Verslag + Foto’s Crammerock 2012 met o.a. School Is Cool, Vive La Fête en White Lies

door Yanni Ratajczyk

Als laatste festival van de zomervakantie stipten wij Crammerock aan, gekend om zijn gezellige sfeer. De eerste naam op ons lijstje was Geppetto And The Whales, de folkrockband die het afgelopen half jaar furore maakte door single ‘Juno’ en haar passage in Humo’s Rock Rally. Helaas stond een urenlange file ter hoogte van de Antwerpse ring onze ontmoeting met deze groep in de weg.

Arsenal
Arsenal
Arsenal
Arsenal
Arsenal
Arsenal
Arsenal
Arsenal
Triggerfinger
Triggerfinger
Triggerfinger
Therapy?
Therapy?
Therapy?
Channel Zero
Channel Zero
Channel Zero
School is Cool
School is Cool
School is Cool
School is Cool
School is Cool
School is Cool
De Mens
De Mens
De Mens
Geppetto and The Whales
Geppetto and The Whales
Geppetto and The Whales
Geppetto and The Whales
Zinger
Zinger
Kapitan Korsakov
Band Of Willies
White Lies
White Lies
White Lies
White Lies
White Lies
Ozark Henry
Ozark Henry
Ozark Henry
Ozark Henry
Ozark Henry
Lamb
Lamb
Lamb
Lamb
Lamb
Absynthe Minded
Absynthe Minded
Absynthe Minded
Absynthe Minded
Vive la fête
Vive La Fête
Vive La Fête
Vive La Fête
Vive La Fête
Heideroosjes
Heideroosjes
Reptile Youth
Reptile Youth
Reptile Youth
Isbells
Isbells
Isbells
Isbells
Marco Z
Marco Z
Marco Z
Tourist
Tourist
Wallace Vanborn

Verslag Yanni Ratajczyk, foto’s Caroline De Meyer

Ook School Is Cool, ondertussen niet meer weg te denken in het festivallandschap, konden we aan het werk zien op dag 1 van Crammerock. De groep mocht op een degelijk uur beginnen. Hierdoor viel ons op hoeveel volk er voor School Is Cool was gekomen. Het is zeker dat de band de laatste tijd een stevige fanbase heeft gecreëerd. Het eerste nummer was ‘The World Is Gonna End Tonight’, dat zeer veel mensen volledig konden meezingen. Terwijl de set vorderde merkten we weer waarom we deze groep zo graag hebben: ze blijven hun eigen ding doen en doen het met overgave. Wanneer het vertrek van Nele nog eens werd aangekaart werd dan ook “ooooh” gescandeerd door het talrijke publiek. Verdere hoogtepunten waren niet alleen bekende nummers als ‘Warpaint’, ‘New Kids In Town’ of ‘In Want Of Something’, ook de live meer intimistische versie van ‘Algorithm’ werd gesmaakt. Tijdens het concert riep de groep leden van Kapitein Korsakov en Compact Disk Dummies op het podium om mee te doen met het feestje dat wat ons betreft te vroeg gedaan was.

Marco Z was de eerste artiest die we zagen optreden op de veel meer Indiestyle-getinte dag 2. De sympathieke Limburger was afgezakt om zijn debuutplaat voor te stellen. Natuurlijk kent iedereen deze vooral van hitsingle ‘I’m A Bird’. Live bleek dit liedje ook goed te klinken en we zagen veel mensen een parendans uitoefenen. Dit kon natuurlijk omdat er plaats was, Marco Z speelde als tweede groep van de dag, waardoor de tent nog niet optimaal gevuld was. Desondanks zorgde de band voor een aangenaam concert. ‘Endlessly Be Together’ kon ook rekenen op heel wat gejuich, al deden minder bekende nummers als ‘Marketing Song’ (met zijn leuke toetsen en dansbaar karakter) het ook goed.

