Lijstjestijd: 2014 voor Joshua Migneau (Blackpool)

door Thomas Konings

Cloud Nothings

Wij lezen graag Blackpool en daarom staat Joshua zijn lijstje hieronder.

1. Swans – To be kind

Ik verwacht niet dat iedereen voor ‘To be kind’ zal vallen. Zelden kanaliseert een band zo’n primitieve energie. Swans derde sinds hun recente reünie klinkt als een orkaan: ontzaglijk, vernietigend en oppermachtig. In twee uren tijd schudt Swans de luisteraar door elkaar met gigantische instrumentale crescendo’s, bezeten zang en agressieve gitaren. Swans incorporeert blues, post-punk, funk en post-rock in één consistent, zwartgeblakerd geluid. Op zestigjarige leeftijd overtrof Michael Gira en zijn zwanen elk ander album dat ik in 2014 hoorde.

2. Perfume Genius – Too bright

Met ‘Too bright’ doorbreekt Mike Hadreas zijn fragiele en depressieve persona met zelfzekere, vaak trotse nummers omtrent homoseksualiteit en lichamelijkheid. Hadreas heeft zijn demonen nog steeds niet van zich afgeschud, maar deze keer gaat hij ze frontaal te lijf. Zo reageert hij op homohaat in zijn glorieuze glamrocksingle ‘Queen’, waarin hij met bijtende arrogantie vraagt aan kleingeestige voorbijgangers om hem aan te kijken en hem te erkennen: “Don’t you know your queen? / Cracked, peeling, riddled with disease / Don’t you know me?”

Misschien ligt de grootste verandering tussen ‘Too bright’ en zijn vroegere werk in de fysieke impact van zijn muziek. Op ‘My body’ zingt Hadreas niet over zijn paniekaanvallen, hij recreëert ze. Met een uitgebreide instrumentatie, occasioneel geschreeuw en de nodige dosis noise weet Perfume Genius zijn karakteristieke intimiteit te combineren met grootse gevoelens. “I don’t need your love / I don’t need you to understand / I need you to listen.”

3. Run The Jewels – Run The Jewels 2

Het tweede album dat voortkomt uit de samenwerking van MC Killer Mike en producer/MC El-P is mogelijk nog beter dan hun eerste. Alhoewel ze allebei een rijke solodiscografie hebben uitgebouwd, brengt hun synergie hen tot een volledig nieuw niveau. ‘Run The Jewels 2’ mept je voortdurend uit jouw comfortzone. Het duo stimuleert de luisteraar om te reageren op de onrechtvaardigheden die ze naar voor brengen. Een gewelddadige arrestatie gebaseerd op racistische motieven staat centraal in ‘Early’Religie wordt onder de loep genomen in het epische ‘Angel duster’En samen met Zack De La Rocha – frontman van Rage Against The Machine – breken El en Mike het kapitalistische systeem van sociale ongelijkheid en uitbuiting af. Deze seriositeit neemt niet weg dat RTJ2 een wilde, avontuurlijke rit oplevert.

In Killer Mikes woorden: “I don’t give a fuck if you agree with me or not. I want you to feel like: “I gotta compete with that.” Because we’re competing with you. Straight up, nothing else. The end of all of that.”

4. The War On Drugs – Lost in the dream

Adam Granduciel en band zijn verantwoordelijk voor dé crossoverplaat van 2014. Weinigen kunnen de indiepop-interpretatie van classic rock – denk Bruce Springsteen, Don Henley of Dire Straits – niet smaken. ‘Under the pressure’ bevindt zich in de schemerzone tussen ambient en indiepop. Red Eyes is gebouwd rond een triomferende, ruimtevullende gitaarriff waarboven Granduciel zingt over de duisternis die hem omringt. De donkere nacht doorkomen is één van de hoofdthema’s en krijgt misschien wel zijn mooiste uitwerking in afsluiter’ In reverse’:”Is there room in the dark / In between the changes? / Like a light that’s drifting / In reverse, I’m moving.” 2014 is onlosmakelijk verbonden aan ‘Lost in the dream’.

