Verslag Yevueni, CC Ter Vesten Beveren, 28 maart 2015

door Mattias Goossens

Na een korte sabbat kwam Yevgueni vorig jaar op de proppen met ‘Van hierboven’ en daar hoorde naar goede gewoonte een theatertournee doorheen het Vlaamsche land bij. Gisteren speelden ze een thuismatch in Beveren, die ze wonnen met toepasselijke forfaitcijfers.

Yevgueni zaaide een tijdje geleden verdeeldheid in het Indiestyle-kamp. Van “de beste Nederlandstalige rockgroep sinds Gorki” tot “een opgekuiste versie van de cafépraat van stoere veertigers”. Wie het bij het juiste eind heeft laat ik in het midden, maar ik wil wel graag komaf maken met het label kleinkunst, dat vaak op de groep wordt geplakt. ‘Kleinkunst’ is een verjaard begrip dat stamt uit een tijd toen de brave burger nog steevast rondjes liep rond de eigen kerktoren, de ogen strak op het asfalt gericht. Het stamt uit een tijd dat culturele ontvoogding onbekend was, toen  Elvis en Engelbert Humperdinck weerklonken in de lokale gelagzaal. Natuurlijk moest je dan als Vlaamse artiest eerbiedig zijn en kon je niet geplaatst worden naast zulke legendes. Ondertussen is er gelukkig een bredere muziekcultuur in ons land te vinden, met dank aan Amerikaanse en Britse import. Nee, geen enkele artiest verdient het om gekleineerd te worden in het ‘kleinkunst’ hokje. Noem het dan pop of folk – want folk/mensen: dat is waar Yevgueni over gaat.

In de tien jaar sinds debuutalbum ‘Kannibaal’ is Yevgueni niet meer het groepje dat moet teren op overenthousiaste chiromeisjes in de frontstage. Mede door hun sterke aanwezigheid op Radio 1 weten ze een breed publiek aan te spreken dat steevast de weg vindt naar hun optredens in culturele centra. Hun muziek spreekt dan ook de kneus in ieder van ons aan, met inzichten die hun oorsprong vinden in zowel de absurditeit als banaliteit van alledag. Soms is een reis naar Afrika nodig om tot die inzichten te komen. Het is daar dat zanger Klaas Delrue, bovenop een duin, inspiratie vond voor de nieuwe plaat ‘Van hierboven’. Af en toe kreeg een nummer wat toelichting, waarbij Delrue zijn plezier van verhalenverteller wist over te brengen op het publiek.

Yevgueni

De nieuwe plaat vormde de ruggengraat van het optreden, netjes verdeeld over twee delen. Opener ‘Het is niet veel’ klonk als het prototype van de Yevgueni-formule: een goede tekst over een aanzwellende melodie waarbij zowel toetsenist Geert Noppe als gitarist Patrick Steenaerts genoeg ruimte krijgen om hun accenten in te vullen. ‘Mensen zijn maar mensen’ riep op tot relativering, iets wat in het licht van recente gebeurtenissen meer dan ooit nodig lijkt. ‘Was er maar iemand’ leverde subtiel kritiek op personen die dwepen met een absoluut Goddelijk figuur waar alle verantwoordelijkheid op kan worden afgeschoven. Afstand nemen: daar gaat de plaat volgens Delrue over. Het noopte de band dichter bij elkaar te komen, zowel spreekwoordelijk als fysiek tijdens het intiem gebrachte titelnummer. ‘Nieuwe meisjes’ kreeg een nieuw jasje uit de lentecollectie aangegoten en ook ‘Onder helden’ dartelde als een jong veulen over het podium. Het weemoedige ‘Daar zit je dan’ werd voorzichtig meegepreveld, waarna ‘Niet met mij’ bitterheid omzette in een hyperkinetische popsong.

‘Ogen dicht’ trok kalmpjes de tweede helft op gang, om daarna over te gaan in het door Delrue ingeleide ‘Zij zingt mijn lied’. Het nostalgische ‘Robbie II’ ging naadloos over in ‘Het is al laat’, dat zich liet gelden als een volwassen geworden ‘Oud en versleten’. ‘Naar huis’ werd in intieme setting gebracht, met Delrue die zich enkel liet begeleiden door bassist Maarten Van Mieghem op gitaar en Noppe op een orgeltje. Delrue zette daarna akoestisch publiekslieveling ‘Als ze lacht in’, waarna de band inviel en het publiek werd aangespoord het refrein mee te zingen. ‘Welkenraedt’ ontpopte zich tot potige rocksong waarna ‘Vroeger (was het beter) met de glimlach kritiek gaf op conservatie geschiedenisherschrijvers. In het slot werd er wat ouder werk opgegraven: het in romantische onzekerheid gedrenkte ‘Pannenkoeken’, een enthousiast meegezongen en -geklapt ‘Manzijn’ en ‘Sara’, dat doet mijmeren naar studententijden en andere afgesloten hoofdstukken. Daarmee zette Yevgueni een punt achter deze theatertour en bevestigde de band dat ze er weer helemaal staan – al hebben ze als Nederlandstalige popgroep nog maar weinig te bewijzen. Nu maar wachten hoe Sven Gatz hen gaat aankondigen op de Nekka-nacht.

Yevgueni live aan het werk zien kan 25 april op de Nekka-nacht (info & tickets) en 1 mei op Labadoux in Ingelmunster (info & tickets).

Lees hier onze discussie over de groep.