Foto’s + verslag Cactusfestival Brugge, Dag 2, 11 juli 2015

door Nick De Baerdemaeker

In het Minnewaterpark te Brugge ging de tweede dag van het Cactusfestival door. Lees hieronder ons verslag en droom weg bij onze foto’s.

Op 11 juli traden onder meer Balthazar, John Hiatt, Jessie Ware, Black Rebel Motorcycle Club, en SOHN op in het kader van het Cactusfestival te Brugge. Nick De Baerdemaeker trok erheen voor een fotoreportage. Het verslag is van Simon Kremar.

Als eerste act van de dag kreeg Timber Timbre de ondankbare job om voor zo’n klein publiek te spelen. De band begon met ‘Beat the drum slowly’ en speelden eerst een paar nummers met vierkoppige bezetting. Even later tijdens het midden van een song wandelde de saxofonist doodgewoon het podium op en stuwde enkele welgemikte noten tussen de gezapige gitaar twangs. Zo deed hij Timber Timbres trage jams plots helemaal kloppen. De show was ook niet zonder humor. ‘Trouble comes knocking’ ontaardde in iets wat een free jazz improvisatie zou kunnen zijn en de frontman bleef tijdens het concert ook telkens ‘thank you’ zeggen bij het schare applaus, wat een vrij komisch effect had. Jammer van de opkomst, maar de opener speelde een geweldig, gezellige show, weliswaar met een hoek af.

 

Daarna was Het Zesde Metaal aan de beurt om de festivalgangers in te palmen. De groep gaf zich helemaal en dat werd wel geapprecieerd. Vol overtuiging en genoegen bracht Wannes Cappelle vooral nummers uit zijn laatste plaat, ‘Nie voe kinders’. De band speelde zowel de stevigere rocknummers (‘Ik haat u nie’) als intiemere songs (‘Zet mie af’) en die werden allemaal verbonden door de sympathieke tussenpraatjes van Cappelle. Ze brachten een warm en weemoedig optreden hier bie oes in Brugge.

Mop Mop ft. Antony Joseph zorgde dan weer voor een verandering van sfeer. Het trio bracht uitgesponnen, jazzy grooves en vond in Antony Joseph de perfecte spoken word kompaan. De Afrikaanse drumritmes werden overgoten met vibrafoonsolo’s wat resulteerde in lounge muziek, maar dan aan een hoger tempo. Joseph zorgde onder andere voor ambiance en las ook een gedicht voor over het erfgoed van Afrika. In het algemeen was het optreden iets te repetitief en te lang, maar het was wel een puike prestatie dat ze zoveel mensen in die hitte al aan het dansen kregen.

Daarna was het bij SOHN niet zo’n groot feest. Het leek zelfs gewoon routinewerk. Bijna de hele show lang bleef hij zitten achter zijn piano, al zingend met zijn ogen gesloten en met handbewegingen die moesten dienen als voornaamste animatie. Zijn bandleden zaten er ook ogenschijnlijk doelloos bij. Mogelijks kwam dat door de warmte die hen parten speelde. Door die onzichtbare muur tussen de artiest en de toeschouwers leek de zanger in zijn eigen wereld te zitten en zich niet te veel aan te trekken van het publiek. SOHN bracht dus jammerlijk een teleurstellende passage op het Cactusfestival.

Dan kwam Black Rebel Motorcycle Club straffer uit de hoek. Bij hen was er namelijk wel enthousiasme op te merken, alhoewel het publiek daarin niet volledig meeging. Die bleef vrij stil staan en lokte zo een reactie uit van de frontman: “You guys are nice and quiet. Nice day in the park.” Desondanks kwam er op het einde bij ‘Whatever happened to my rock ‘n roll’ nog een gezellige moshpit tevoorschijn. Per slot van rekening verzorgden zanger Peter Hayes, bassist Robert Levon Been en drumster Leah Shapiro met de nodige leren vestjes een foutloos rock optreden.

 

Met ‘Runnin’ begon Jessie Ware haar eveneens foutloze set gevuld met dansbare grooves. Aangezien ze waarschijnlijk levendigere toeschouwers gewoon was, wierp ze af en toe een sarcastische opmerking hun richting uit. Ware haar pogingen om aan te zetten tot dansen slaagden ook niet volledig. Toch bracht ze samen met haar uitstekende band elk nummer met heel veel goesting, wat uiteindelijk zorgde voor een erg kwaliteitsvolle en fijne show.

Na 40 jaar op de planken te staan stond de rasechte rocker John Hiatt nog altijd met plezier op het podium. Zijn muziek was vooral dad rock en trok dus vooral een iets ouder publiek aan, maar het jongere deel kon de show ook best smaken. Hiatt leefde zich helemaal in en bereikte zo een uitermate uitgelaten sfeer. Hij deed ons elkaar knuffelen in onze dekentjes en nam ons op een trip naar Memphis. Zijn laatste ‘Riding with the king’ (cover van Eric Clapton en B.B. King) was een mooi eerbetoon aan de recent overleden King of the blues.

Daarna ruimden de oudjes plaats voor de nieuwe garde Belgische rockers die een prachtig einde breidden aan dag twee. Het was indrukwekkend om te zien en vooral om te horen hoeveel goede nummers Balthazar wel in hun arsenaal had. ‘Rats’, ‘Oldest of sisters’, ‘Fifteen floors’ ‘Do not claim them anymore’ en ‘Bunker’ passeerden allemaal de revue. Er werd hard meegezongen, enthousiast meegeklapt en als laatste werden er imaginaire glazen geheven. De band zag er meer dan tevreden uit, en wij waren dat ook.