Grote vraagtekens bij Mitski in de Botanique

door Jens Van Lathem

‘Mitski in België: deel drie’ was een passage waarop ze veel goed te maken had. Na deel twee moesten we noodgedwongen nostalgisch terugdenken aan haar akoestische optreden in Huis 23. Met enkel wat grondtonen op gitaar, een bezwerende stem en gevaarlijk gevoelige nummers toonde ze daar hoe krachtig ze solo uit de hoek kan komen. Maar Mitski zou Mitski niet zijn als ze niet luisterde naar recensies, en dus trad krek hetzelfde en problematische trio opnieuw aan in de Rotonde van de Botanique. Meestal is het geluid daar wel iets beter, dus we waren hoopvol.

Foto’s door DOT.

Maar eerst was er Personal Best. Het door Kate Gatt aangevoerde viertal serveerde ons een soort powerpop meets queerpunk waar het makkelijk op neuriën, schudden en meezingen was maar ultiem niet echt een plekje in ons langetermijngeheugen kon vinden. Nog geen twaalf uur later herinneren we ons vooral dat ene mopje: “This microphone is like my last boyfriend.” Geen tijd om de clou uit te leggen, want het volgende leuke liedje stond al klaar. Hoe klonk dat leuke liedje? Geen idee, eerlijk waar.

Van Mitski onthouden we dan weer vooral gepijnigde blikken. Niet alleen bij het publiek wanneer de Amerikaanse met ‘My body’s made of crushed little stars’ een vlijmscherp volume afvuurde, maar ook bij de songschrijfster en haar band zelf. Dat kan misschien te maken hebben met haar weinig ontwikkelde relativeringsvermogen waardoor ze elke song moet brengen alsof ze de gevoelens voor de eerste keer aanraakt. Dat zal waarschijnlijk te maken hebben met wat soundproblemen die tussen de nummers door gefronst en gefrustreerd onder mekaar werden besproken.

Of die problemen nu aan de techniek of aan het gebrekkige samenspel lagen, feit is dat opnieuw die zo belangrijke emoties er het slachtoffer van waren. ‘Once more to see you’ en ‘Francis forever’ klonken een beetje verweesd en ‘Your best American girl’ werd niet met dezelfde panache als op plaat gebracht. “If the main melody is there, the arrangement almost doesn’t matter to me”, zegt de muzikante in datzelfde interview waar wij zonet naar linkten. Maar in het publiek doet het er wel toe, niet zozeer omdat we een exacte replica van een opname willen horen maar wel omdat we op dezelfde manier overspoeld willen worden.

Lichtpunten waren er bij ‘Townie’ (strak gebracht) en het opnieuw onontbeerlijke solomoment waarop dat fotografisch geheugen voor gevoelens kan schitteren (het gouden trio ‘A burning hill’, ‘Last words of a shooting star’ en ‘Class of 2013’). Weinig millennials in de zaal zullen zich niet kunnen identificeren wanneer Mitski in die laatste haar moeder smeekt zich nog één keer geborgen en veilig te mogen voelen. Zo slaagde de Japans-Amerikaanse er toch in een groot deel van haar muzikale identiteit over te brengen op de aanwezigen, al was het met veel verzuchtingen bij de uitvoering ervan.

Misschien nog één bedenking: zo mondig en actief is de schrijfster op Twitter, zo geconcentreerd is ze op de muziek wanneer ze op een podium staat. Geen aanmoedigingen voor queers en freaks zoals bij Thin Lips enkele weken geleden, geen preken over wetenschap en gelijkheid zoals bij Pinegrove volgende week. Wel kwam ze nog even terug om het publiek grondig te bedanken. We willen maar zeggen: Mitski zou een heel strakke, gevoelige show kunnen opzetten. Maar dat doet ze voorlopig nog niet.

De Botanique programmeert deze week o.a. Blonde Redhead (6.03), Jagwar Ma (8.03), Francis & The Lights (8.03), Pinegrove (9.03) en Cloud Nothings (13.03). Alle info en tickets vind je op de site van de zaal.