Spinvis koppelt poëzie aan kleinkunst in CC Strombeek

door Quinten Jacobs

Concertzaal Nosta programmeert sinds een paar seizoenen niet enkel in de eigen zaal in Opwijk, maar organiseert af en toe hold-ups op andere locaties. Een van de plekken waar Nosta soms naar uitwijkt is CC Strombeek en na in het verleden daar als shows te hebben georganiseerd van Amenra (akoestisch!) en Hydrogen Sea, presenteerde de concertzaal dit keer een double bill van topkwaliteit: Spinvis en Jan Verstraeten.

Het gaat Jan Verstraeten momenteel voor de wind. Na een uitstekende debuut-ep in februari en gesmaakte passages op onder andere Dranouter en in het Rivierenhof, werd hij onlangs geselecteerd voor showcasefestivals Eurosonic en SXSW (!). Voor zijn passage in CC Strombeek had de Oost-Vlaming zich laten flankeren door maar liefst zes muzikanten. Dat zorgde een hele set lang voor prachtig gearrangeerde nummers die vaak inventief in elkaar zaten, maar soms een beetje de pit ontbraken om het publiek echt mee te sleuren in de rijke fluisterpop die Jan Verstraeten brengt. Vergis je niet: de bossanova uit ‘Stalker’, de wanhoop in ‘Can it be’ en de zwoele cover van Destiny’s Childs ‘Survivor’ waren erg mooi en gelaagd, al bleef de band wat te braaf op de achtergrond. Dat verzwakte de spanningsboog danig en was nefast voor de intensiteit van de set. Naar het einde toe durfde Jan Verstraeten (en vooral zijn band) iets expressiever naar voren komen (met als hoogtepunt ‘Oh my’) en dus geraakten we alsnog helemaal opgewarmd voor de headliner.

Archieffoto door Sanne Gommers

Spinvis heeft na een carrière van bijna 20 jaar een heel uitgebreide discografie om uit kiezen. Openen deed hij dan ook met ‘een grote zon’ en ‘Oostende’, allebei uit ‘tot ziens, Justine Keller’ uit 2011. De wat naïeve melodie van ‘Oostende’ zette de toon voor een overtuigende start met ook nog het relatief jonge ‘Artis’, gekruid door een aantal onverwachte maatwisselingen. Erik De Jong leek er zin in te hebben met ook nog wat dadjokes in zijn bindteksten, maar toen plots een herwerkte versie van ‘Hallo, maandag’ werd afgerammeld, bekoelde ons enthousiasme toch enigszins.

De Jong (en zijn band) leken wat te vervallen in routine met slordige versies van onder andere ‘Loop der dingen’ en ‘Stefan en Lisette’. Zo verdween de intensiteit wat uit de set van de Nederlander. Jammer, al zijn de songs en de teksten van Spinvis gelukkig van die kwaliteit dat het nooit saai wordt. Met in het eindschot het opgewekte ‘Dageraadplein’, dat de zaal deed glimlachen, en afsluiter ‘Kom terug’ schakelde de band weer een versnelling hoger en in de bisronde zette het de kroon op het werk met het spitsvondige ‘Ik wil alleen maar zwemmen’. En zo bewees Spinvis opnieuw een publiek te kunnen inpakken met poëtische teksten, flinterdunne melodieën en veel authenticiteit. En nu op naar dat volgende album.