Een overaanbod aan zalige shows op dag drie van Best Kept Secret

door Zeno Van Moerkerke

Extra veel dilemma’s op de laatste dag van Best Kept Secret. Zeno en Mattias schakelden de hulp in van Martijn om zo veel mogelijk optredens mee te pikken. Een uitgebreid verslag van afsluiter LCD Soundsystem vind je hier. Het volledige fotoverslag van André kan je hier bekijken.

Wie zondagmiddag de weide kwam opgestruind, kon aan de inkom bikkelharde postpunk horen aanwaaien. Wie vervolgens de tent binnenwandelde kon zich eraan verbazen hoe piepjong de leden van Moaning zijn. Hun debuutalbum mag dan wel een matige recapitulatie van de jaren tachtig zijn, de liveperformance zat strak en de leadzang was nét dat tikje vals genoeg. Geen hoogtepunt, maar ook geen klachten. (Zeno)

Moaning

Let’s Eat Grandma had naast de flauwste groepsnaam ook het meeste zelfrelativering in pacht. Het duo jonge frontvrouwen deed meermaals een spelletje handjeklap, ging al eens over de grond rollen en dook vervolgens gretig in het publiek. Hun subtiele maar donkere synthpop deed de zaal collectief heupwiegen en toen ze uit het niets een saxofoonsolo op het podium toverden, dachten wij dat het hoogtepunt bereikt was. Bij het afsluiten van de set bewees een blokfluitsolo echter het tegendeel, en met de grootste glimlach tot dan toe verlieten we de tent. (Zeno)

De reputatie van Khruangbin snelde de Amerikanen vooruit. Zowel in de tent als in het omliggende bos was het behoorlijk druk voor de wereldse klanken die Mark Speer en Laura Lee uit hun snaren toverden. Je kon wegdromen op de overwegend instrumentale nummers, of de heupen losgooien tijdens ‘Evan finds the third room’. Wat vonden we daar nog: een medley met een resem Dr. Dré-beats én een flard ‘Apache’ van The Shadows. Zo vroeg op de dag zag je één van de beste festivalbands van het weekend aan het werk. (Mattias)

Kruangbin

De Spaanse dames van Hinds hadden er zin in, want zoals hun backdrop al aanduidde: ‘Hi, we’re Hinds and we came here to rock’. In de jaren negentig zou Hinds moeiteloos in de slackerrock-schuif gestoken worden, hun bedoeld slordige rock was nooit wereldschokkend, maar immer aangenaam. Gooi daartussenin de bindteksten met dik Spaans accent en je hebt een frisse toevoeging aan de festivalnamiddag. (Zeno)

Hinds

Waxahatchee bracht met ‘Out in the storm’ één van de best bewaarde geheimen van 2017 uit en die storm bracht ze in vol ornaat mee naar Best Kept Secret. Met maar liefst drie gitaren in haar backing band scheurden ze potig doorheen de stevige set. Vooral een ziedend stampend ‘Never been wrong’ liet zien dat het Waxahatchee menens was. Wij durven de bandnaam nog steeds niet zelfverzekerd uitspreken, maar wij durven wel proclameren dat het in gitaarland niet veel beter wordt dan dit. (Zeno)

Waxahatchee

Zes jaar geleden maakte de wereld kennis met Sixto Rodriguez, de Mexicaans-Amerikaanse folkzanger de in de jaren zeventig door de mazen van het net glipte en via overgevlogen bootlegs uitgroeide tot een cultfenomeen in een door apartheid verscheurd Zuid-Afrika. Het is een prachtig verhaal, en het succes van de documentaire ‘Searching for sugar man’ plaatste ook Rodriguez zelf weer in de schijnwerpers. Hij krijgt nu de aandacht en erkenning die hij destijds miste, al is het jammer om vast te stellen dat zijn beste jaren achter zich liggen. De 75-jarige rocker speelde een rommelige set doorspekt met covers van onder meer Elton John, The Doors en Jefferson Airplane. Vanop zijn stoeltje bedankte hij iedereen meermaals met “merci beaucoup”. Het Nederlandse publiek klapte beleefd uit sympathie en stelde vast: Rodriguez is onvoltooid verleden tijd. (Mattias)

Geen compromissen voor Ty Segall. Samen met zijn Freedom Band bracht hij een uur lang loodzware rock die je compleet murw sloeg. Een doodsschreeuw zette ‘Finger’ in, en de crowdsurfers schoten de lucht in. Dansen kon dan weer bij Hot Chocolate-cover ‘Every 1’s a winner’, waarin de veerkracht van de houten vloer uitgetest werd. (Mattias)

Ty Segall

We komen terug op een eerdere uitspraak: Rostam had de grootste grijns van het festival. De voormalige gitarist, backingzanger én producer van Vampire Weekend schiep duidelijk groot plezier in zijn namiddagslot in de tent. Zoals hij al bewees op zijn fijne debuutalbum, heeft Rostam in zijn eentje genoeg inspiratie om niét als een doorslagje van zijn voormalige werkgever te klinken. Rostam betrad het podium met drie violen, een cello en zijn drummer, maar solliciteerde daarmee niet voor een plekje op de  ‘Night of the proms’. Zijn tropische poprefreinen werden aangevuld met Oosterse violen en tribale ritmes, een volstrekt onnavolgbare mix die het publiek live meenam naar duizendenéén meezing en –klap momenten. Met stip één van de hoogtepunten van Best Kept Secret, zeg dat wij het gezegd hebben. (Zeno)

