Dansen met Klimt tijdens Bozar Night

door Anton Creemers

Het mocht dan wel het weekend van “Nooit meer oorlog” zijn, voor minnaars van de specialere elektronische muziek was er wel degelijk een verscheurende tweestrijd om hun aandacht aan de gang. Vechtjassen van dienst waren de Beursschouwburg, die met de voorstelling van Eartheaters gevierde IRISIRI-lp een geducht wapen in het arsenaal had, en Bozar, die zijn halfjaarlijkse Bozar Night trachtte te laten zegevieren. Met dank aan onder meer een inclusieve nocturne van zijn lopende tentoonstellingen leek die laatste het laken naar zich toegetrokken te hebben, zo getuigden de drukke straten rond het Paleis voor Schone Kunsten.

Bozar was dan ook niet aan zijn proefstuk toe en pakte voor dit zevende jaar van avondjes elektronische-muziek-degusteren uit met Daniel Avery, Jacques Greene en Coucou Chloé als prominenten. Deze werden gesteund door onder meer de aan te raden Beyond Klimt-exhibitie die zoals gezegd tot laat bezichtigd kon worden. Festivalgangers aarzelden dan ook niet om de Hortahal, waar Jacques Greene zijn dj-kunsten tentoonstelde, te doorkruisen om zich te laten onderdompelen in het Schone-Kunsten-gedeelte van het Paleis. Dit resulteerde in het originele effect waarbij de dj’s langs elke kant bewonderd konden worden als waren ze zelf een installatie.

Opener als installatie waren vaste gasten Pierre & Marc. Met hun ambient-geïnspireerd technogebeuk en eighties-electro-platenkeuze trokken ze de vroege vogels naar de dansvloer, zeker naarmate het einde van hun set naderde. Voor het merendeel van de bezoekers voorzagen de twee Belgen evenwel louter een achtergrondgedreun tijdens het museumbezoek.

Het was pas bij de opkomst van Jacques Greene dat zich een serieuze massa rondom de kale Canadees vormde. De man uit Montreal groef in zijn platencollectie en vond daar een eclectische hoop techno. De massa hoorde acid-invloeden en werk dat uit de catalogus van mannen als Blawan en Boddika kon komen. Ook de fans van Jacques’ met vocal samples doorspekte housemuziek konden hun hart ophalen. Onder andere eigen werk als ‘Avatar beach’ van zijn nieuwe ‘Fever focus’-ep en ‘True’ passeerden de revue. Toch waren het vooral harde 4/4-bassen die de set domineerden, zeker vanaf het tweede halfuur. Dat uit het niets Charli XCX’ ‘Out of my head’ werd gedropt was dan ook een zeer aangename en welgekomen verrassing die de opkomende monotonie voor een goeie drie minuten verdreef. Zo’n meezinger deed de Canadees zienderogen deugd maar sprak de hardcore technofans niet aan. Jacques had het begrepen en schakelde terug over op het beukende regime. Zo bleven fans van zijn ‘Feel infinite’-lp toch wat op hun honger zitten. Althans tot het laatste halfuur, toen er frissere platen als ‘Tempest’ van Pional en Greenes eigen ‘Say’ verschenen. Afsluiten deed hij met een housevariant van Frank Oceans ‘White Ferrari’, tevens het laatste niet-techno-nummer dat te horen was in de Hortahal.

Met Daniel Avery stond er namelijk als afsluiter een “echte technoauteur“, aldus Bozar. De Brit was bovendien op promotour voor zijn nieuwste album ‘Song for alpha’, dat vol met uitgesponnen 4/4-experimenten staat. De set varieerde dan ook nauwelijks, afgezien van een occasionele break om het publiek alert te houden. De hardcore fans smulden ervan en de zaal bleef bomvol. Een vlottere overgang naar de C12-afterparty met Panorama Bar-residents konden de organisatie en technoliefhebbers zich niet gedroomd hebben.

