Twin Peaks zet de Botanique naar z’n hand, 28 oktober 2016

door Mattias Goossens

Onderweg naar de Botanique hoorden we Otto-Jan Ham op de radio vertellen wat een voorrecht het is om door de Kennedytunnel te mogen rijden – echt het aanschuiven waard. Er ontbraken enkel nog wat ramen tegen de uitzichtloosheid.

Wij schoven gedwee aan en misten daardoor het begin van Gold Class. Meestal vinden we dat niet zo’n ramp, maar deze heren maakten danig indruk. Adam Curley beschikte over een innemend stemgeluid dat deed denken aan Paul Banks van Interpol, en Evan Purdey sleurde hoekige riffs uit z’n gitaar die leken op het beste van de eerste Bloc Party platen. Het viertal bracht postpunk zoals we dachten dat die al tien jaar niet meer gemaakt werd, en boden een deftig alternatief voor wie na die laatste plaat van White Lies behoefte heeft aan een verse grafstem. Onze verrassing was des te groter toen we op het terras ontdekten dat deze zo Brits klinkende muzikanten verdoken Aussies waren.

Foto’s door DOT.

Na zoveel onderkoeling lieten we ons gewillig onderdompelen in een bad vol weemoed. Happyness combineerde de dromerig riffs van Teenage Fanclub met de catchy refreintjes van Yuck, en bouwde daarmee één lange waas waarin het fijn vertoeven was. De overheersende bas zorgde ervoor dat je nooit te diep wegdommelde, en met die feedbackmuur op het einde etaleerden ze knap hun shoegaze-voorliefde. Nu nog een paar songs schrijven die echt blijven hangen, en dan komt het helemaal goed met deze Britten.

Geen gestage opbouw voor Twin Peaks. Terwijl het er in de gelijknamige serie wat mystieker en gezapiger aan toe gaat, vertrokken de mannen uit Chicago meteen op volle snelheid. Wie enkel de studioversies van de nummers kende trok waarschijnlijk meerdere malen de wenkbrauwen op, want live werd hun materiaal vervormd tot een rauwe brok opzwepende energie. Op het podium klonken ze veel overtuigender dan op plaat, en we hopen dat ze er in de toekomst beter in slagen om die overgave in de studio op te wekken. ‘Fade away’,’Flavor’ en ‘Making breakfast’ deden de voorste rijen gretig tegen elkaar schuren, en een nummer als ‘Holding roses’ bewees dat er na een lange werkweek niks zo welkom is als een simpel meezingbaar refrein. Een toegift was eigenlijk niet nodig, al schopte het twee minuten durende ‘Strawberry smoothie’ ons met een grijns naar buiten. De Rotonde was niet de meest ideale zaal voor deze band, maar ze zetten ‘m desondanks een uur lang naar hun hand.

Lees hier onze review van ‘Down in heaven’.

De Botanique programmeert binnenkort onder andere Jamie T (5.11), Band Of Skulls (6.11) en Merchandise (7.11). Een volledig overzicht vind je op de site van de zaal.