Ontdekkingen en bevestigingen op Leffingeleuren 2017

door Pieter D'Hooghe

De festivalzomer is sinds dit weekend officieel afgesloten. De eer om alle muziekliefhebbende Belgen nog een laatste weekend te verwennen, is al sinds 1977 aan Leffingeleuren. Het gezellige festival ‘onder de kerktoren’ van het ruraal West-Vlaamse dorp viel dit jaar bij ons wederom erg in de smaak.

Sinds hun radicale ‘rebranding’ van twee jaar geleden zet het muziekfestival meer dan ooit in op ontdekking en verwondering. Headliners zijn er van ondergeschikt belang en het zijn de kleinere namen waar de programmatoren het verschil mee maken. Op vrijdag moesten we jammer genoeg verstek geven. Met namen als Roméo Elvis, Millionaire, Zwangere Guy en Dieter & The Politics op de line-up kan het niet anders dan een stomende eerste avond geweest zijn in Leffinge.

Zaterdag vlogen we er in met Waxahatchee. De Amerikaanse groep rond Katie Crutchfield wisselde af tussen in de jaren 90 gerijpte indiepop en een zachtere singer-songwriter aanpak. Het waren Katie’s persoonlijke, emotionele teksten die als enige constante overbleven. In Leffinge kwamen ze hun vierde langspeler ‘Out in the storm’ voorstellen. Live klonken de nieuwe songs iets minder gepolijst dan op plaat, waardoor ze mooi tussen het ouder werk pasten. Ook het Gentse Mind Rays kwam een plaat aan het publiek voorstellen. Het café bleek veel te klein voor de rauwe psychedelische punk van het viertal, al was hun muziek tegelijkertijd de ideale soundtrack voor het decor. De band amuseerde zich kostelijk op het kleine podium en trok het publiek moeiteloos mee in hun enthousiasme. Hun plaat, ‘Nerve endings’, is trouwens een absolute aanrader. Thuis kan je immers ook wild in het rond springen.

Dan werd het even donker in Leffinge. The Black Heart Rebellion overrompelde een goedgevulde Kapel met hun sjamanistische postmetal. Het was verre van de eerste keer dat we de band aan het werk zagen maar telkens weer blijft hun mix van postmetal met folk (die harmonium!) en Oosterse muziek ons verbazen. ‘Body breakers’ tekende zoals altijd voor het hoogtepunt van de set. Geen ontkomen aan. Ook Oathbreaker gaf ons amper ruimte om te ademen met hun agressieve posthardcore/postmetal. Frontvrouw Caro Tanghe leidde het concert in met het a capella gezongen ’10:56’ dat naadloos over ging in een nietsontziend ‘Second son of R.’. Demonen werden ontbonden, trauma’s uitgesproken en verwerkt. Een optreden van Oathbreaker leidt altijd tot een ultieme staat van ‘zijn’; zelden voelen we ons zo ‘levend’ en aanwezig in een moment. Hoogtepunten alom maar ‘Needles in your skin’ verdient nog een speciale vermelding want wanneer Caro daar smekend en moedeloos “how could you go without me” prevelt, sterft een deel van ons hart af.

Het ging er iets minder serieus aan toe bij een van dé ontdekkingen va het festival Idles. De punkband werd in 2012 opgericht in Bristol maar kwam pas dit jaar met debuut ‘Brutalism’ op de proppen. Dat ligt volgens de groep zelf aan een gebrek aan focus. Ze hingen maar wat rond in de muziekwereld. De beste beslissing ooit was echter om er volledig voor te gaan, want het album sloeg in als een bom. Ze werden gebombardeerd tot een van de spannendste UK-bands en geprezen voor hun terechte woede, directe humor en absolute urgentie. Ook live bleef die lof overeind. Zanger Joe Talbot bakt er technisch weinig van – zoals het hoort in de punk – maar geeft wel vlammende kritiek op alles en iedereen in de wereld, veelal echter met een humoristische knipoog. Al heeft de man een apart gevoel voor humor. Ontleedt zijn teksten eens, je merkt het snel genoeg. Muzikaal is Idles trouwens het equivalent van een politieman die met zijn gummistick op je blijft meppen. ACAB, zelfs in vergelijkingen. Nog een laatste referentie nodig? Denk Sleaford Mods maar dan met echte instrumenten.