Ons enige concert in de club werd dat van Reptile Youth. Deze Noorse groep had er een ellenlange busrit opzitten vanuit het thuisland voor ze op Crammerock hun eerste voet op Belgische bodem konden zetten. In het begin van het concert stond er amper dertig man in de tent. Geen reden voor Reptile Youth om niet alles te geven. Met hun combinatie van enkele elektronische beats en gitaar, drum en bas zorgden zij voor een interessant geluid dat nog eens werd opgesmukt door hun innemende frontman. Hij sprong tot drie keer toe over de hekken om een dans uit te voeren met het aanwezige publiek. Zo had hij plots een nietsvermoedende jongeman van zo’n vijftien jaar in een knuffel/houdgreep, terwijl hij met volle overtuiging zijn tekst verder zong. Even later besteeg de zanger het podium weer (ondertussen met blote bast) om misschien wel de meest hyperkinetische dans uit te voeren die wij dit festivalseizoen hebben gezien. Deze combinatie van muziek en energie werkte enorm goed op de aanwezigen. Later op het jaar komen ze nog een paar keer naar België en Nederland, een aanrader.

Na deze kopstoot uit het Noorden was het weer tijd voor een band van bij ons. Isbells zou mee onze Belgische trots verdedigen op het festival. Deze groep bracht in het verleden twee knappe cd’s uit die niet onopgemerkt bleven voor de muziekliefhebbers. Ze openden het concert geweldig met ‘Stoalin’, de titelsong van hun tweede langspeler. Dit elan werd aangehouden wanneer ze hun single ‘Heading For The Newborn’ lieten horen. Het publiek spitste de oren voor deze uitstekende muzikanten en kreeg meer materiaal uit ‘Stoalin’ te horen dat goed werd onthaald. ‘As Long As It Takes’ werd aangekondigd als het nummer waarmee alles voor de groep begon. De aaibaarheidsfactor van Isbells werd alleen maar verhoogd toen ze aankondigden dat twee koters van een bandlid de groep zouden vervoegen op het podium. De bedoeling was om de twee kleuters het refrein van ‘Baskin’ (padapa) te laten meezingen, al leek de jongste daar iets te verlegen voor te zijn, en had de andere blijkbaar meer belangstelling voor de xylofoon. Na dit intermezzo hoorden we nog de geweldige riff van ‘Reunite’ en beseften we dat Isbells ons eigenlijk geen moment had verveeld.

Hierna was het tijd voor wat oude Belgische rotten: Vive La Fête toert momenteel met hun nieuwe plaat ‘Produit De Belgique’. De formule van Vive La Fête is nog altijd hetzelfde gebleven: zangeres Els Pynoo springt vrolijk heen en weer terwijl Danny Mommens en de andere langharigen van de groep zorgen voor de muzikale omkadering. Het begin van het concert werd ingezet door het Belgisch volkslied, gekoppeld aan een klassiek stuk, tot deze geluiden werden opengereten door electronica en de staalharde gitaar van Mommens. ‘Décadanse‘ is de single van hun laatste plaat en deed het erg goed, hierna ging de band voort met nummers als ‘Tokyo’ en ‘Maquillage’, die live zeer goed tot recht kwamen. Even had de groep last van wat feedback, waarna Danny Mommens zijn ongenoegen uitte door achterwaarts over zijn hoofd een rochel af te vuren (een trucje dat hij nog meermaals herhaalde). Later tijdens de set hoorden we andere bekenden als ‘Noir Désir’ en ‘Touche Pas’ waarbij echt iedereen op de eerste tien rijen uit zijn dak ging. Vive La Fête bewees dat ze anno 2012 nog altijd een goed optreden kunnen geven. Voor de fans van donkere Electropop, Krautrock of New Wave was dit een goede gelegenheid om zich nog eens te laten gaan.

Ook Absynthe Minded mocht de Belgische troepen vervoegen. De band toert momenteel met hun vijfde album ‘As It Ever Was’. Crammerock was één van de laatste stops voor de groep naar Oostenrijk, Tsjechië en Duitsland vertrekt. Ondertussen laat Absynthe Minded zich kenmerken als een band die veel verschillende sferen kan neerzetten op een podium. Zo deed ‘Envoi’ perfect dienst als terugblik op een bijna afgelopen zomer (jammer genoeg viel de gitaar van Ostyn herhaaldelijk uit tijdens dit nummer, al was dit niet zo erg omdat het publiek zorgde voor wat zangversterking). Het uitstekende en live nog betere ‘Multiple Choice’ zorgde ervoor dat we ons waanden in een drukkend oosters klimaat en ‘Little Rascal’ met zijn Turks karakter deed het publiek gewillig heupwiegen. Recente topsongs als ‘Crosses’ of oude bekenden als ‘My Heroics, Part One’, werden in een snedig tempo afgewisseld. Absynthe Minded is muzikaal zeer sterk, de festivalgangers waardeerden dit enorm en vonden het jammer dat er geen bisronde kwam.