 

Dit bericht bekijken op Instagram

 

@danielmarkavery #bozarnight

Een bericht gedeeld door BOZAR Electronic (@bozar_electronic) op

Voor zij die de 4/4-basdrumpatronen minder (lang) konden tolereren was er gelukkig nog de tweede zaal diep in de buik van het Paleis. Hier in de Fumoir opende jonge Leuvenaar Otis met een alleraardigste mix van trance-geïnspireerde clubmuziek en breakbeat/jungle. Hoge synthesizertonen werden goed afgewisseld met stevig percussief geweld en ook tegen het einde van zijn set had er zich al een flink aantal gegadigden en dansers gevormd.

Het was aan Gavin Vanaelsts (f.k.a. Kassett) nieuwe alter ego DJ Charme om het publiek ter plekke te houden. Openen deed de Antwerpenaar als zijn voorganger: hard in de drums, zacht in de synths. Tijdens de liveset schreeuwden elektronische componenten het soms uit terwijl hij mompelend over strompelende ritmes zijn gevoelige boodschap overbracht. Aandacht was er zeker, de dansbenen vielen helaas stil.

Labelgenoot Golin had de taak daar verandering in te brengen. De Japanse zette zich als een ineengedoken robot in slaapmodus op de tafel en liet haar dj de ontwaakcyclus opstarten. Het was even wachten op de tonen van het knallende ‘Charme’ om de zaal wakker te schudden, maar wakker wáren de toeschouwers toen Golin rechtsprong. Wat beloofde een hyperkinetische set te worden, werd echter verstoord door de nummerkeuze. Enkel ‘Momoko’ kon nog als echt dansbaar worden gezien, de rest was te experimenteel om te kunnen concurreren met de eenvoudigere ritmes boven in de Hortazaal. Opnieuw was er oprechte aandacht en interesse voor haar gechoreografeerde set, maar dansen deden de benen wederom niet.

De daaropvolgende liveset van Coucou Chloé beloofde niet veel beterschap op dat laatste vlak. De post-club zangraps van de Française kan je namelijk beter zien in hun experimentele context dan in hun clubcontext. Desondanks had Chloé een sterk opgebouwde set die bij wijlen op enthousiast gejoel werd onthaald. In dit enthousiasme prijsde Bozar zich gelukkig dat de dj-tafels gedimensioneerd waren voor het gewicht van niet alleen platenspelers en -tassen maar ook artiesten zelf toen Coucou Chloé bovenop de tafel haar set verderzette. Bekende nummers als ‘Doom’ en ‘Flip U’ werden erg geapprecieerd door de intussen goed volle Fumoir.

 

Dit bericht bekijken op Instagram

 

@coucouchloe bozarnight

Een bericht gedeeld door BOZAR Electronic (@bozar_electronic) op

Die opvulling was wellicht te wijten aan een instroom van Jacques Greene-fans die nu terug hongerig stonden voor wat swingende plaatjes en het was chef van dienst Otis die ze voorschotelde. Opnieuw werden trance-invloeden à la Lorenzo Senni geserveerd naast hardcore/style-gedreun en breakbeat. Toxe, Sega Bodega’s ‘Cowgirl’ en Fatima Al Qadiri’s ‘How can I resist U’ zweepten de massa op en met Chief Keefs ‘Keep that’ ontplofte de boel. Dat er dringend nood was aan wat trapmuziek voor jongere bezoekers mocht duidelijk blijken, want ook Kareem Lofty’s Migos-mashup ‘Bosses don’t speak’ en Metro Boomin & 21 Savages ‘Don’t come out the house’ zorgden voor opwinding. Jammer voor Otis dat enkele technische problemen het succes van zijn set wat ondermijnden, al was de tendens toch meer dan positief.

Bozar koos voor deze editie resoluut voor twee afgescheiden muziekstijlen en onder het toeziend oog van Klimts schilderij van Johanna Staude kregen fans van house en voornamelijk techno in de Hortahal alles wat hun hartje begeerde. Voor het gemiddelde jongere deel van het publiek dat fan is van de meer experimentele kant van het elektronische spectrum, was het in de Fumoir echter vaak appreciëren en weinig dansen. Desalniettemin mag de organisatie zich op de borst kloppen voor een geslaagde avond.