Wolves In The Throne Room en Wolvennest hullen STUK in duisternis

door Frederik Jacobs

Het was een beetje een atypisch zicht toen het binnenplein van STUK zich gisteren vulde met een roedel zwartgeklede, langharige metalheads. De programmatie van Wolves In The Throne Room en Wolvennest in het kunstencentrum was op z’n minst gewaagd te noemen, maar wierp haar vruchten af. Een uitverkochte Labozaal kreeg wat het mocht verwachten: snoeiharde, gelaagde metal met een wierookgeurtje.

(Foto: Joeri Thiry/STUK)

We gaan er geen doekjes om winden: voorprogramma Wolvennest was fantastisch, en zowaar beter dan de hoofdact. Ondersteund door innemende visuals en mysterieuze ambient, bracht het zestal uit Brussel meeslepende black metal, flirtend met doom en zelfs krautrock. Met slechts drie songs wisten ze een impressionante set van een halfuur aan elkaar te rijgen zonder ooit te vervelen.

Zo werd de repetitiviteit van opener ‘Partir’ boeiend gehouden door een toenemende intensiteit; honderden hoofden bewogen als ware het een sekte synchroon mee op de loodzware riffs. Tijdens het van emoties bulkende ‘Unreal’ verzorgde zangeres Sharon ‘Shazzula’ Schievers een nieuwe dimensie aan de muziek met haar zweverige stemgeluid. ‘Out of darkness deep’ klonk dan weer grootser dan al wat voorafging, met imposante drums en solo’s die uit de oosterse periode van Led Zeppelin leken weggelopen. Wát een voorprogramma.

Wie niet vertrouwd is met Wolves In The Throne Room: denk aan Deafheaven maar dan authentieker en net dat tikkeltje heftiger. De wandbekleding in de Labozaal leek dan ook gestolen uit een middeleeuwse fantasiewereld. Pas na een irritant lange intro betrad de band uit Olympia het podium, gehuld in wierookdampen die letterlijk de zaal werden ingeblazen.

Opener ‘Born from the serpent’s eye’ blies het publiek meteen van z’n sokken met snedige riffs en opgejaagde drums. In tegenstelling tot Wolvennest, maakte WitTR zoals we van hen gewoon zijn gretig gebruik van tempowisselingen. Die werden meestal haarfijn uitgevoerd, en mondden meer dan eens uit in zware, aanzwellende postrock. Opvallend is dat de folkinvloeden, die zeker op meest recente langspeler ‘Thrice woven’ erg aanwezig zijn, amper te bespeuren waren – een akoestische gitaar hadden de jongens niet meegenomen.

Met de intro van ‘Vastness & sorrow’ sloop er weer stilte in de set, en zette Wolves de vaak aangehaalde vergelijkingen met Scandinavische black metal kracht bij. De gitaren lieten zichzelf helaas een beetje in slaap wiegen; na de ontploffing in de song verdwenen ze naar de achtergrond waardoor de drums het op luidruchtige wijze van de melodie overnamen. ‘Prayer of transformation’ schudde de kerels met de Sunn O)))-shirts vlak voor het einde wakker, om vervolgens hard te kunnen gaan op publiekslieveling en tevens afsluiter ‘I will lay down my bones among the rocks and roots’.

Wolves In The Throne Room trakteerde haar fans op een intense en erg genietbare set, al had wat meer variatie geen kwaad gekund – denk aan het integreren van folkinvloeden of het net iets meer experimenteren met soundscapes. Het geweldige voorprogramma deed ons dat echter door de vingers zien. Black metal is in elk geval allesbehalve dood, en met Wolvennest hebben we ook in eigen land een grote belofte klaarstaan.