Dour ging donderdag furieus van start

door Thomas Konings

Daan en ik zijn de komende vier dagen op de wei om verslag uit te brengen van alle mooie en minder mooie dingen die Dour op z’n programma heeft gezet. Onze verslagen lees je hier, verder proberen we onze indrukken sporadisch te delen op Instagram Stories. Hieronder vind je alvast onze reviews van de donderdag, die naar festivalnormen behoorlijk spectaculair was. Niets slecht gezien – laten we hopen dat het zo blijft. Het verslag van donderdagnacht volgt.

Ik begon de eerste echte Dour-dag met een optreden van FAIRE, een band die niet eens de blauw-wit-rode onderbroek van z’n frontman nodig had om kenbaar te maken dat ze uit Frankrijk kwam. De sound kon met z’n surreëel, campy en kitscherige entertainment werkelijk uit geen enkel ander land afkomstig zijn. De optredens van het olijke drietal hebben intussen in hun thuisland wel wat faam vergaard en het was makkelijk te begrijpen waarom: kleren vlogen uit, de zanger smeet zich al bij het tweede nummer op de grond en de synthwave werd met zo’n uitzinnige energie gebracht, dat je makkelijk even kon vergeten dat het nog maar drie uur ‘s middags was. Voor z’n set putte het trio vooral uit het meer punky deel van z’n oeuvre, een goede zet om de weinige aanwezigen alvast voortdurend te doen stuiteren. Subtiel kon je het bezwaarlijk noemen, maar goed was het wel: de synthrave van de excentriekelingen voelde fris en origineel dankzij z’n Franse insteek. Een heel optreden lang boeide dat misschien niet, een meer dan geslaagde opener was het alvast wel. (Thomas)

Na enige vertraging en hilariteit aan de ingang met een ticket van 2016 kwam ik eindelijk aan op het festivalterrein en kon ik de laatste minuten van Loyle Carner meepikken. Meteen sprong de opvallende, doch low key podiuminkleding op. Een groot voetbaltruitje, een huiselijke dj-booth en een sofa vulden naast de charismatische rapper en zijn dj/hypeman (van de betere soort) het podium. ‘No cd’ werd enorm enthousiast onthaald, en naar wat we hoorden zeggen was ook het eerste deel van het optreden behoorlijk energetisch. De Brit was uitermate verrast door de respons van het publiek, want zijn trage hiphop creëert normaal ook niet zo’n broeierig sfeertje. Op basis van het kleine kwartier en de indrukwekkende acapella kon ik besluiten dat ik een van de betere optredens helaas grotendeels miste. (Daan)

Perfect geprogrammeerd op een zwoele Dourse namiddag in Le Labo, dat is wel het minste dat je kon zeggen van Agar Agar. De band scoorde aan de hand van ‘Prettiest virgin’ al wat internationale aandacht en dat leverde hen bovendien heel wat vergelijkingen op met Chromatics. In de meest gezellige tent van het festival bewees de band nog meer in petto te hebben dan dat typische Johnny Jewel-geluid. Hoewel er een voortdurende, warme maar lichtjes ongemakkelijke neon-vibe was, smeten de Fransen hardere, wonky electronica in de mix of vulden ze de koele ‘Drive’-electro aan met wat meer tropische geluiden. Ik (en het toestromend publiek met mij) kon dat alvast meer dan smaken en liet me makkelijk hypnotiseren door de uitgerekte, slim opgebouwde songs. Zo werd Le Labo even de Bang Bang Bar, terwijl de temperatuur een ongekende hoogte bereikte toen een jongen tijdens ‘Prettiest virgin’ on stage kwam go-go-dansen. (Thomas)

agar agar machen dicke party aufm #dour2017. #agaragar #live #french #concert #paris #dour #tour #electro #pop

Een bericht dat is gedeeld door @thatnewmusicblog op

De Nederlandse r&b-artieste Sevdaliza is nu al drie jaar in en rond ons land te zien, maar bracht pas enkele maanden geleden haar debuutalbum ‘ISON’ uit. Hoewel de Rotterdamse met Iraanse roots altijd al een sound en ambities heeft gehad die veel te internationaal waren voor Nederland (of zelfs de Benelux), liet ze dat nog meer dan ooit tevoren merken op die plaat. Dezelfde lijn trok ze ook door in haar liveshow: met een minimaal budget maar een maximaal effect hypnotiseerde ze de luisteraars in Le Labo met zwoele en dramatische songs die van klassevolle soul naar flitsende alt-r&b gingen. De sensualiteit scheerde z’n hoogste toppen toen Sevdaliza een roos in het publiek zwierde zoals geen andere artiest(e) dat haar al voordeed, terwijl de performance – bijgestaan door een expressieve danser – in al zijn traagheid een zinderende indruk naliet. “Y’all know who I am, right?” vroeg de artieste speels – wie haar niet kende, zal na deze indrukwekkende act alvast gretig haar naam opgezocht hebben in het programmaboekje. (Thomas)