Één van de topnamen op deze affiche was ongetwijfeld Lamb. Deze bekende triphopband uit de jaren negentig stond onlangs nog in het Rivierenhof, maar liet zich ook in Stekene, met één van de laatste shows van hun tour, bewonderen. Toen de groep opkwam viel direct het visuele aspect op: achter hun was een groot doek gespannen waarop allerlei tekeningen werden geprojecteerd, soms kon het gaan over wazige inktvlekken, soms over duidelijke tekeningen zoals het gezicht van de zangeres. Wat Lamb onderscheidt van collega’s als Portishead, is misschien wel het gebruik van andere elementen, zoals harde soms industrieel klinkende elektro. De tegenstelling werkte nog zeer goed: Zangeres Lou Rhodes nam het met haar zachte stem op tegen de knetterende beats van podiumbeest Andy Barlow. Tijdens ‘Butterfly Effect’ vertoefden we even in hun zelfgeschapen universum en natuurlijk deden publiekslievelingen ‘Gorecki’ en ‘Gabriel’ het goed. Wel hadden wij voor deze groep iets meer volk verwacht en tijdens sommige nummers van de laatste plaat verloor het publiek soms wat van zijn concentratie. Misschien kon niet heel het concert de aandacht van de festivalgangers gegrepen worden, toch was dit een boeiend optreden.

De Belg die het hoogst geprogrammeerd stond op de affiche was Ozark Henry. Ondertussen is er voor deze man heel wat veranderd. Na ‘Hvelreki’, dat zeer divers onthaald werd, kreeg hij te maken met een veel groter succes. Het is ook duidelijk dat Ozark Henry zich hiernaar gericht heeft. Op het podium zien we dat Piet Goddaer vooraan staat, samen met de leadgitarist van de band. De andere drie muzikanten staan helemaal vanachter op een soort van uitgerekt drumpodium, wat een heel raar gevoel geeft: de band wordt echt in twee gesplit. Ook neemt Goddaer in tegenstelling tot vroeger geen plaats meer achter de piano, maar staat heel het optreden recht als een duidelijke en springlevende frontman. Algauw wordt het duidelijk dat de meest recente nummers live in goede aarde vallen, ook bij mensen die voornamelijk fan zijn van het oudere werk. ‘Out Of This World’ kon bijvoorbeeld op plaat niet echt overtuigen, live is dit wel het geval. Wanneer de groep oudere liedjes als ‘These Days’, ‘Sweet Instigator’ of ‘Indian Summer’ speelt, beseffen we toch dat Goddaer een handvol topsongs in zijn zakken meedraagt. Toegegeven: wij zijn meer fan van het verleden van Goddaer. Toch wist hij ons live te boeien.

Plots was het tijd voor de afsluiter, het Britse White Lies, na hun laatste plaat ‘Ritual’ gepromoveerd tot wereldgroep en dus een afsluiter die veel publiek trekt. Dit zagen we ook in Stekene: veel volk was benieuwd hoe de band live ging overkomen. Beginnen deden ze met één van hun beste songs: ‘Fairwell To The Fairground’ werd afgevuurd op het publiek dat het openingsschot beantwoorde met een luid applaus. Ook ‘Death’ en ‘To Lose My Life’ werden goed onthaald. Het is best wel grappig om een hele massa tijdens de laatste act van een festival “Let’s grow old together, and die at the same time” te horen zingen. Dit moet een leuk gevoel zijn voor de band, al zal frontman Harry McVeigh nooit de vrolijkste persoon ter wereld worden en was respons van de groep niet altijd even duidelijk. Ook heeft de zanger de reputatie om zangsgewijs af en toe eens stevig uit de bocht te gaan, maar gelukkig konden we hem dit concert op niet al te veel valse noten betrappen. Toen White Lies verderging met spelen viel datgene op waar we op voorhand al wat bang voor waren. Tijdens hun recentste songs uit ‘Ritual’ krijgen ze amper aandacht van de helft van het publiek en valt het op dat deze nummers dikwijls hetzelfde zijn opgebouwd. ‘Bigger Than Us’ deed de boel weer ontploffen, en diende als slot van de show. Wij kwamen, na een vorig concert, met gemengde gevoelens naar de headliner, en met die zelfde gemengde gevoelens moesten we het festivalterrein jammer genoeg weer verlaten.

Nog meer terugblikken kan ongetwijfeld via www.crammerock.be.