Foto’s + verslag Best Kept Secret dag 1, Beekse Bergen, 19 juni 2015

door Andre Joosse

Als je de weide in Hilvarenbeek oploopt, ruik je geen bruingebakken gras. In plaats daarvan banen allerhande etensgeuren zich verleidelijk een weg naar je neus. Dat belooft voor het culinaire dit weekend, maar hoe brachten de bands het ervan af op dag 1 van Best Kept Secret Festival?

Gisteren trokken onder andere The Libertines, The Jesus And Mary Chain en Metz het Best Kept Secret festival in Hilvarenbeek op gang. Onze man Andre Joosse was ter plaatse maakte foto’s. Het verslag is van Tiffany Devos en Thomas Konings. Je herkent ze aan hun initialen.

Openers van dienst waren de punk van METZ of de nostalgische aan Bob Dylan herinnerende gitaarliedjes van Kevin Morby. Wij kozen ervoor om niet in te zetten met een knal, maar om ons stilletjes wakker te laten wiegen door Morby en zijn apathische bassiste. De ex-Woods-bassist bracht in een witte cowboyoutfit bloedserieus zijn uitstekende materiaal. Na drie liedjes op akoestische gitaar, wisselde hij vervolgens naar elektrisch en bracht minutenlang het repetitieve ‘Harlem river’. Morby voer met zijn songs in banen waar je de weg kwijtraakte, om vervolgens terug te keren naar een herkenbaar punt. Dat was zijn sterkte. De hele lange liedjes boeiden van de eerste tot de laatste seconde en daarvoor hoefde de zanger zelfs geen solootjes voor te spelen, al waren die zoals in afsluiter ‘Miles, miles, miles’ uiteraard welgekomen. (TD)

Het hardere gitaarwerk lieten we vervolgens over aan Drenge op de ONE die volgens ons schitteren in kleine, donkere concertzaaltjes (vooral tijdens hun meest rustige momenten), maar verdrinken op hoofdpodia in de namiddag. Het was dus aan Fidlar in de Two om het gitaargeweld te redden en dat deden ze uitmuntend. Tijdens de opener spotten we de lead singer/gitarist al in zijn zelf aangeprezen ‘Board shorts’ en hawaiihemd op zijn rug op het podium, moshpits ontketenend. Van daaruit werd het niet veel slechter: zangswitches, snelle songs en crowdsurfers werden ons deel. (TD)

Earl Sweatshirt kreeg daarna in de grote tent de ondankbare klus om zijn materiaal en dan vooral nieuwe worp ‘I don’t like shit, I don’t go outside’ live te brengen. Ondankbaar, omdat die muziek niet bepaald de energie heeft om live iemand omver te blazen. De (ex-?)Odd Future-rapper deed evenwel alles wat ie kon om er het beste van te maken: zijn rap was overtuigend en werd met de nodige inleving gebracht, de toehoorders werden zo veel mogelijk betrokken met de show en de gekke bewegingen van de Amerikaan werkten aanstekelijk. Toch miste de eerste helft van het optreden de intensiteit om ons echt bij de les te houden. Een goed ingedeeld tweede deel bracht fellere beats en aanstekelijke rhymes, wat dan weer wel kon bekoren. (TK)

Wie wel van begin tot eind schitterde was Strand of Oaks. De ruig uitziende Timothy Showalter heeft eigenlijk een klein en dankbaar hartje en brengt naar eigen zeggen loner-folk. In tegenstelling tot wat dat genre echter doet vermoeden, hieven de songschrijver en zijn band de liedjes (die vooral uit zijn laatste plaat kwamen) naar de grootte van het podium. De oprechte blijheid van Timothy, die trouwens perfect een publiek, groot of klein, inschat, stond in contrast met zijn nummers. Die combo stemde ons zowel gelukkig als emo. (TD)

Vervolgens bezochten we de intiemere FIVE voor een optreden van de Britse band Eagulls. Het viertal toert al een tijdje met hun self-titled debuutalbum en bij gevolg klonk hun sound live ook meer dan goed uitgewerkt en bovendien niet routineus. De groep begaf zich op het interessante kruispunt tussen harde, snedige post-punk en meer romantische en dramatische pop. Dat laatste kwam vooral naar voor in de zang van frontman George Mitchell. De combinatie bleek meestal goed te werken en het was makkelijk om je in het volle geluid van de zwart-wit-rockers te verliezen. Mits een beetje scherpere gitaren, iets minder pathetische vocals en verder uitgedachte nieuwe nummers zat hier zelfs een absoluut hoogtepunt in. (TK)

