Tamino ontpopt zich tot prins der duisternis in de Ancienne Belgique

door Annelore Peeters

Tweeëntwintig jaar zijn en de AB drie avonden op rij uitverkopen: het is niet voor iedereen weggelegd, maar wel voor Tamino. Gisteren gaf hij de aftrap van zijn concertenreeks en – zoals ze in het Antwerps zeggen – het was er boenk op.

Foto’s door Sanne Gommers.

Het gaat goed met Tamino. Een dik jaar na zijn overwinning tijdens De Nieuwe Lichting heeft de jonge artiest er onder meer samenwerkingen opzitten met Amatorski-frontvrouw Inne Eysermans en Radiohead-bassist Colin Greenwood – die gisteren een korte verschijning op het AB-podium maakte. Bovendien ging de Vlaams-Egyptische jongeling in september aan de haal met een Duitse Anchor Award voor opkomend internationaal talent.

De avond werd geopend met een aanstekelijke soloset van Tristan, het project van de Gentse jazz-zangeres Isolde Van den Bulcke, die met haar eenentwintig jaar ook tot het rijtje van jonge, beloftevolle Vlaamse artiesten gerekend mag worden. Gisterenavond had ze niet meer nodig dan een synthesizer en haar stem om de hele AB in vervoering te brengen. De beklijvende exotische deuntjes en jazzy wendingen die haar muziek typeren, brachten de avond goed op gang.

Omstreeks 21 uur werd de gemoederenknop een kwartslag naar beneden gedraaid en ruimde het lichtvoetige engelengezang van Tristan plaats voor de broeierige, meedogenloze melancholie van de Vlaams-Egyptische prins.

Tamino had niet meer dan een noot nodig om de hele zaal te doen verstommen. “Yes my love I confess to you, I’m only here to break your heart in two” klonken de eerste, doordringende woorden van ‘Persephone’ – niet toevallig ook de naam van de Griekse godin van het dodenrijk. Het totaalplaatje was perfect: Tamino niet meer dan een donkere gestalte omgeven door een fel, wit licht en warme, kabbelende gitaarklanken.

Met ‘Sun may shine’ speelde Tamino een tweede nummer van zijn debuutlangspeler Amir, dat in oktober uitkwam en zowel in binnen- als buitenland vol lof werd onthaald. Live kwam het popgehalte van de song meer uitgesproken naar voren dan op plaat en deden de hoge zangmelodie en drumpadgeluiden uit het refrein ons zachtjes met onze heupen wiegen. De gitzwarte weltschmerz, die als een onverbeterlijke zwarte schaduw over het werk van de jonge artiest hangt, werd even losgelaten tijdens ‘Cigar’, waar het drietal zich vlotjes een weg door baande.

De nadruk wordt zo vaak op de Egyptische roots van de jongeman gelegd, dat we even bijna vergeten waren dat hij Antwerps praat. Maar Tamino is een man van weinig woorden. Verder dan een korte bedanking geraakt hij niet, en dat vergeven we hem maar al te graag. Tijdens ‘Each time’ versmeltten de stemmen van Tamino en muzikanten Vic Hardy en Ruben Vanhoutte prachtig. De solo-uitvoering van ‘Verses’ ging dan weer door merg en been, en ‘Chambers’ zou zo uit een set van Balthazar kunnen komen, zeker met die samenzang in het refrein.

Please welcome Colin”. Jawel, daar was hij dan: Colin Greenwood vergezelde de band op het podium, wat veel enthousiaste reacties uitlokte. Het adembenemende ‘Indigo night’ werd opgefleurd met speelse baslijntjes. Greenwood speelde ook mee tijdens ‘Smile’, waarmee de avond ontzagwekkend werd afgesloten en Tamino op het einde voor een laatste keer uitbarstte in een onweerstaanbaar hoge zangpartij zoals alleen hij dat kan.

Tamino bevestigde gisteren nog maar eens onze verwachtingen. Voor de zoveelste keer is hij erin geslaagd om zijn publiek mee te nemen naar de donkerste uithoeken van de kosmos en om hen veilig terug op de aarde te laten neerkomen. Zijn passie voor muziek en zijn zwoele, exotisch getinte stem maken van hem een uniek artiest die het ongetwijfeld nog heel ver gaat schoppen.