Op het hoofdpodium leek Best Kept Secret ’s avonds voor een rode draad te gaan. Spoon is, net zoals Father John Misty en LCD Soundsytem, enkele maten groter aan de overkant van de grote plas. Waar ze hits bij de vleet hebben in de VS, blijft de doorbraak al tien albums lang uit in Europa. Vanaf groovy opener ‘Do I have to talk you into it’ was echter duidelijk dat Spoon het niet aan hun hart zou laten komen. Elk nummer zat even strak als een knellend festivalbandje, en toen een ambient-intermezzo alles even stil legde, bleek dat enkel en alleen te zijn om een ijzersterk ‘I ain’t the one’ naar de sterren en er voorbij te tillen. ‘Rent I pay’ is zonder twijfel één van de beste albumopeners die we kennen, en gisteren bewees die zichzelf ook als afsluiter van een straffe set. (Zeno)

Spoon

De muizenissen van John Maus verstond je niet – lastig praten wanneer je heel de tijd wild in het rond schreeuwt en jezelf een whiplash headbangt. Het maatje van Ariel Pink wist met zichzelf geen blijf en oogde als een ambtenaar die net te horen gekregen had dat hij geen zwaar beroep uitoefent. Van de donkere synthpop bleef live bijgevolg niet veel over, met als gevolg heel wat verbaasde blikken en opgetrokken wenkbrauwen in het publiek. (Mattias)

Het ging van goed naar beter bij het straffe zondagprogramma. Unknown Mortal Orchestra lijkt stilaan genoeg te hebben van z’n indiedarling-status en frontman Ruban Nielson ontpopt zich steeds meer tot publieksopruier. Bij ‘From the sun’, nummer twee in de setlist, dook Nielson al met gitaar in het publiek, alwaar hij van wal stak voor een stormende gitaarsolo. Zijn roadie bood hem een shot tequila aan, en terwijl de solo werd voortgezet met één hand leegde Nielson tevreden zijn glas in een flinke teug. Niet veel later zoekt hij het publiek weer op voor ‘Not in love we’re just high’ om vervolgens voor het einde van de set over te schakelen op zijn averrechtse disco. Met trio ‘Hunnybee’, ‘Everyone acts crazy nowadays’ en ‘Can’t keep checking my phone’ sloot Unknown Mortal Orchestra de set af voor een wild dansende stage TWO. (Zeno)

Unknown Mortal Orchestra

Preoccupations had wat goed te maken. Hun vorige Best Kept Secret-show uit 2016 deed namelijk vermoeden dat de band het na de recente naamswijziging niet meer nodig vond om te repeteren. Met een verpulverende set deed de band ons die show gelukkig snel vergeten. Waar de Canadezen op plaat behoorlijk opgepoetst klinken, is het live echter een heel ander beest. Zo voelt hun rauwe postpunksound aan alsof er een vrachtwagen zijn lading graniet op ons uitkiepert. Helaas was de geluidsmix bij momenten net wat te chaotisch, waardoor de gitaarmelodieën niet volledig tot hun recht kwamen. Toch zegevierde Preoccupations uiteindelijk, mede door epische afsluiter ‘Death’, waarin frontman Matt Flegel de longen uit zijn lijf schreeuwde tegen een folterende ritmesectie. Het vertrouwen is weer hersteld. (Martijn)

Onze vader, die in de hemelen zijt, u daalde gisteren even neer om Father John Misty van uw zegen te voorzien voor een gepassioneerd aantreden op de mainstage. De sympathieke baardman vertolkte zijn barokke indiefolk vol enthousiasme en de uitgebreide liveband voorzag de nummers van welkome symfonische toetsen. Er was ‘Total entertainment forever’ met zijn fantastische blazers, ‘Mr Tillman’ met zijn vrolijk gefluit en een grotesk ‘Pure comedy’. Afsluiten deed Papa John met het stevige ‘Ideal husband’, een rocker van formaat die ons achterliet met honger naar meer. (Zeno)

Father John Misty

Mogwai mocht tent TWO afsluiten en dat was best zo, want na hun passage waren alle zekeringen van de boxen hoogstwaarschijnlijk doorgebrand. Het is intussen stilaan hun traditie, maar Mogwai zet de gitaren zo knetterhard dat fysieke pijn en trillend beenhaar de standaardprocedure vormen. Vanaf de tweede, keiharde drop in ‘Mogwai fear satan’ zagen wij mensen de zaal verlaten in een queeste naar oordoppen, en dat betekende meer plaats voor ons. Mogwai is live nog steeds indrukwekkend als altijd, de ware peetvaders van de postrock. (Zeno)

‘Nobody cares’ zong Orono Noguchi met zo weinig mogelijk emotie, maar dat was buiten de enthousiaste fanbase gerekend die naar Superorganism was afgezakt. Het internetfenomeen is ook live een belevenis dankzij de kleurrijke visuals en strakke choreografie van de in fluoregenjaggen gehulde bandleden. Het collectief maakt muziek die met twee voeten in het nu staat, en bijgevolg de perfecte soundtrack was voor de laatste avond van Best Kept Secret. Wie overdag nog niet uitgezwommen had kon zo een laatste keer z’n beste schoolslag boven halen in ‘The prawn song’ of wegdobberen tijdens ‘Everybody wants to be famous’. Er zijn nog vacatures vrij bij dit Superorganism, en de hele tent wou komen solliciteren. (Mattias)

Superorganism