Verslag The Revival Tour in TRIX op 14 oktober – Less is more

door Filip Van Der Elst

Het concept van The Revival Tour is even simpel als uniek: zet vier punkrockers op een podium, en laat hen het publiek naar ver vervlogen tijden voeren. Traditionele folkinstrumenten en akoestische gitaren zorgen voor een zachtere tint, van elektrische gitaren en drums is geen sprake. Het was het recept voor een mooie avond in het Antwerpse TRIX, waarin de vier protagonisten met een mengeling van eigen werk, covers en speciaal voor deze tour in elkaar gebokste nummers eventjes voor een echte folkrevival wisten te zorgen.

Jon Gaunt (viool) en Joe Ginsberg (staande bas) maakten met hun intro meteen duidelijk waar het publiek zich aan mocht verwachten. Geen conventionele, moderne punkrock –wat je nochtans wel zou verwachten als je las wie er zoal zijn opwachting zou maken–, maar wel volkse, dansbare folk uit de oude doos. Meteen daarna werden ze vergezeld door de rest van de Revival Tour voor een gezamenlijke openingsset. We zullen het maar meteen toegeven: wij waren vooral naar TRIX afgezakt om Brian Fallon, frontman van The Gaslight Anthem, aan het werk te zien. Ons hoogtepunt van die openingsset was dan ook vooral de akoestische folkversie van ‘Great Expectations’, een van de toppers uit het repertoire van de rockers uit New Jersey. Wij zijn vooral bekend met de stevige rock ’n roll-versie van dat nummer, maar ook deze uitgedunde en vertraagde uitvoering mocht er best wezen. Met ‘Me And Denver’ en ‘Prague (Revive Me)’ werden ook twee nummers van de ‘Revival Tour 2011 Collections’, de speciaal voor de tour gemaakte plaat, aan het publiek voorgeschoteld.

Na de openingsset mochten de vier hoofdrolspelers het publiek ieder apart voor drie kwartier komen vermaken. Dave Hause, in een ander leven frontman van de punkband The Loved Ones, kreeg de eer om af te trappen. De 33-jarige Hause kreeg de aanwezigen in geen tijd op zijn hand. Zijn songs hadden ook akoestisch de kracht van een gebalde vuist die ons regelmatig aan Frank Turner deed denken, niet toevallig een gast op een van de vorige Revival Tours. Bovendien wekte de aimabele uitstraling van de praatgrage Hause al snel sympathie: vooral toen hij twee elfjarigen doorheen de hele zaal liet crowdsurfen zat het met de sfeer al snel goed. Van de songs onthielden wij vooral ‘C’mon Kid’: krachtig, sfeervol en bovendien ook tekstueel bijzonder sterk.

Daarna was het de beurt aan Chuck Ragan, zanger van Hot Water Music en bezieler van de Revival Tour. Hem hadden we eerder al in de AB aan het werk gezien, als voorprogramma van… The Gaslight Anthem. Toen bewees Ragan al een begeesterde singer-songwriter te zijn, en die indruk werd in TRIX bevestigd. Zijn rauwe stem heeft een hoog love-it-or-hate-it-gehalte, maar het staat buiten kijf dat de man bovenal enkele bloedmooie nummers bij elkaar geschreven heeft. Het melancholische ‘Rotterdam’ was al een eerste topper, die al snel in de strijd gesmeten werd. Maar het absolute hoogtepunt was toch wel ‘For Broken Ears’, samen met Dave Hause gebracht. Nergens komt het schrijftalent van Ragan zo naar boven als in deze ontroerende folksong. Als afsluiter kregen we Fallon nog eens te zien, om samen met Ragan in duet het nieuwe ‘Meet Me In The Middle’ te brengen.

Het nadeel van dit concept? Het kan allemaal nogal lang duren. De show was dan ook al anderhalf uur aan de gang toen Dan Andriano, bassist van The Alkaline Trio, het podium betrad. De vermoeidheid begon al wat toe te slaan, en aangezien Andriano niet de vlotte babbel van een Dave Hause te bieden had, verslapte de aandacht in de zaal zienderogen. Nochtans heeft de man best enkele knappe songs bij elkaar geschreven: ‘Hollow Sounds’, eveneens op de ‘Revival Tour Collections 2011’ terug te vinden, is zeker tekstueel van een bijzonder hoog niveau. Ook het met Chuck Ragan gebrachte ‘Hurricane Season’ en afsluiter ‘From This Oil Can’ zijn songs die er zeker mogen wezen, maar Andriano sloeg er jammer genoeg niet helemaal in om de emotie volledig over te dragen aan het publiek. Het geroezemoes tijdens zijn set lag dan ook opvallend hoger.

