Verslag + foto's Echo and the Bunnymen in de op 20 januari – zwarte nostalgie

door Wouter Jaques
Echo and the Bunnymen
Echo and the Bunnymen
Echo and the Bunnymen
Echo and the Bunnymen
Echo and the Bunnymen
Echo and the Bunnymen
Echo and the Bunnymen
Echo and the Bunnymen

Foto’s door Xavier Marquis

Je hoefde niet veel moeite te doen om Echo & The Bunnymen de afgelopen jaren aan het werk te zien. De Britse post-punkers brachten in een volle AB integraal hun alom geprezen eerste twee albums ‘Crocodiles’ en ‘Heaven up Here’, uitgebracht in 1980 en ‘81. Van de originele rangen waren enkel nog frontman Ian McCulloch en gitarist Will Sergeant te bespeuren. Het donkergekleurde publiek had duidelijk zin in een nostalgisch avondje, helaas lijkt de jeugd van tegenwoordig er nog amper voor warm te lopen.

Het optreden opende met ‘Going up’, net zoals het album ‘Crocodiles’. Nadien deed de setlist de identieke volgorde van de tracklist van de plaat aan, gevolgd door een pauze en de tracklist van ‘Heaven up Here’, ook in dezelfde volgorde als op het album. Voor de fans was er dus al een verrassingseffect minder. Het decor oogde erg klassiek en werd opgelicht met gouden tinten. Nog net donker genoeg zodat de donkere schimmen hun mimiek niet prijs hoefden te geven.

‘Crocodiles’, uit 1980, werd vaak bekroond als een van de strafste debuutalbums ooit. McCulloch is nog even wanhopig op zoek naar een antwoord op zijn grote levensvraagstukken. Zijn wanhoop en tristesse acteren nog steeds overtuigend en brengen de donkere songs bijna zo gepassioneerd als toen. Met gregoriaanse gezangen werd opener ‘Going up’ ingezet. Blijkbaar een opwarmertje: McCullochs stem waagde zich nog niet aan uitgestrekte hoogtes. Ook liet de doordringende jeugdige tegendraadsheid op zich wachten tot ‘Pride’. Onder leiding van Sergeants commanderende gitaren werd het tempo danig opgekrikt. De drumstoten zetten de AB voor het eerst in lichterlaaie. ‘Pictures on my Wall’ diende als rustpauze om ‘All That Jazz’ extra te laten openbarsten. Een zware bevalling zo bleek, waardoor ‘Happy Death Men’ aan sterkte moest inboeten, gekenmerkt door de minder standvastige zangpartij. Tijd voor een pauze.

‘Heaven up Here’, uit 1981, was Echo’s grote doorbraak in zowel Engeland als Amerika. Alweer op gang gebracht met een valse start: ‘Show of Strength’, al werd die algauw door ‘With a Hip’ rechtgezet. Gedragen door een enerverende synthesizer en een ruisopwekkende sfeer, maar net te zwak om het geheel te laten losbarsten. Risico’s werden helaas vakkundig gemeden. Hoogtepunt was titelsong ‘Heaven up Here’: energiek vuurwerk op smaak gebracht met crescendo’s die eindigden in een hyperkinetische drumpartij. Beklijvender dan op plaat.

De commercialiteit zal het wel gebieden, maar bisnummers als ‘Bring on the Dancing Horses’ pasten niet in de set. De stroperige elektronica op ‘Nothing Lasts Forever’ was amper bevorderend voor de weemoedige donkere sfeer, zonder passie gebracht en volledig naast de zanglijn. Ook in ‘The Killing Moon’ leek McCullochs hartstocht verdwenen te zijn. Die mindere momenten bleven gelukkig slechts deels hangen. Echo & The Bunnymen had genoeg kruid voor een imposante show en wist na het vallen tijdig op te staan. Het was een aangename en nostalgische avond.

De AB zet de komende weken onder meer Howler (09.02), Luc Van Acker (17.02) en Diagrams (07.03) op het podium. Klik hier voor tickets, de volledige kalendr en verdere info.

Echo and The Bunnymen spelen vanavond live in Paradiso te Amsterdam (info & tickets)