Solange laat op Pukkelpop zien hoe je een echte show geeft

door Thomas Konings

Nadat Solange Knowles vorige maand nog haar headlineshow op Dour moest afzeggen, stond ze gisteren eindelijk voor het eerst in ons land om de baanbrekende plaat ‘A seat at the table’ voor te stellen. Met het vernuft, de verfijning en de visie die van haar meest recente album zo’n opvallend succes maakten, bracht ze gisteren in een prachtig decor de meest uitgewerkte show. Van begin tot eind klopte het concert gewoon, dankzij een gevoel voor detail en stijl dat de perfectie benaderde en uiterst zeldzaam is in de huidige muziekwereld.

(Foto’s: Guillaume Decock)

Het was voor een schandalig lege wei dat de pop-royalty het podium moest betreden. Met een band die net als zij volledig in het rood gehuld was (wat een prachtige outfit was dat trouwens!) zette ze ‘Rise’ in, voor een grote rode cirkel die boven een witte achtergrond wat aan de Japanse vlag deed denken. Meteen werd duidelijk dat deze performance tot in de puntjes uitgewerkt zou zijn. Ingetogen maar krachtige choreografieën zetten de nummers kracht bij, terwijl de openingscombo van ‘Rise’ en ‘Weary’ de klasse, elegantie en controle lieten zien die haar huidige songmateriaal vereisen.

Dat de jongste Knowles dan weer een stukje kan zingen, bewees ze tijdens ‘Cranes in the sky’. Solange heeft geen klok van een stem, maar net een fabelachtige engelenzang die het best tot zijn recht komt over luchtige, lieve instrumentaties. Daardoor was het wel even schrikken wanneer alle vocalisten ‘Mad’ inzetten met een paar seconden bruut geschreeuw. Vervolgens werd tijdens de rest van de song extra duidelijk hoe de gewezen b-film-actrice op een rustige, zachte en positieve manier een boodschap kon brengen met impact. Ook op Pukkelpop wilde ze immers vertellen over de ongelijkheid die ze als zwarte vrouw ervaart, en een paar dagen na de gebeurtenissen in Charlottesville klonk dat alleen maar uiterst relevant en belangrijk. Tijdens ‘F.U.B.U.’, met extra pittige trompet en een strak hoekig ritme, dartelde de soulartieste van het podium en sprak ze de zwarte mensen op de eerste rij persoonlijk aan – een sterk gebaar.

De spontaniteit die het concert door z’n uiterst afgewerkte en dus ingestudeerde karakter miste, ving de band zoveel mogelijk op met speelse overgangen – ja, er was echt over elke seconde nagedacht – en minder statische wordende bewegingen. Daarnaast boden de songs van de vijf jaar oude ep ‘True’ wat tegengewicht voor de saaie stijlvolheid van de nieuwere liedjes. ‘Some things never seem to fucking work’ was de signature Dev Hynes funkpopjam die een eerste keer voor wat lichter maar daarom niet minderwaardig entertainment zorgde, ‘Losing you’ maakte daarna zijn reputatie van iconische hit met z’n kleinschalige euforie en een snik, die je eerder van zus Beyoncé zou verwachten, helemaal waar.

Gekarakteriseerd door het afsluitende ‘Don’t touch my hair’ vond Solange zo een balans tussen de perfectie en controle enerzijds, en de pret en vaart anderzijds. Veel meer kun je eigenlijk niet verwachten van een performance die zo sterk in elkaar zit en alleen al daardoor een verademing vormt tussen alle andere festivalsets. Zo loonde het geduld en wist Solange alsnog België te charmeren, of dan toch op z’n minst het beperkte publiek dat ervoor wilde opdagen aan Pukkelpops main stage.