Bruxelles Arrive diende zich al op voorhand aan als een must-see. Nu er eindelijk een sterke Belgische hiphopscene is, mocht die zich onder leiding van Roméo Elvis bewijzen op het hoofdpodium van Dour. Een show waarbij zeker vijftien rappers op het podium kunnen opduiken, kan al snel ontaarden in een enorme chaos. Gelukkig bleek de posse heel strak ingespeeld op elkaar. Elke rapper/groep kreeg z’n moment, waarbij slim op en af het podium werd gegaan. Zwangere Guy kreeg de eer om met twee nummers te openen, waarna vooral Caballero overnam als ondersteunende ruggengraat voor het hele scala aan rappers. De beats gingen van jazzy laidback naar Tangram-style hiphop tot donkere minimale trap. Afsluiter – hoe kan het ook anders – ‘Bruxelles arrive’ kreeg de wei voor de laatste maal volledig mee, en toen kregen we gelukkig wel de verwachte posse cut met de hele scene. (Daan)

De vorige twee Belgische passages van Palmistry lieten een matige indruk na. Op Dour wist de Londense vernieuwer zijn reputatie een beetje te redden, al bleef er nog wel wat werk aan zijn show. Dat Keating zo’n verlegen jongen is, komt z’n podiumprésence niet echt ten goede. Zo stond hij donderdag weer wat ongemakkelijk achter zijn booth en wist hij zich geen houding aan te meten tijdens het zingen. Dat maakte het optreden dan wel charmant, het zorgde er ook voor dat er niet meteen magie kwam tussen performer en publiek. De zang op zich was dan wel weer sterk: hij slalomde heerlijk met zijn fijne accent tussen tussen de wobbelige, intieme dancehallbeats, die versterkt door strobo’s in Le Labo de perfecte ruimte kregen. De onwennigheid van Palmistry was verder misschien nog wel het best merken aan het einde van z’n set. Er werd immers niet afgesloten met een eigen hitje, maar wel met een selectie dancehall-liedjes die slecht ineen gemixt werden. Charmant knullig, laat dat de eerder optimistische conclusie zijn. (Thomas)

In Le Labo schotelde Powell ons geen makkelijke set voor, integendeel. Het quasi enige constante in zijn set was de noise die hij uit zijn synthesizer wrong, over een heel scala van beats. Die gingen van “te traag voor techno, te bruut voor house” via jungle naar 8-bit en uiteindelijk een fikse portie breakcore. De set kende veel goede momenten, die helaas net iets te vaak brutaal afgekapt werden net wanneer ik in de sfeer van de muziek kwam. De vele tempowisselingen zorgden voor flink wat variatie, maar soms werd dat iets teveel van het goede. Op zich was zijn set wel meeslepend en intrigerend, al werd het ons bij momenten iets te moeilijk gemaakt. (Daan)

Van alle r&b-artiesten die op donderdag aantraden, moest er eentje de beste zijn. Die eer ging naar Nao, de Britse losbol die vorig jaar het bijzonder fijne album ‘For all we know’ uitbracht. “Prince zou trots zijn” hoorde ik van m’n Indiestyle-collega aan de linkerkant, “zo hebben we toch nog een beetje Solange”, zei diegene aan mijn rechterkant dan weer. En ja, zo was het wel: met een grote grijns op ons gezicht begeleidde Jessica Joshua ons doorheen haar nummers vol funk en soul. Dat ze de ideale combinatie vond tussen oldschool-invloeden en nieuwere electronica (denk het beste van Jai Paul en Mura Masa in de mix) wisten we al, dat ze dat met zoveel plezier, energie en kunde kon brengen was dan weer de verrassing. Telkens wanneer het iets te vrijblijvend dreigde te worden, gooide de enthousiaste kleine muzikante er een gewichtiger nummers als ‘Girlfriend’ tussen, of een song met meer emotionele impact. Die staande ovatie op het einde was helemaal terecht. (Thomas)

Correctie: een eerdere versie van dit artikel zei dat Jan Paternoster bij de show van Bruxelles Arrive aanwezig was. Dat was niet het geval.