The Underground Youth toont zich een matige coverband

door Mattias Goossens

Het leek in het café van Trix wel alsof er vier muzikanten uit het einde van de jaren zeventig Jurrasic Park-gewijs uit een homp amber tot leven waren gewekt. Bauhaus had net eigenhandig gothic uitgevonden, Ian Curtis was kwaad omdat z’n groepsnaam neonazi’s naar optredens lokte en Siouxie Sioux was de posterbabe voor mannen met eyeliner. The Underground Youth heeft z’n invloeden nooit verstopt, maar live had je daardoor bij momenten het gevoel naar een coverband te kijken.

Het koppel Craig en Olya Dyer werd live bijgestaan door een gitarist en bassist die uit een psychobilly-band geplukt leken. Strak in het leer staarden ze vastberaden voor zich uit terwijl ze spaarzaam de nummers van de nieuwste plaat ‘What kind of dystopian hellhole is this’ aftikten. De band leeft volgens het DIY-principe en frontman Craig Dyer pende al zeven albums en een rits ep’s bij elkaar, die nagenoeg allemaal aan bod kwamen in een tamelijk korte set. En hoewel het geluid van al die platen quasi identiek is, leidde die schijnbaar willekeurig bijeen gesprokkelde setlist tot heel wat vreemde wendingen.

De manier waarop de band doorheen het optreden freewheelde leek op die van een slechte chauffeur: gas geven net voor je een bocht invliegt, een versnelling hoger schakelen wanneer je op het punt staat een steile beklimming in te zakken. Als gevolg daarvan sleepte het optreden zich in horten en stoten voort. Daar kwam nog eens bij dat de geluidsmix niet naar believen van de muzikanten was, waardoor ze zo mogelijk nog apathischer gingen spelen. Echt innemend waren de Britten bijgevolg niet, en je had soms de indruk dat de band louter voor zichzelf speelde. En als ze dan toch opzichtig hun gitaren de lucht in gooiden, deden ze dat ineens vijf keer in eenzelfde nummer.

Sterkhouder ‘Mademoiselle’ maakte gelukkig veel goed. Het is met zo’n nummers dat The Underground Youth zich kan meten met de helden die het probeert te eren. Een gemakzuchterige aanpak was het brengen van Suicide-cover ‘Ghost rider’ en Lee Hazlewoods ‘Your sweet love’ als setafsluiter. En dan kon je eigenlijk met wat slechte wil ‘Heart on a chain’ ook al zien als een matige herinterpretatie van The Jesus & Mary Chain.

Om het met de woorden van Chic te zeggen: “I don’t want to live in the past, but it’s a nice place to visit“. Het bezoekuurtje van The Underground Youth is helaas al lang voorbij.

Trix programmeert binnenkort o.a. Methyl Ethel (11.03), Palace (21.03) en Kim Janssen (19.04). Een volledig overzicht vind je op de site van de zaal.