Over La Jungle schreef ondergetekende ooit dat ze ‘de spannendste band van de laatste vijf jaar Belgische muziek’ waren. Twee jaar later blijft het duo uit Brussel ons wegblazen met hun absurde noiserock die nog het meest aansluit bij Lightning Bolt. Ook in Leffinge, best wel ver van hun thuisbasis, kregen ze het publiek moeiteloos mee in de trip die hun optreden is. We sloten onze zaterdag af met de postrock van 65daysofstatic, een van onze favoriete groepen binnen het genre. Toch hadden ze deze keer wat goed te maken, want hun laatste passage op DUNK! Festival was zielloos en hol, iets wat helemaal niet bij de innemende atmosferische muziek past. Op Leffingeleuren zagen wij echter een herboren band die de ziel van de muziek meer dan ooit wist over te brengen. De perfect opgebouwde set had favorietjes (‘Retreat! Retreat!’, ‘Debutante’, ‘Radio protector’) en natuurlijk ook nieuw werk uit de soundtrack van videogame No Man’s Sky, geschreven door de band. Die nummers zijn heel *kuch* atmosferisch en 65 deed er goed aan slechts twee tracks van dat werk te spelen. Ze vormden een ideaal start- en rustpunt van de set. Wij onthouden echter vooral dat de heren uit Sheffield er weer volledig staan en nog steeds in staat zijn ons met open mond en licht betraande ogen achter te laten.

Op zondag hielden we het simpel: de Kapel was waar we moesten zijn, vier bands lang. Door een permanente overlap bleef het daar ook bij. Weinig? Als de kwaliteit zo hoog ligt, zou elk festival aan vier bands genoeg hebben om ons langs te doen komen. We ontdekten Phoenician Drive, een Brusselse groep die Westerse gitaren vermengt met Oosterse en Noord-Afrikaanse invloeden. Hun lange nummers zijn telkens opnieuw een psychedelische trip en een aanslag op de heupen en benen. Stilstaan was geen optie en buikdansen en extatisch headbangen wisselden elkaar af. Deze band doet echt iets heel speciaal. Hou ze in ’t oog en pik hen zeker eens live mee. Next up: CFM. De groep rond Charles Moothart – een man die zichzelf garage rock royalty mag noemen en samenwerkte met Ty Segall en Mikal Cronin – begon ooit als een soloproject om een break-up te verwerken. Ondertussen is het een volwaardige band die een nieuw album, ‘Dichotomy desaturated’, kwam voorstellen. De zwaar overfuzzde gitaarriffs en holle zanglijnen vlogen ons om de oren, al was er ook plaats voor wat semi-akoestische melancholie. Een lach en een traan, zoals het bij de beste bands gaat.

Van Amerika ging het naar Australië want met Rolling Blackouts Coastal Fever hadden de programmatoren van Leffingeleuren een ‘first timer’ vast. Wij houden de Australische band al een tijdje in de gaten en hadden immens hoge verwachtingen van het optreden. Die werden ingelost, een voor een. De set werd ingeleid door wat oudere nummers alvorens over te schakelen op het fenomenale werk van hun tweede ep, ‘The french press’. We sprongen in het rond bij ‘Colours run’ met zijn in elkaar hakende riffs, dansten vreugdevol bij ‘Julie’s place’ en schreeuwden onze liefde uit tijdens het naar Neil Young-neigende ‘Sick bug’. Deze groep gaat ontploffen en groot worden. Denk… The War on Drugs-groot. Geef hen gewoon nog wat tijd om verder te evolueren. Lach er nu maar mee maar kom niet huilen als u over twee jaar geen ticket hebt voor hun meteen uitverkochte show in de AB. Ze vertrouwden ons toe dat ze snel nog eens passeren. Mis. Het. Niet.

Onze festivalzomer werd afgesloten met de drugpunk van het Amerikaanse Cosmonauts. De groep bracht doorheen de jaren heel wat 7″ singles en drie volwaardige lo-fipunkplaten uit. Op hun vierde plaat – ‘A-OK!’ uit 2016 – veranderde hun sound echter. Niet radicaal, maar hun punk werd meer garage en kreeg vooral een meer psychedelische insteek. Live blijft het echter simpel: gitaren in de versterkers, volume op 10 en overstuurd geluid over het publiek vlammen. Hier en daar werd een rustpuntje ingebouwd waar het overstuurde ingewisseld werd voor reverb. Goed optreden, al bleven we misschien wat op onze honger zitten. Het klonk allemaal wat te vlak na de gelaagdheid van Rolling Blackouts.

Zo komt er weer een festivalzomer ten einde. Het was er eentje die in de memoires van ondergetekende alvast prominent aanwezig zal zijn om veel verschillende redenen. De festivalzomer wederom afsluiten onder de kerktoren van Leffinge, niet ver van de heimat, is zeker een van die redenen. Wij trekken ons vanaf nu terug in de vele concertzalen – tot snel.