De angst sloeg ons even om het hart toen Brian Fallon aankondigde dat hij de zaken voor dit optreden helemaal anders ging aanpakken. De vele YouTube filmpjes die we van de vorige optredens hadden gezien hadden ons immers doen watertanden. Sommige songs van The Gaslight Anthem klonken akoestisch nog indrukwekkender dan ze op plaat deden. Zouden we die nu nog wel te horen krijgen? Aanvankelijk niet: Fallon koos ervoor om enkele covers te brengen van mensen die hem inspireerden. En ook coveren doet de man uitstekend: ‘Old Sad Songs’ van Lucero en vooral ‘Harsh Realms’ van Tom Gabel (frontman van Against Me, de band waarmee The Gaslight Anthem meer dan geregeld vergeleken werd/wordt) legden de zaal moeiteloos het zwijgen op. Tussendoor werden we ook getrakteerd op een hartverscheurende versie van ‘Ladykiller’, de enige song van The Horrible Crowes, het unieke zijproject van Fallon en beste vriend Ian Perkins, die deze avond gebracht werd.

In zijn selectie van songs uit het repertoire van The Gaslight Anthem opteerde Fallon duidelijk voor de meer ingetogen nummers. Een keuze die een unieke sfeer in de zaal wist te creëren. ‘Here’s Looking At You, Kid’ (een bloedmooie song over de drie vrouwen die zijn hart gebroken hebben), ‘She Loves You’ (op verzoek van iemand uit het publiek) en ‘Blue Jeans & White T-shirts’ (het Gaslight-nummer dat zich nog het meeste leent tot een akoestische opvoering) was een trio dat ons menigmaal kippenvel wist te bezorgen. En we waren duidelijk niet alleen, want daar waar tijdens Dan Andriano nog een koffieklets werd gehouden, kon je nu in de zaal een speld kon horen vallen. Akkoord, we zijn vooringenomen, maar van de vier heren is er toch niemand die zo een blijvende indruk op ons heeft nagelaten als deze Brian Fallon.

Maar hoe mooi gebracht de songs ook waren, de goedgeluimde Fallon liet zelf ontvallen dat hij nooit solo zou kunnen gaan, omdat hij een band rondom zich nodig heeft. En inderdaad, toen de rest van de groep opnieuw het podium betrad voor een uitgelaten akoestische versie van opzweper ‘American Slang’ en de slotset, voelde Fallon zich duidelijk meer op z’n gemak. Niet dat hij daarvoor last leek te hebben van plankenkoorts –zijn bindteksten waren even grappig als onzinnig–, maar een man als Fallon geniet er als geen ander van om op het podium te grappen en grollen met z’n bandmaats.

Van die slotset onthouden we vooral ‘The ’59 Sound’, hét anthem van The Gaslight Anthem, en aan het eind enthousiast meegebruld door de hele zaal. Een unieke afsluiter van een avond die misschien een beetje aan de lange kant was, maar die toch een heel ander zicht op deze punkrockers wist te bieden. Het is opvallend om te zien hoe dit bonte collectief op elkaar ingespeeld was, ook al kenden sommigen op het podium elkaar een maand geleden nog niet eens. Mannen die zich normaal hoofdzakelijk bezighouden met snoeiharde punkrock lieten zich nu gaan op akoestische gitaren alsof ze nooit wat anders hadden gedaan. En dat allemaal zonder ook maar een greintje aan kracht en passie in te boeten. Het spreekwoord “less is more” is nog nooit zo op z’n plaats geweest.

En intussen hebben wij toch maar weer mooi onze portie Brian Fallon meegepikt, en kunnen nu in alle gemoedsrust afwachten tot zomer 2012: dan komt Gaslight Anthem-album nummer vier eraan, het eerste sinds hun recente overstap van SideOneDummy naar Mercury. Bring it on!