Verslag en foto’s van zevende voorronde Humo’s Rock Rally, Het Depot Leuven, 5 februari 2016

door Jacky Ypzsilon

Humo’s Rock Rally nadert stilaan de laatste rechte lijn. Vanavond houdt de muzikale karavaan halt in Het Depot. Een van de eerste dingen die we opmerken is: Stijn Meuris for president. Wie vorige week zag met hoeveel natuurlijke flair de ex-Rockrallywinnaar zich van die taak kweet, kan vanavond alleen maar ontgoocheld zijn in de prestatie van de dame die het geheel aan elkaar mag praten.

De eerste band die in Leuven mag uitpakken heet Rewind Productions, een bende jonge lefgozers die van start gaat nog voor de presentatrice hen heeft aangekondigd. Ook daarna tonen ze gretig dat optreden voor hen meer is dan rappen alleen, en vullen ze de straffe songs aan met mooie choreografietjes. Want dansen is niet voor mietjes. De refreinen mogen wat strakker, een dj op het podium zou zeker nog een fijne extra zijn, maar deze jongens bewijzen ons binnen enkele jaren mogelijk overal te lande dat je niet K3 moet heten om als trio grote massa’s te entertainen.

Atilla is een naam die heel vervaarlijk klinkt. We denken onvermijdelijk aan woeste olifanten die door weer en wind nietsontziend over bergen trekken om een heel volk te molesteren en met hun slurven alle wimpers en besnotte neusharen in de war te draaien. Dit staat in schril contrast met de laidback elektronische pop uit de eerste song van dit combo, dat er even bedreigend uitziet als een slapende slak tussen een hoop rottende bladeren. Hun muziek, die doet denken aan bands als alt-J, Warhola en Radiohead, overtuigt nog niet helemaal, maar bevat grote sporen van talent dat op ontluiken staat. Gezien dit naar eigen zeggen hun eerste optreden ooit is, kan dit in de nabije toekomst nog mooie vruchten afwerpen.

Enkele maanden geleden mocht The Hipster Jugend in Het Depot pronken met een bronzen medaille in het Brabantse concours Rockvonk. Toen klonk het bij sommigen dat de band in de finale onder zijn niveau had gepresteerd, iets wat we vanavond niet kunnen zeggen. Hun electropop is nu eens sterk basgedreven en dan weer dromerig, maar je kan in elk aspect horen dat deze groep meer ervaring telt dan de vorige twee. De erg vreemde podiumopstelling, met de zangeres achteraan op een verhoog, sluit daarentegen elke vorm van contact of interactie met het publiek uit. Muzikaal horen we het ene schot in de roos na het andere, de meerwaarde van het live-aspect is heel beperkt.

Massa’s mensen noemen hun band Citizens, we kunnen ons dus niet zo goed voorstellen waarom je dan anno 2016 toch nog met die naam door het leven zou willen gaan. Noem het een gebrek aan inspiratie, en je komt tevens in de buurt van de muzikale prestatie van dit gezelschap. Je kan dit tienerpop zonder presence noemen, of een vergelijkbare omschrijving verzinnen. Van dit soort songs zijn er in ieder geval al ettelijke duizenden, en dan heb je de drive van een Walk The Moon nodig om toch nog boven de grijze massa uit te springen. Gezien de staat van dienst van deze groep, toch niet echt meer een nieuwe verschijning, vrezen we dat het ook een beetje van niet beter kunnen is.

Van kwaad gaat het naar erger met again & again. Als voetbalploeg zou deze bende momenteel laatste staan in bevordering om roemloos te zakken naar eerste provinciale. Présence en originaliteit lijken ook hier heel vieze woorden, spelen in Het Depot is nog iets anders dan een concert afhaspelen voor een stel dronken vrienden in café De Slapende Waakhond. De zang komt niet goed door, en de nummers zijn hoogstens een flauw afkooksel van groepen als The Stranglers. Komt het door zenuwen of door een gebrek aan talent? Deze groep gaan we snel vergeten, en als hij ons toch bijblijft, zal het alvast om de foute redenen zijn.

Het is steeds moeilijker om origineel en goed uit de hoek te komen, maar Lago slaagt daar wel in. Met percussie op band, vrolijke folkdeuntjes en hier en daar een rap en zelfs wat flamenco slagen deze jongelui, die de Nederlandse taal nochtans niet machtig zijn, erin de sympathie van de zaal voor zich te winnen. Met de glimlach trakteren ze ons op zoete folk die alle kanten uit gaat zonder bevreemdend over te komen. We horen wat vroege The Dø aangevuld met dingen die van First Aid Kit tot Enya reiken. Heel soms is de coherentie zoek, een uur boeien kan dit trio volgens ons nog niet, maar het potentieel is meer dan aanwezig.

Als winnaar van De Zes liggen de verwachtingen over de prestatie van Tin Fingers misschien iets hoger dan bij de andere deelnemers. Door de grote bezetting, met naast de drummer ook nog een andere percussionist, is het podium in ieder geval goed gevuld. Het resultaat is een stadiongeluidje dat zowel van de Simple Minds als van de vroege Coldplay zou kunnen zijn. Grootsheid lijkt het codewoord, al dient die niet om een gebrek aan kwaliteit te verhullen, het songmateriaal is ongetwijfeld straf genoeg om ook zonder franjes overeind te blijven. Wat wel veel beter kan is het contact tussen het podium en de zaal. Stonden we naar een open repetitie of naar een concert te kijken?

Stevige rock waarbij vetkuiven niet zouden misstaan is het eerste wat we horen van Fugitives. Na een halve minuut moeten we heel hard aan Triggerfinger denken, maar die referentie maakt al snel plaats voor een veel duidelijkere invloed: Arctic Monkeys. Elke vorm van originaliteit ontbreekt volledig, al zouden we de groep wel graag op elk feestje zien met hun degelijke en onderhoudende set. Een wereldhit horen we niet, oerbritse klanken zijn er daarentegen in overvloed. Vervelen doen we ons geen seconde; hoewel het natuurlijk jammer blijft dat het door dit pertinente gebrek aan een eigen gezicht ook nooit helemaal op de juiste manier gaat boeien. Als we thuiskomen, gooien we toch weer liever de echte Arctic Monkeys op.

Hoe het echt niet moet, dat zien we bij bugsy. Had Rewind Productions ons enkele uren eerder nog alle mooie facetten van het hiphopspectrum getoond, dan zien we nu alle clichés in een treintje voorbijkomen. Aan enthousiasme is er geen gebrek, aan inhoud des te meer. Dit mag heel fijn zijn op een feestje met de homies, in Het Depot waren het vooral de fronsende wenkbrauwen die zich in beweging zetten. Als dit de laatste act was geweest, vrees ik dat we het vroegtijdig voor bekeken gehouden zouden hebben. Nu is het echter nog wachten op…

Mantra Suicide, doet deze naam jou ook denken aan een deathcore-band of makers van ander lawaai? Dan ben je net als wij op het verkeerde been gezet. De mantra is het doorslaggevende element in de naam, en wat we horen heeft veel weg van een mix tussen Temples en Vampire Weekend. Dansbare grooves gaan over in trippende lsd-passages. Soms levert dit mooie momenten op. Meestal daarentegen verdoezelt het gezweef een gebrek aan echte ideeën of straffe arrangementen. De inspiratiebronnen, die onder meer Spacemen 3 en Suicide heten, zweven op onbereikbare hoogte voorbij.

Humo’s Rock Rally telt nog preselecties in Maldegem (06.02), Opwijk (12.02) en Antwerpen (13.02). Klik hier voor tickets en verdere info.