De liefde tussen Brussel en Sleaford Mods was wederzijds op Les Nuits Botanique

door Pieter D'Hooghe

Jason Williamson en Andrew Fearns behoren sowieso tot onze favoriete Britten. Samen zijn ze al vijf jaar Sleaford Mods en onder die vlag spuien ze al even lang hun gal over de sociaal-maatschappelijke en politieke toestand in Groot Brittannië maar evengoed over hun collega-artiesten, de muziekindustrie… Of de gewone mens in de straat. Alles en iedereen moet er aan geloven. Op plaat werkt dat goed, live werkt dat nog veel beter.

België is sinds het begin steeds lief geweest voor de Mods. De keren dat wij hen al gingen bekijken, kunnen we nog amper bijhouden. Rekening houdend met het feit dat ook wij niet elk optreden hebben meegemaakt, schatten we dat ze toch al een keer of vijftien zijn langs geweest. De no-nonsense aanpak van het duo blijft desalniettemin aanslaan. Zo hoorden we ook op Les Nuits nog enkele keren ‘waarom kende ik hen niet eerder?’. Tja, wij vragen ons het ook af, want de heren bewezen nog maar eens dat ze een van de meest relevante acts van het moment zijn.

De nummers uit hun nieuwste album ‘English tapas’ namen uiteraard het grootste deel van de setlist in beslag. Tijdens het eerste halfuur kreeg de Labour partij op zijn dak, werd Cameron door de mangel gehaald, de Brexit op de korrel genomen en ja, ook de muziekwereld kreeg verschillende rake klappen in het gezicht. “Try scrolling down a website, the NME, without laughing. I’ll give you ten quid if you can keep a straight face”, scandeert Williamson in ‘Dull’. Wij probeerden het in jouw plaats, trouwens. Geen tien pond voor ons, zoveel is zeker. Ondertussen kreeg ook de lichtman van dienst een serieuze waarschuwing van de grofgebekte Brit: “We’re not the fucking Starlight Express, we don’t need these front spots on us. They are making me ‘ot, y’know.” Het zou tot aan de bisronde – en een tweede heads up – duren eer de lichtman het gesnapt had en de lichten ook effectief gedimd werden. Laat ons hopen dat de arme ziel Williamson na afloop niet in de wandelgangen tegengekomen is.

Naar het einde van de set toe trok het duo uit Nottingham een blik oude hits open. Publieksfavoriet ‘Jolly fucker’ werd lustig meegeschreeuwd, ‘Routine Dean’ zorgde voor wat losse beentjes. Williamson zelf haalde op het podium ook weer zijn beste dansbewegingen boven, in combinatie met zijn neurotische, semi-angstaanjagende trekjes natuurlijk. Fearns bleef zoals altijd licht genietend op de achtergrond met zijn fantastische, dwaze glimlach. De bisronde bestond uit drie klassiekers waar het voltallige publiek uitbundig op reageerde. Je weet wel, ‘Tied up in Nottz’ enzo. Het leukste was echter toen Jason week werd en zijn liefde aan Brussel verklaarde. Die liefde was heel erg wederzijds in het botanische park.

Wij genoten van een meer dan geslaagd optreden. Door te focussen op de nieuwe nummers en uit de back catalogue naast publiekslievelingen ook onbekender werk te spelen, houden de Mods het interessant voor zowel zij die terug komen als nieuwe fans. Maar vooral: ze blijven doen wat zij willen, niet wat mensen verwachten. Als meer bands dat zouden snappen, zou Sleaford Mods een onderwerp minder hebben om door de mangel te halen.