wel veel naar mekaar geknikt worden om allemaal op die juiste weg te blijven, met vooral gitarist Ian Williams (ex-Don Caballero) als onbetrouwbare stoorzender. Daar hadden wij verder echter geen last van. Goede zet ook om prijsbeest ‘The yabba’ als laatste te spelen, dat ingewikkelde monster had nu eenmaal een opgewarmd publiek nodig.

Acht jaar geleden zorgden Battles voor een ware aardverschuiving in ons muzikale bewustzijn, en we moeten toegeven dat het nieuwe er een beetje van af is, maar tegelijkertijd is er geen enkele groep die zulke moeilijke muziek zo onbeschaamd dansbaar en interessant kan maken. Hun passage in de Botanique bestendigt onze liefde voor de groep, en we kunnen met zekerheid zeggen dat deze topmuzikanten niet zomaar wat pingelen. Battles is wérken, zweten, tellen en genieten, allemaal op hetzelfde moment.

Binnenkort kan je in de Botanique o.a. Oneohtrix Point Never (09.11), Protomartyr (09.11) en Braids (13.11) aan het werk zien. Info & tickets vind je op de website van de zaal.