Was het een vervanging? Was het een dj? Nee, het was echt Chet Faker in een lange regenjas die zijn set opende van achter de knopjes. Er troepte heel wat volk samen in de TWO voor de liedjes van Nick Murphy. Live bracht de man twee muzikanten mee, al zorgde de producer graag voor veel solomomentjes achter zijn arsenaal aan synths. De subtiliteit van zijn soulvolle, jazzy ballads werden grof aan de kant geschoven om plaats te maken voor beats. Misschien moest dat op een festivalpodium, maar wij waren achteraf enkel nog positief over de warme, mooie stem van de arrogante muzikant. (TD)

Een van de drie reüniebands die gisteren op ons programma stond was The Jesus and Mary Chain, en wel met een speciale ‘Psychocandy’-set die het legendarische album opnieuw moest doen herleven. Veel kon er daarbij natuurlijk niet fout gaan: de liedjes hoeven zich niet meer te bewijzen en shoegaze-optredens vragen ook geen onmogelijke fysieke inspanningen voor bandleden. In de TWO verliep dan ook alles zoals het hoorde, met mooie popmelodieën, intimiderende ruis en vooral de geslaagde combinatie van die twee. De sound pakte bovendien meer dan geslaagd uit en klonk vooral proper. Iets te proper misschien, wat wel weer paste in het veilige concept dat de Britten vrijdag presenteerden. Op albumuitsmijter ‘It’s so hard’ na kregen alle nummers een brave invulling zonder al te veel live-meerwaarde en met weinig bezieling van zanger Jim Reid. Vooral wanneer meer quasi-punky geluiden onder de herrie naar boven kwamen, toonde de set zich daarom ook echt superieur: de muziek was dan niet te perfect en zorgde voor een beetje extra spanning in de show. (TK)

Hebben de heren van The Libertines eigenlijk ooit echte hits gescoord op het Europese vasteland? Radioplay zit er niet echt meer in en ook het overgrote deel van het publiek kende nog geen handvol songs. Dat was weinig voor een headliner. De vierkoppige band brachten hun liedjes echter allemaal alsof ze de beste schrijfsels ooit waren. De groep was in vorm: Pete – die er al slechter heeft uitgezien – en Carl zongen samen als buddies (al lieten ze wel de bassist een beetje links liggen) en de drummer drumde strak, wat niet kon wegnemen dat het allemaal wat rommelig klonk. Maar was dat net niet de charme van de Britten? (TD)

Terwijl de grote menigte veilige oorden opzocht bij The Libertines, speelde The Pop Group in de FIVE voor een select groepje mensen. Hoewel de mannen intussen hun principes overboord gegooid hebben (dat maakten wij tenminste op uit hun SXSW-optreden), hield de kracht van hun boodschap gisteren wel stand in Hilvarenbeek. De combinatie van doorleefde zang, funky ritmes en hooks waar een parallellogram een puntje aan kan zuigen, kwam vaak net zo grillig over als je het hoopte. Het feit dat er dan eens een plat of overdreven funky liedje passeerde, kon de pret niet volledig drukken.

De meest intrigerende ervaring van dag 1 werd laat op de avond geserveerd door Fuck Buttons-zijproject Blanck Mass. Met dat project zoekt Benjamin de grenzen op aan de hand van drones, soundscapes, industrial en techno. Op het podium werkte de bombastische aanpak waarmee hij de eigenlijk heel subtiele muziek aanpakte meer dan goed. De ene keer bleek het genot eerder cerebraal wanneer Power minimale veranderingen in een minutenlang stuwende drone forceerde, de andere keer ging de beleving meer naar visceraal wanneer stompende techno of een zwarte dosis noise inhakte. Dat de overgangen tussen verschillende nummers met verschillende stijlen eerder bruusk waren, vonden we een minpuntje, maar het droeg wel bij aan het fucked up-karakter van het geheel. (TK)

Om de dag goed af te sluiten zochten we het veilige kattennest van de Noorse BKS-sensatie Cashmere Cat op. Na zijn doorbraakset op de eerste editie, mocht hij nu feestelijk de eerste dag afsluiten in grote tent TWO. Dat deed de man met zijn gebruikelijke vernuftigheid. Subtiele kattenpootjes lieten hun spoor na op de hele set, onder de oppervlakte speelde zich vaak meer af dan een indruk uit de verte zou doen vermoeden en Cashie sierde bijvoorbeeld commerciële banger uit eigen stal ‘Adore’ met de klippende cultgeluiden uit ballroomhit ‘Icy lake’. Dat alles maakte het jammer dat de producer overmatig veel aandacht besteedde aan eigen nummers die niet de onvoorspelbaarheid hadden van een overgang van grime naar een Spice Girls-remix in jersey club-stijl. Een beetje meer van de speelsheid waarmee de artiest pop en underground durft mengen, had geen kwaad gekund, hoewel een minder avontuurlijke set als deze ook nog steeds subtiel en plezierig was. (TK)

Best Kept Secret gaat vandaag en morgen nog door met sets van onder andere Ariel Pink, Death Cab For Cutie, STUFF. en Ghost Culture. Meer info op de website.