Punch, Brothers, Punch: de tien beste nummers van de voorbije week

door Thomas Konings

Het zijn drukke tijden voor singleluisteraars. De stortvloed aan najaarsreleases wordt momenteel voorafgegaan door een heleboel singles. Onze redactie ploeterde zich erdoor en vond deze tien pareltjes.

Ought – Men for miles

Muzikaal gezien gaat Ought inderdaad voort op het elan van hun debuut, maar dat hoeft helemaal niet negatief te zijn. In het begin van het jaar vermoedde ondergetekende stilletjes dat hij Ought en ‘More than any other day’ licht overschat had, zeker wanneer we kennismaakten met de op de spits gedreven postpunk van bloedbroeders Viet Cong. Tim Darcy en co herinneren er ons gelukkig aan waar Ought zo goed in is: kwaad zijn zonder tot catharsis te komen. Radeloze gitaren slaan in het rond en zoeken een uitweg uit hun wanhoop, tot ze, net als de vele ongelukkigen der aarde, zich vastzetten in een groove, dezelfde woorden eindeloos herhalend: verlos ons. Ondertussen speelt Darcy zijn favoriete gemene spelletje: van elke zin die de gemiddelde burger (ooit) (dagelijks) uitspreekt een platitude maken, simpelweg door de woorden tot bloedens toe te herhalen. (JVL) (Check onze singlereview voor meer meningen)

Hazel English – It’s not real

‘It’s not real’ lost de hooggespannen verwachtingen na Hazel English haar debuut simpelweg in. Voor wie kickte op ‘Never coming home’ heeft het lied weer alle kwaliteiten in huis: gepingelde gitaren, vocalen die ons smoren met de mantel der liefde en een heleboel kleine riffjes die allemaal de kans krijgen zich in je hoofd te nestelen. Enkel de sfeer is meer naar binnen getrokken, net zoals de kleuren uit het promoplaatje zijn weggelopen. (JVL)

Unknown Mortal Orchestra – Ur life one night

Juli is de perfecte maand om je fans op het verkeerde been te zetten. Unknown Mortal Orchestra doet dit in ‘Ur life one night’ met een intro die zo een metalsong uit de jaren 70, genre ‘Child in time’ van Deep Purple, lijkt aan te kondigen, om dan plots over te gaan in aanstekelijke funk zoals Prince die een decennium later bracht in floorfillers als ‘Raspberry beret’ en ‘Cream’. UMO is een blijvertje, dat staat na 3 albums en een reeks mooie singles als een paal boven (smoke on the) water. (BS)

Silicon – Burning sugar

Wie denkt dat een Nielson per definitie een Zweed of een IJslander moet zijn, heeft het fout. Kody en Ruban Nielson zijn twee Hawaïaans/Nieuw-Zeelandse broers waarvan Ruban bij Unknown Mortal Orchestra speelt en Kody bij het nagelnieuwe Silicon. Het debuutalbum van deze laatste band komt er eind augustus aan via Weird World. Met ‘Burning sugar’ kregen we deze week al een erg smakelijk voorgerechtje. De uitmuntende en catchy zang, een meeslepende bas, wat psychedelica, experiment en dansbaarheid maken van het geheel een onweerstaanbaar stukje muziek. (BS)

Sports – The Washing Machine

Carmen Perry’s vocalen klinken zo spontaan dat je de frontvrouw van Sports voor je ogen uit bed ziet springen om achteloos een ontwapenend gitaarpoppareltje ten berde te brengen. Okselfris, noemen ze dat. (MD)

Birthmark – Find Yourself

Als we de naam Kinsella droppen, denk je misschien aan Mike Kinsella (Cap’n Jazz, American Football, Owls, Joan of Arc, …) of zijn, hem vaak vergezellende, broertje Tim. Nate doet minder belletjes rinkelen, maar naast een occasionele bijdrage aan het werk van zijn broers, houdt hij er ook een prikkelende solocarrière op na. Laaf je ten bewijze aan dit op een iPad bijeen geknutselde brokje pop. (MD)

The Chills – America says hello

Deze opvolger van single ‘Molten gold’ is de tweede vrucht van de schuchtere renaissance van The Chills. Na het floppen van ‘Sunburnt’ (1996) verzonk frontman Martin Phillipps in zo’n diepe drugsverslaving dat niemand nog een cent om zijn leven gaf. Clean en opgelapt door talloze operaties schudt Phillipps, geruggensteund door enkele nieuwe huurlingen, nu echter weer achteloos doorwrochte popsongs uit zijn mouw. Bovendien wordt weer duidelijk hoeveel de band aan REM te danken heeft en (vooral) omgekeerd. Blij dat ons favoriete Nieuw-Zeelandse voortbrengsel (samen met kiwi’s en ‘Whale rider’) er weer staat. (MD)

Carly Rae Jepsen – Warm blood

De percussie op ‘Warm blood’ klinkt als een puls die je doorheen het hele nummer leidt, terwijl de fonkelende synths daarna hun werk doen en het geheel vrij 80s doen aanvoelen. Reken daar nog eens een trucje met een stemvervormer à la Låpsley en een catchy refrein bij, en je weet dat het goed zit. ‘Warm blood’ is het elfde liedje op ‘E•MO•TION’ en werd mede mogelijk gemaakt door Rostam Batmanglij – jawel, die van Vampire Weekend. Vreemde combinatie, maar ze werkt. (RC)

Chad Valley – True

De Britse singer-songwriter Chad Valley heeft wel (een paar blokken) kaas gegeten van pophits schrijven. Nu keert hij terug met ‘True’: een smachtend liedje dat met zijn balearic pop-sfeertje nu al vervroegd inspeelt op je steeds weer terugkerende gevoel van zomernostalgie. Alles aan het liedje is mierzoet, verslavend en delicaat tegelijk. De opbouw zit slim ineen, de zang reflecteert perfect een gebroken hart en echoot heerlijk door het nummer en de productie is verfijnd met zwierige synths en aanstekelijke percussie. (TK)

Lotic – Phlegm (ZZ Goloso edit)

Stilaan beginnen de werkzaamheden van het Mexicaanse collectief NAAFI steeds meer opgemerkt te worden. Met een nieuwe compilaties vol bootlegs en andere soorten herwerkingen speelt het internetlabel nu in op de toegenomen interesse. Er valt heel wat te ontdekken op de gratis te downloaden mixtape (check hem hier in zijn geheel), bijvoorbeeld onderstaande ZZ Goloso-remix van Lotics ‘Phlegm’: een nieuw bewijs van de onweerstaanbare combinatie van tresillo-ritmes en avant-gardistische electronica. Deze edit klinkt agressief, dystopisch, druk en exotisch, kortom perfect. (TK)