5. The Antlers – Familiars

Peter Silberman schrijft zijn beste werk vanuit hartbreuk. Waar hij vroeger deze pijn kanaliseerde via directe indiepop, neemt hij met ‘Familiars’ een stap terug. Met het album door jouw speakers, lijkt de wereld trager te draaien. Tijd sluipt voorbij. De omgeving wordt wazig. Een alternatieve, sprookjesachtige wereld opent. Grootse parades trekken voorbij, dubbelgangers jagen de stuipen op je lijf en hotelkamers worden jouw nieuwe thuis. ‘Familiars’ is ideaal voor een meer geduldige luisteraar, één die ‘( )’ van Sigur Rós of ‘Laughing stock’ van Talk Talk kan appreciëren. Met jazzy baslijnen, melancholische trompetten en rake gitaaraccenten creëerden The Antlers het mooiste album van het jaar. Muziek voor de traagste uren van je dag.

6. Sharon Van Etten – Are we there

Aangezien Sharons langdurige relatie op de klippen liep tijdens het schrijfproces van ‘Are we there’, is haar derde album haar meest emotionele. Spaarzame pianoliedjes worden afgewisseld met grootse, duistere ballads. Ook hoop krijgt een plaats: een beschonken Sharon zingt over kattewaad en zoete wraak in albumafsluiter ‘Everytime the sun comes up’. Iedereen die zich openstelt voor ‘Are we there’, leert een persoon kennen: een vrouw die haar gebreken en onzekerheden tracht te accepteren; een vrouw die boven alles zoveel mogelijk geniet van het leven, zowel van de zonnige als de donkere kant.

7. Protomartyr – Under color of official light

Veel bands blaffen, weinigen bijten. Post-punkband Protomartyr uit Detroit hapt gretig toe, maar doet dit met de nodige swagger en een indrukwekkend respect voor melodie. Joe Casey’s teksten houden het boeiend met literaire referenties en hilarische one-liners. “Is it violent? Good! / Cause if it’s violent, then it’s understood.”

8. Iceage – Plowing into the field of love

Met de release van hun derde album zijn de Deense post-punkers in verschillende opzichten volwassen geworden. De band behoudt zijn slordige en impulsieve karakter, maar de composities van hun nummers zijn stukken complexer geworden. Daarnaast voelt zanger Elias Bender Rønnenfelt zich voor het eerst zelfzeker genoeg om zelf lyrics te schrijven waardoor ‘Plowing into the field of love’ hun meest consistente en diepgaande album tot dusver is.

Vergelijkingen met Nick Cave of Gun Club zijn legitiem, al doet de band nooit aan knip-en-plak-werk: Iceage incorporeert zijn invloeden zonder iets van zijn karakteristieke charme en persoonlijkheid te verliezen. Het meest Cave-ian nummer is één van mijn favoriete passages van het album: ‘Forever’. Violen zwellen er op tot een claustrofobisch geheel terwijl Elias intiem contact vergelijkt met de onwezenlijke diepte van een oceaan: “If I could dive into the other, I would lose myself forever”. Het nummer eindigt in een prachtige chaos van tremelo-gitaren en blazers.

9. Mr Twin Sister – Mr Twin Sister

Onder een lichtjes gewijzigd pseudoniem creëerde indiepopband Twin Sister – gevestigd te Long Island – een innovatieve synthpopplaat met veel diepte en experiment. Alhoewel het kwintet geen artistiek leider bezit, speelt zangeres Andrea Estella de overduidelijke hoofdrol. Met haar hemelse fluisterstem zingt ze over identiteit, gender en menselijke connectie. Een album voor die koude, donkere nachten.

10. Cloud Nothings – Here and nowhere else (foto)

Indie-rocktrio Cloud Nothings uit Ohio slaagt er in om te musiceren over onzekerheid en mentale instabiliteit zonder ooit in melodramatisch zelfmedelijden te verzwelgen. ‘Psychic trauma’ wekt nostalgie naar een woelige puberteit op. De laatste minuten van het epische ‘Pattern walks’ overtreft elk post-rocknummer dat ik dit jaar hoorde. En na een album vol met catchy gitaarriffs, opgejaagde drumlijnen en opgestapelde frustratie in de stem van Dylan Baldi, sluit Cloud Nothings af in rust: “I’m learning to be here and nowhere else / How to focus on what I can do myself.”